Ingediend | 15 augustus 2019 |
---|---|
Beantwoord | 23 september 2019 (na 39 dagen) |
Indieners | Frank Wassenberg (PvdD), Lammert van Raan (PvdD) |
Beantwoord door | Carola Schouten (viceminister-president , minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
Onderwerpen | dieren landbouw |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z15753.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-56.html |
Ja, daarvan heb ik kennisgenomen.
Nee, tot mijn spijt zijn er geen kippen levend uit de afgebrande stallen gekomen.
De stalsystemen in de pluimveehouderij voldoen aan de wettelijke eisen voor stallen. Daarnaast worden aanvullende maatregelen genomen om de kans op een brand te verkleinen. Zo heeft de pluimveesector verplichte elektrakeuringen opgenomen in hun ketenkwaliteitssysteem. Dat is een belangrijke preventieve maatregel, aangezien veel stalbranden ontstaan door problemen met elektriciteit en kortsluiting. Daarnaast zijn we met partijen in gesprek over aanvullende mogelijkheden om de kans op stalbranden te beperken.
Volgens de gegevens in het Identificatie en Registratiesysteem (I&R) zijn op 30 maart 2018 ongeveer 30.000 legkippen in stal 3 geplaatst. Het actuele aantal is onbekend, want bij pluimvee wordt uitval niet in I&R geregistreerd.
Voor hoeveel dieren het bedrijf een vergunning had, is mij niet bekend. De afgifte van omgevingsvergunningen valt onder de bevoegdheid van de desbetreffende gemeente. Wel wordt de aan- en afvoer van levende dieren in het I&R-systeem gemeld.
Nee, op het moment van de brand was geen sprake van een maximale productiecapaciteit van de stal conform Europese richtlijn 2002/4.
Er is mij geen bouwjaar van de afgebrande stallen bekend, dit wordt bij de gemeente vastgelegd. De datum van ingebruikname van de drie stallen is wel bekend en deze is 1 oktober 2010.
In het antwoord op vraag 3 heb ik aangegeven dat de belangrijkste oorzaken van stalbranden problemen met elektriciteit en kortsluiting zijn. Om die reden is de elektrakeuring opgenomen in de kwaliteitssystemen van onder andere de pluimveesector. Op het getroffen bedrijf in Niawier heeft deze elektrakeuring plaatsgevonden. Hierbij zijn geen gebreken geconstateerd.
Er is mij geen wetenschappelijke literatuur bekend waarin wordt beschreven wat kippen doormaken tijdens een stalbrand.
Een stalbrand is voor de dieren, voor de veehouder, diens familie, hulpverleners en omwonenden een dramatische gebeurtenis. Ik vind het dan ook vreselijk als er een stalbrand plaatsvindt waarbij dieren omkomen. Dierlijke slachtoffers bij stalbranden moeten zo veel als mogelijk voorkomen worden. In het Actieplan brandveilige veestallen 2018 – 2022 werkt de overheid samen met de Dierenbescherming, het Verbond van Verzekeraars, Brandweer Nederland, de Producentenorganisatie Varkenshouderij en LTO aan het terugdringen van het aantal stalbranden en het aantal dierlijke slachtoffers. De belangrijkste oorzaken van stalbranden worden momenteel aangepakt. Zo hebben inmiddels alle varkens- en kalverstallen, die aangesloten zijn bij een kwaliteitssysteem, een elektrakeuring gehad. Vóór 2020 zijn ook alle pluimveebedrijven gekeurd. Meer dan negentig procent van de primaire bedrijven zijn aangesloten bij deze systemen en worden op deze wijze gekeurd. Vanuit het actieplan wordt naast preventieve maatregelen ook gewerkt aan schade-beperkende maatregelen, waaronder brand- en rookdetectiesystemen. In mijn brief van 14 januari 2019 (Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 71) heb ik uw Kamer geïnformeerd over de huidige maatregelen. Ondanks deze maatregelen komen er veel dieren om bij stalbranden. Om die reden heb ik onlangs de partners van het actieplan bijeengeroepen om te kijken welke aanvullende maatregelen mogelijk zijn om het aantal stalbranden en het aantal dierlijke slachtoffers nog verder terug te brengen. Ook dierenbelangenorganisaties, zoals Eyes on Animals, Wakker Dier en externe deskundigen op het gebied van brandveiligheid heb ik bijeen geroepen om ideeën met ons te delen. Alle ideeën worden de komende tijd in de stuur- en werkgroep van het actieplan besproken en uitgewerkt. Hierna kan het huidige actieplan uitgebreid worden met aanvullende maatregelen. Op deze manier moeten we er samen voor blijven zorgen dat de kans op een stalbrand – en daarmee dierlijke slachtoffers – verder omlaag blijft gaan.
Ik verwijs uw Kamer hiervoor graag naar het antwoord op vraag 10.
Ik verwijs uw Kamer hiervoor naar het antwoord op vraag 10.
Uit het brandweeronderzoek is tot op heden geen directe oorzaak naar voren gekomen. Wel is brandstichting uitgesloten. Er is dan ook een reële kans dat de oorzaak van deze brand niet wordt achterhaald.