Ingediend | 1 mei 2019 |
---|---|
Beantwoord | 14 juni 2019 (na 44 dagen) |
Indiener | Monica den Boer (D66) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z08943.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-3035.html |
Ja.
Nee; dat vind ik te sterk uitgedrukt. Van een «grote leegloop» bij de (vrijwillige) brandweer is geen sprake. Ook de cijfers van het CBS tonen dit niet aan2. Wel krijg ik uit veiligheidsregio’s signalen dat er met name overdag sprake is van een beperktere beschikbaarheid van vrijwilligers. De situatie verschilt van regio tot regio.
Het Veiligheidsberaad is vorig jaar het programma Vrijwilligheid gestart waarin mijn ministerie participeert. Via dat programma worden onder meer ervaringen tussen regio’s uitgewisseld over manieren vrijwilligers aan te trekken, wordt bezien hoe in andere sectoren met vrijwilligheid wordt omgegaan, en wordt ook naar de situatie in andere landen gekeken. Ik steun ook onderzoek naar alternatieven op het gebied van taak- en inzetdifferentiatie om te zien of deze kunnen bijdragen aan effectieve en betaalbare brandweerzorg.
Het bestuur van een veiligheidsregio is de werkgever van het personeel van de veiligheidsregio en daarmee ook van de brandweerlieden. Het staat gemeentes vrij brandweervrijwilligers extra faciliteiten te bieden. In het programma Vrijwilligheid worden tussen veiligheidsregio’s ideeën en initiatieven gedeeld met het oog op een toereikende beschikbaarheid van vrijwilligers bij de brandweer. Ik zal de oplossing van de gemeente Utrechtse Heuvelrug in het programma onder de aandacht brengen.
Binnen het programma Vrijwilligheid wordt onderzoek gedaan hoe een betere aansluiting kan worden gerealiseerd tussen behoefte aan en aanbod van vrijwilligers. Daarbij wordt ook onderscheid gemaakt tussen oplossingen voor de korte en de lange termijn. Mijn ministerie is bij dat programma betrokken.
Ik beschik niet over een overzicht van acute problemen als gevolg van een gebrek aan vrijwilligers. De Inspectie Justitie en Veiligheid en het Instituut Fysieke Veiligheid beschikken daar evenmin over. In het kader van het programma Vrijwilligheid onderzoeken veiligheidsregio’s en mijn ministerie de achter de verminderde beschikbaarheid liggende factoren en zoeken we naar oplossingen.
Mij hebben tot op heden geen signalen bereikt vanuit de veiligheidsregio’s dat er sprake is van een dusdanige afname van het aantal vrijwilligers bij de brandweer dat de veiligheid in geding is. Wel krijg ik van veiligheidsregio’s signalen dat er met name overdag sprake is van een beperktere beschikbaarheid van vrijwilligers. Daaraan wordt door het Veiligheidsberaad in het programma Vrijwilligheid aandacht besteed. Dit programma wordt door mij financieel ondersteund. Om dezelfde kwaliteit aan veiligheid te kunnen blijven bieden, is het wel noodzakelijk dat oplossingen worden gevonden voor de beschikbaarheid overdag van vrijwilligers.
Het effect van brandweermensen die binnenkort met pensioen gaan, verschilt van veiligheidsregio tot veiligheidsregio. Het is primair aan het bestuur van een veiligheidsregio, de werkgever van de brandweermensen, tijdig zorg te dragen voor een toereikende personele capaciteit. Het betreft bij de brandweer zowel de beroeps als de vrijwilligers. Gezien de duur van de vereiste opleiding is tijdige werving een belangrijk aspect. Daarnaast is het van belang om onderzoek te doen naar alternatieven op het gebied van taak- en inzetdifferentiatie.
Sinds jaar en dag zijn de vrijwilligers een dragende pijler van de brandweerzorg in Nederland. Ik hecht zeer aan de inzet van brandweervrijwilligers. Lukt het niet voldoende vrijwilligers aan te trekken dan kunnen alternatieve bedrijfsmodellen worden overwogen waaronder de inschakeling van meer beroeps. Dit al dan niet in combinatie met nieuwe vormen van taak- en inzetdifferentiatie. Ook in de nadere uitwerking van de discussie over de rechtspositie van de brandweervrijwilligers kan dat aan de orde komen.3
Een onderdeel van het programma Vrijwilligheid is een internationale oriëntatie. In dat verband hebben in april jl. experts uit 15 Europese landen informatie over brandweervrijwilligers uitgewisseld. Dit wordt vervolgd met een verdiepend onderzoek. Duidelijk is dat onder de vlag van brandweervrijwilliger grote verschillen zijn te onderkennen met betrekking tot opleidingseisen, oefeneisen en ook wat betreft inzet.
In de landsgrensregio’s zijn al diverse samenwerkingsvormen tot stand gebracht. Genoemd kunnen onder andere worden de veiligheidsregio’s Zeeland, Midden-West Brabant, Twente en Zuid Limburg.
Ja. Wel zijn er regionale verschillen waar te nemen. Het aantal brandweervrijwilligers is daarbij niet het grootste probleem. Het gaat om de beschikbaarheid overdag waarbij een grotere afstand tussen woon- en werkplaats een belangrijke factor is. In het programma Vrijwilligheid wordt nader onderzoek gedaan om te bepalen op welke wijze hierop kan worden ingespeeld.
De rechtspositie van de brandweervrijwilligers is recent niet gewijzigd. Ik zie dan ook geen relatie met een eventuele wijziging in het aantal brandweervrijwilligers.
Bij de bestrijding van natuurbranden kunnen de veiligheidsregio´s zo nodig een beroep doen op interregionale en landelijke bijstand. Die samenwerking zal ook dit jaar weer essentieel zijn als vergelijkbare omstandigheden zich voordoen. Het is de taak van de veiligheidsregio’s deze brandrisico’s in afstemming met aanpalende regio’s in beeld te brengen en daarop gebaseerde capaciteit beschikbaar te hebben.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Den Boer (D66) van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Vrijwillige brandweer onder druk: «Geluk als we met zes man uitrukken»» (ingezonden 1 mei 2019) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.