Ingediend | 18 juni 2019 |
---|---|
Beantwoord | 4 juli 2019 (na 16 dagen) |
Indiener | Sadet Karabulut |
Beantwoord door | Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid recht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z12438.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-3316.html |
Ja, ik ben bekend met de berichtgeving waaraan u refereert.
Naar aanleiding van de onthullingen door het online-tijdschrift The Intercept Brazil vond op 19 juni een hoorzitting plaats in het Braziliaanse parlement, waar gesproken is over de vermeende uitlatingen van de huidige Minister van Justitie, dhr. Sergio Moro, die destijds als rechter betrokken was bij de veroordeling van oud-president Lula da Silva.
Ook vond op 25 juni een zitting plaats van het Braziliaanse Hooggerechtshof, waarin de advocaten van oud-president Lula, die thans in de gevangenis zit, diens voorlopige invrijheidstelling vorderden op grond van de stelling dat de uitspraken van dhr. Moro zouden aantonen dat er sprake is geweest van een politiek proces tegen de oud-president. Het Hooggerechtshof heeft deze vordering vooralsnog afgewezen en zet de behandeling van de zaak voort na afloop van het zomerreces. Een datum daarvoor is nog niet vastgesteld.
Het is aan het Braziliaanse rechtssysteem om tot een juridisch oordeel te komen over de al dan niet vermeende uitlatingen van dhr. Sergio Moro.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.