Ingediend | 24 april 2019 |
---|---|
Beantwoord | 24 juni 2019 (na 61 dagen) |
Indiener | Frank Futselaar |
Beantwoord door | Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z08466.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-3146.html |
Ja.
Ik vind de academische vrijheid en de autonomie van instellingen een groot goed.
Universiteiten hebben de ruimte om hun middelen sober en doelmatig te besteden. Samenwerken met wervingsbureaus terwijl er aan Nederlandse universiteiten al een hoog percentage internationale studenten studeert vind ik niet wenselijk. Dit is moeilijk te rijmen met de internationaliseringsagenda van de VSNU en de VH, waarin gevraagd wordt om meer instrumenten om op de instroom te kunnen sturen.
Nee, dit wordt niet bijgehouden. Zie ook het antwoord op vraag 2.
Indien het een schakeltraject betreft dat instellingen zelf inkopen dan is de instelling hiervoor ook zelf verantwoordelijk. Wanneer het trajecten betreft die buiten de universiteit om worden aangeboden, dan betreft dit marktactiviteiten. In beide gevallen ga ik ervan uit dat indien de kwaliteit ondermaats is, dan wel de prijs te hoog, deze diensten niet meer worden afgenomen.
De instelling blijft te allen tijde verantwoordelijk voor de toelating van studenten, ook als deze zijn geworven door een wervingsburau. Dit is conform de Gedragscode Internationale Student in het Hoger onderwijs3.
Zie het antwoord op vraag 4.
Nee, deze cijfers worden niet bijgehouden.
Nee, niet per definitie. Zoals ik in mijn visiebrief «Internationalisering in evenwicht» (Kamerstuk 22 452, nr. 59) schets, kunnen internationale studenten een waardevolle bijdrage leveren aan het Nederlandse hoger onderwijs, mits dit op een goede manier wordt aangepakt.
Zie het antwoord op vraag 4.
Zie het antwoord op vraag 4.
De toelating van (internationale) studenten is primair een verantwoordelijkheid van instellingen. Als ik signalen ontvang dat instellingen studenten toelaten die niet toelaatbaar zijn, kan dat aanleiding zijn om de Inspectie van het Onderwijs te vragen dit te onderzoeken. Uiteraard staat het de inspectie vrij om een dergelijk onderzoek zelf te entameren.
Op 24 april 2019 heeft het lid Futselaar (SP) van uw Kamer schriftelijke vragen gesteld over het bericht dat wervingsbureaus internationale studenten naar Nederland lokken. Tot mijn spijt is beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk, omdat de beantwoording nadere afstemming behoeft. Ik zal de vragen van het lid Futselaar zo snel mogelijk beantwoorden.