Ingediend | 7 mei 2019 |
---|---|
Beantwoord | 24 mei 2019 (na 17 dagen) |
Indiener | John Kerstens (PvdA) |
Beantwoord door | Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z09082.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-2797.html |
Ja.
Als de zorg feitelijk op dezelfde manier is georganiseerd, dan vind ik dat onwenselijk. De IGJ zal in het geval bij een doorstart de nieuwe situatie moeten beoordelen. Op 14 mei 2019 maakte thuiszorgbedrijf Avirazorg bekend dat zij definitief is gestopt. Hetzelfde geldt voor Stichtse Zorg B.V., onder welke naam Avirazorg haar activiteiten zou voortzetten. De IGJ richt haar aandacht nu op een goede overdracht van de cliënten naar een nieuwe thuiszorgaanbieder. De zorgverzekeraar is hier verantwoordelijk voor. Tevens beraadt de IGJ zich nog op vervolgstappen tegen de bestuurder van Avirazorg.
Zie antwoord vraag 2.
Ik vind de beschreven situatie niet wenselijk en bestuurders en toezichthouders zouden elke schijn van belangenverstrengeling moeten voorkomen. De IGJ heeft naar aanleiding van signalen een analyse gemaakt van de onderlinge dwarsverbanden. Het gaat hier om een kluwen van verschillende organisaties, waarbij raden van bestuur en raden van commissarissen overlap kennen.
De IGJ houdt toezicht op de voorwaarden van goede zorg, waaronder ook Goed Bestuur. Bij Avirazorg schortte het onder
andere aan het sturen op de kwaliteit, waardoor de IGJ zich genoodzaakt zag om in april van dit jaar een aanwijzing op te leggen.
Zie antwoord vraag 4.
De IGJ houdt toezicht op zorgaanbieders die zorg thuis aanbieden. De toezichtbezoeken worden onder andere gedaan op basis van incidentmeldingen, signalen van burgers en professionals en vermoedens van een gebrek aan integere bedrijfsvoering. De IGJ kijkt daarbij naar vijf thema’s: de cliënt centraal, integrale zorg, veiligheid, professionele autonomie en sturen op kwaliteit. De IGJ houdt ook toezicht op basis van thema’s, met een directe link naar het dagelijkse werk van de zorgaanbieders en professionals werkzaam in de zorg thuis. Voorbeelden hiervan zijn toezichtbezoeken in het kader van infectiepreventie of om te bezien of zorgnetwerken goed zijn ingericht.
Als het zorgveld verandert, verandert het toezicht mee. Dat is een continu proces. Zo ook in de thuiszorg waar veel ontwikkelingen plaatsvinden. Het toezicht van de IGJ speelt daarop in, door een meersporenbeleid te ontwikkelen. Dat betekent dat de wijze en intensiteit van het toezicht per zorgaanbieder verschilt. Zorgaanbieders waarbij vermoedens zijn van zorgverwaarlozing, kunnen rekenen op intensief, multidisciplinair toezicht, waarbij specifieke kennis van zorgverwaarlozing wordt ingezet.