Ingediend | 17 mei 2019 |
---|---|
Beantwoord | 26 juni 2019 (na 40 dagen) |
Indiener | Lisa Westerveld (GL) |
Beantwoord door | Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z09855.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-3167.html |
Ja.
Graag wil ik vooraf aangeven waar ik in mijn antwoorden wel of niet op in kan gaan. In een aantal gevallen is mijn antwoord op uw vraag beperkt, omdat ik niet kan ingaan op individuele gevallen. Wel geef ik toelichting op de handelwijze van het ministerie en de onderwijsinspectie in algemene zin.
Zoals ik op 21 februari jl. heb aangegeven, een leerling kan niet zomaar worden uitgeschreven door de school. Dat kan alleen op verzoek van ouders. Wanneer er geen toestemming van de ouders is, is er sprake van verwijdering. Een school kan verschillende redenen hebben om een leerling te verwijderen, denk aan: wangedrag van de leerling of ouders, of als een leerling ingeschreven staat op twee scholen. Wanneer dat laatste het geval is, kan de school waar de leerling het eerst stond ingeschreven ervan uit gaan dat er geen verplichting bestaat een andere school te zoeken die bereid is de leerling toe te laten.
Voor de verwijderingsprocedure gelden strikte wettelijke eisen, die per onderwijssector verschillen. In alle gevallen geldt:
Zie antwoord 1.
Zie antwoord 1.
Wanneer de onderwijsinspectie constateert dat een school zich niet houdt aan de regels rond uitschrijven, dan spreekt zij de school daar op aan. Vervolgens vraagt de onderwijsinspectie aan de school de tekortkoming te herstellen door ervoor te zorgen dat de verwijderingsprocedure aan wet- en regelgeving voldoet. Mocht de school de tekortkoming niet herstellen, kan de onderwijsinspectie namens mij de bekostiging opschorten of inhouden.
Goed om te lezen dat u mijn schriftelijke reactie heeft gelezen. Helaas is deze niet meegenomen in de uitzending van EenVandaag.
Als ouders en school het niet eens worden over het best passende aanbod (wat kan leiden tot uitschrijving of verwijdering), zijn er verschillende stappen die ouders kunnen nemen. Het door mij verwijzen naar die verschillende stappen, heeft te maken met de verschillende situaties waar op dat moment over werd gesproken.
Voor elke situatie geldt een wenselijke volgordelijkheid in het nemen van de stappen. De eerste stap is altijd om het gesprek aan te gaan met de school. Het is raadzaam om hier de zorgcoördinator of intern begeleider eventueel samen met de schoolleiding bij te betrekken. Zij zijn het eerste aanspreekpunt voor leerlingen met een zorgbehoefte binnen hun onderwijsinstelling. Als dat niet lukt, dan is de volgende stap om het samenwerkingsverband te betrekken en in gesprek te gaan. De school initieert deze actie over het algemeen. Het samenwerkingsverband is namelijk verantwoordelijk voor een goed ondersteuningsaanbod voor alle kinderen in de regio samen met zorg. Er kan gedurende het hele traject een beroep worden gedaan op onderwijsconsulenten. Deze kunnen advies geven op afstand of uiteindelijk ook meehelpen door middel van bemiddeling om tot een oplossing te komen. Wanneer sprake is van een daadwerkelijk geschil over de toelating, de verwijdering of de ondersteuning (zoals verwoord in het ontwikkelingsperspectiefplan), kan een verzoek ingediend worden voor een advies bij de Geschillencommissie passend onderwijs. Dat verzoek moet worden ingediend binnen 6 weken na de dag waarop het ontwikkelingsperspectiefplan of de beslissing over toelaten of verwijderen is bekendgemaakt. Daarnaast kunnen ouders een geschil voorleggen via een kort geding aan de rechter voor een bindende uitspraak.
Hoewel ons niet bekend is dat adviezen van de geschillencommissie niet worden opgevolgd, ga ik naar aanleiding van het rapport van Marc Dullaert «de kracht om door te zetten»3 waarin hij een aanbeveling doet om te komen tot een bindende arbitrage, verkennen welke mogelijkheden er zijn om de Geschillencommissie passend onderwijs een bindend advies te kunnen laten doen.
Nee dat is niet waar. Onderwijsconsulenten hebben als taak om te bemiddelen tussen leerlingen en hun ouders en de school, in een specifieke situatie. Wanneer daarover een juridische procedure wordt gestart, is bemiddeling in de praktijk vaak niet meer goed mogelijk. Om die reden kan de bemiddeling in dergelijke gevallen stoppen.
Nee. De Geschillencommissie passend onderwijs is bevoegd te adviseren over de toelating en de verwijdering van een leerling. In het regelement op de website van de Geschillencommissie passend onderwijs is voor belanghebbenden te vinden wat de Geschillencommissie wel en niet in behandeling neemt.
