Ingediend | 17 april 2019 |
---|---|
Beantwoord | 8 mei 2019 (na 21 dagen) |
Indieners | Jaco Geurts (CDA), Tjeerd de Groot (D66) |
Beantwoord door | Carola Schouten (viceminister-president , minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
Onderwerpen | dieren landbouw |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z07926.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-2582.html |
Ja.
Ja, ik herinner mij dat antwoord. De Europese regelgeving benadrukt de eigen verantwoordelijkheid van exploitanten om niet voor humane consumptie geschikt materiaal op een veilige manier te verwijderen. De exploitant van het slachthuis moet een op zijn bedrijf aanwezig kadaver melden bij Rendac, net zoals dit geldt voor een primaire dierhouderij. De NVWA kan, indien hier aanleiding toe is, op het slachthuis een verificatie uitvoeren op de aanmelding van de kadavers bij de Rendac. Dit kan ook worden gecontroleerd aan de hand van de door de Rendac afgegeven documenten bij de afvoer van kadavers.
De overheid kan deze garantie als zodanig niet geven. In het voorgaande antwoord heb ik aangegeven dat de regelgeving de eigen verantwoordelijkheid van een exploitant van een slachthuis voor verantwoorde voedselproductie en voor het veilig verwijderen van niet voor humane consumptie geschikte delen benadrukt. De NVWA houdt toezicht op het hygiënisch verwerken van vlees en kan controles doen op de afvoer van kadavers van slachthuizen naar Rendac. Karkassen die bij de PM-keuring worden afgekeurd, krijgen geen gezondheidsstempel; het is wettelijk niet voorgeschreven dat deze dieren bij afkeuring met een afkeurstempel gekenmerkt worden. Deze mogen uiteraard niet verder in het voedselproductieproces worden gebruikt en dienen ook als dierlijk bijproduct naar Rendac te worden afgevoerd. Het is aan de exploitant van het slachthuis om zijn proces te borgen en te voorkomen dat verkeerde delen in de voedselketen terecht komen.
Zoals ik ook tijdens het Algemeen Overleg NVWA van 23 april jl. heb aangegeven, heeft de NVWA onderzoek gedaan naar de 30.000 kilo. Het bleek in dat onderzoek niet over 30.000 kilo te gaan, maar over 31 runderen. Daarbij is een vergelijking gemaakt tussen de afvoergegevens van het slachthuis en de aanvoergegevens van Rendac. Alle betreffende kadavers zijn in de administratie van destructiebedrijf Rendac getraceerd. Hierbij zijn geen nadere onvolkomenheden aan het licht gebracht die ertoe zouden hebben geleid dat er afgekeurd vlees in de vleesketen terecht zou zijn gekomen. Als extra borging toetst de interne auditdienst van de NVWA momenteel de toezichtsketen van boerderij tot en met slachthuis op eventuele hiaten. 2Solve neemt deze casus ook mee in haar onderzoek.
Het betreft 31 kadavers van runderen in het jaar 2017.
De NVWA heeft onderzoek gedaan bij het betreffende slachthuis naar kadavermeldingen bij Rendac en de ophaalberichten van Rendac in dezelfde onderzoeksperiode (2017) onderzocht om te achterhalen wat er met dit vlees gebeurd zou zijn. Zoals ook in het antwoord op vraag 4 aangegeven, is uit dit onderzoek gebleken dat het over 31 runderen ging die op het eerste gezicht niet traceerbaar waren. Het NVWA-onderzoek heeft uitgewezen dat vier I&R-oornummers foutief in de Rendac-opgave genoteerd waren, in die zin dat er na de letters NL een spatie volgde en daarom de nummers niet overeenkwamen met de I&R-meldingen waar de nummers stonden vermeld zonder spatie tussen NL en het oornummer. De nummers kwamen verder wel overeen met elkaar. De andere 27 oornummers kwamen niet voor in het ophaalbericht van Rendac. Die bleken niet allemaal individueel verantwoord te zijn op het ophaalbericht op de ophaaldata, maar onder het I&R-nummer van één op de betreffende ophaaldag opgehaald kadaver. Het aantal opgehaalde kilogrammen correspondeerde met het gewicht van 27 kadavers. Uit de administratie van Rendac bleek dat alle 31 kadavers bij Rendac ter destructie zijn aangekomen.
Zoals bij vraag 6 aangegeven heeft de NVWA de informatie van Rendac vergeleken met informatie over afvoer van het slachthuis. Deze documenten zijn (geanonimiseerd) als bijlage A toegevoegd bij deze brief3. In bijlage B is het overzicht gegeven van I&R-oornummers van afgevoerde kadavers waar het onderzoek zich op gespitst heeft4. Zoals u kunt zien blijkt ieder afgemeld kadaver bij het slachthuis te herleiden naar een aangevoerd kadaver bij de Rendac.
Zoals aangegeven in vraag 6 zijn er administratieve onvolkomenheden geconstateerd, die materieel geen gevolg hebben gehad. Alle 31 runderen zijn ter destructie bij Rendac aangekomen.
Zoals ik in mijn antwoord op de vragen 2 en 3 heb aangegeven, schrijft de regelgeving voor dat dieren die ante mortem worden afgekeurd door de exploitant van het slachthuis ter destructie bij Rendac dienen te worden aangeboden.
Zoals ik in mijn antwoord op de vragen 2 en 3 heb aangegeven, schrijft de regelgeving voor dat dieren die post mortem worden afgekeurd door de exploitant van het slachthuis ter destructie bij Rendac dienen te worden aangeboden.
Ja.
Op basis van gebleken geschiktheid, onder andere op basis van eerdere ervaringen, voor het uitvoeren van dergelijke onderzoeken is de keuze gevallen op onderzoeksbureau 2Solve.
Ik heb uitvoering van een onafhankelijk, extern onderzoek gelast en gevraagd aan de secretaris-generaal van mijn ministerie om als opdrachtgever op te treden.
Onder regie van de secretaris-generaal is door zijn staf gewerkt aan het opstellen van de onderzoeksvragen, waarbij ook de NVWA is gehoord, waarna de onderzoeksvragen door de secretaris-generaal zijn vastgesteld.
Zie het antwoord op vraag 14.
Ik heb er alle vertrouwen in dat de secretaris-generaal op onafhankelijke wijze de onderzoeksopdracht heeft laten op- en vaststellen. Daarnaast heeft het externe onderzoeksbureau volledige vrijheid in de onderzoeksaanpak en rapportage.
Ja.
Op verzoek van het onderzoeksbureau 2Solve is aan de integriteitscoördinator van de NVWA gevraagd om een lijst op te stellen met contactgegevens van ambtenaren en derden die op basis van hun (voormalige) functie, informatie aan het onderzoeksbureau kunnen verschaffen. Ook is door het onderzoeksbureau zelf een lijst opgesteld met mensen die zij willen horen in het kader van het onderzoek. Gedurende het onderzoek kan deze lijst door het onderzoeksbureau worden uitgebreid. Daarnaast kunnen mensen zich uit eigener beweging direct melden bij de onderzoekers indien zij menen over informatie te beschikken die relevant is voor het onderzoek.
In lijn met mijn brief van 25 februari jl. verwacht ik nog steeds dat ik de resultaten van dit onderzoek tijdig beschikbaar heb om de uitkomsten hiervan voor de zomer met u te kunnen delen (Kamerstuk 28 286, nr. 1040).