Ingediend | 26 juni 2019 |
---|---|
Beantwoord | 10 juli 2019 (na 14 dagen) |
Indiener | Raymond de Roon (PVV) |
Beantwoord door | Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid terrorisme |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z13437.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-3394.html |
Ja.
Een dergelijk overzicht kan helaas niet worden gedeeld vanwege de vertrouwelijkheid van de beraadslagingen van het VN-Sanctiecomité.
Zoals ook wordt uitgelegd in de Kamerbrief die uw Kamer tegelijkertijd met deze beantwoording toekomt, schept VNVR resolutie 1373 (2001) voor VN-lidstaten een internationaal bindende verplichting om het financieren van terrorisme te bestrijden en de tegoeden van personen en organisaties die zich bezighouden met terroristische activiteiten, te bevriezen. Het opleggen van een bevriezingsmaatregel is een preventieve maatregel die niet gericht is op straffen, maar op het inperken van een risico.
Daarom kent het sanctieregime de mogelijkheid van een ontheffing om te voorzien in eerste levensbehoeften, zoals wonen; eten; verzekeringen; medische behandelingen etc. Daarnaast kan er een ontheffing worden aangevraagd voor afwijkende uitgaven en voor financiële verplichtingen (zoals contracten) die voorafgaand aan het opleggen van de maatregel zijn aangegaan.
Lidstaten die een dergelijk ontheffingsverzoek van een geliste ingezetene willen honoreren dienen dit eerst voor te leggen aan het Sanctiecomité. Een verzoek kan alleen worden afgewezen als alle 15 VNVR-lidstaten bezwaar hebben.
Dergelijke beraadslagingen moeten in alle vrijheid kunnen plaatsvinden. Dit is niet mogelijk op het moment dat de inhoud van deze besprekingen beschikbaar wordt gesteld voor het brede publiek en dus ook voor de lidstaat die een uitzonderingsverzoek heeft ingediend. De vertrouwelijkheid van deze beraadslagingen is dus wenselijk om een eerlijke procedure te waarborgen.
Zie antwoord vraag 4.
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 3 en 12 kan wordt een uitzondering niet alleen toegekend voor basic necessities. Ook afwijkende uitgaven of financiële verplichtingen die zijn aangegaan voor het opleggen van de sanctie zijn reden voor het toekennen van een uitzondering. De gronden voor uitzondering en de richtlijnen van het Sanctiecomité zijn vastgelegd in VNVR-resoluties 1452 (2002), zoals geamendeerd via VNVR-resolutie 1735 (2006) en VNVR-resolutie 2368 (2017). Deze Resoluties zijn openbaar.
Indien het VN-secretariaat en/of de leden van het Sanctiecomité van mening zijn dat een ingediend verzoek onvoldoende is onderbouwd, wordt de betrokken lidstaat verzocht om nadere informatie.
De controle op de uitgaven is een nationale verantwoordelijkheid van de aanvragende lidstaat.
Zie antwoord vraag 8.
Hier kan ik helaas geen uitspraken over doen gegeven het feit dat de beraadslagingen van het Sanctiecomité vertrouwelijk zijn.
Zie antwoord vraag 10.
Zie antwoord op vraag 3