De onderwijsinspectie staat niet toe dat scholen antedateren. De onderwijsinspectie heeft vastgesteld dat het Vossius Gymnasium onrechtmatig heeft gehandeld.
Zoals in het (openbare) rapport4 van de onderwijsinspectie over het onderzoek bij het Vossius Gymnasium is vermeld, is de school door de onderwijsinspectie aangesproken op het niet naleven van de Leerplichtwet.
Nee dat is niet bekend. Feitelijk is het zo dat kinderen niet mogen worden uitgeschreven zonder toestemming van ouders, tenzij de leerling ook op een andere school staat ingeschreven. Wanneer er geen toestemming van ouders is, is er sprake van verwijdering. Voor die procedure gelden strikte wettelijke eisen. Zie ook mijn antwoord op vraag 2. Het kan gebeuren dat een school zich niet houdt aan de regels rond verwijderen. Wanneer de onderwijsinspectie dat constateert, dan spreekt zij de school daar op aan en vraagt de school de tekortkoming te herstellen.
De onderwijsinspectie doet in alle sectoren van het funderend onderwijs (po, vo en so) en het mbo onderzoek naar de naleving van de Leerplichtwet 1969 door steekproeven te nemen uit de verzuimadministratie van een school. Vanaf 1 januari 2012 tot op heden heeft de inspectie totaal 28 keer (MBO: 23, VO: 4, SO:5 een bestuurlijke boete opgelegd omdat een school niet voldeed aan één van de verplichtingen genoemd in artikel 27, onder b, Leerplichtwet, namelijk artikel 21 van de Leerplichtwet. Dat is de verplichting om het verzuim zonder geldige reden van een leerling van in totaal zestien uren les- of praktijktijd binnen vier weken te melden bij het verzuimloket. Er is één bestuurlijke boete opgelegd wegens het niet voldoen aan artikel 27, onder c, van de Leerplichtwet 1969 in verband met een tweede constatering van ontoereikende verzuimregistratie.
Het is inderdaad niet de bedoeling dat schoolbesturen zich aan de zorgplicht passend onderwijs onttrekken door leerlingen uit te schrijven. Een school kan een leerling niet verwijderen zonder dat er een passende plek op een andere school is gevonden.
Nee, zie het antwoord op vraag 14. Wat betreft de doorzettingsmacht kan ik het volgende melden. Regio’s kunnen nu al aan de slag, om binnen het kader van het op overeenstemming gericht overleg (OOGO) en in de regionale thuiszittersaanpakken, afspraken met elkaar te maken over wie het mandaat krijgt om de regie te nemen mocht het onderling vastlopen. Daarbij moet aandacht zijn voor de termijnen, de casusregie, het mandaat van de casusregie en de aanpak waarmee doorbraken kunnen worden bereikt als een situatie daarom vraagt. De wijze waarop dit in de regio concreet wordt vormgegeven, is wat mij betreft uitdrukkelijk aan de regio’s zelf. Dan gaat het bijvoorbeeld om bij welke professional de casusregie wordt belegd.
De nadere invulling van de wettelijke verankering van doorzettingsmacht wordt komende tijd verder uitgewerkt. Hierbij worden ook de aanbevelingen van Marc Dullaert6 meegenomen.
In de 13e voortgangsrapportage passend onderwijs informeer ik uw Kamer over hoe ik de komende tijd voor ouders en betrokkenen duidelijker kan maken waar ze moeten zijn en wat daar aan informatie en ondersteuning gekregen kan worden. Dat is wat mij betreft niet een landelijk meldpunt of één loket, maar moet verbonden zijn aan de regio’s waar uiteindelijk ook de keuzes gemaakt moeten worden.
De extra ondersteuning is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de school van inschrijving. De school is verplicht al dan niet met ondersteuning van buiten goed en passend onderwijs te bieden. Deze ondersteuning is onderdeel van het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectiefplan waarover overeenstemming moet zijn bereikt met de ouders. Op deze manier is ook geregeld dat tussen de school en ouders overeenstemming bestaat over de afwijking van het onderwijsprogramma.
Nee.
Dat is niet aan de orde. Het stellen van extra voorwaarden aan toelating en plaatsing mag niet. Wel mag een school in overleg met de ouders maatwerk regelen, dat op de leerling is toegesneden (afwijking onderwijstijd). Deze ondersteuning is onderdeel van het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectiefplan. De onderwijsinspectie kijkt in het toezicht in algemene zin of leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte passende ondersteuning krijgen.
Op 17 mei 2019 jongstleden heeft het lid Westerveld (GroenLinks) van uw Kamer schriftelijke vragen gesteld over leerlingen die worden uitgeschreven op school. Tot mijn spijt is zorgvuldige beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk. Ik zal de vragen van het lid Westerveld (GroenLinks) zo snel mogelijk beantwoorden voor het algemeen overleg passend onderwijs op 26 juni 2019.