Ingediend | 17 april 2019 |
---|---|
Beantwoord | 12 juni 2019 (na 56 dagen) |
Indiener | Gidi Markuszower (PVV) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid recht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z07924.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-3000.html |
De reclassering heeft op een aantal momenten gedurende de strafrechtelijke procedure adviezen uitgebracht, waaronder een advies ten behoeve van de behandeling in hoger beroep. Dit advies is uitgebracht op 5 juli 2012. In dit advies werd het recidiverisico ingeschat als hoog-gemiddeld. Deze feiten conflicteren niet met de uitspraken van de heer Otte, die zien op het voorhanden zijn van gedragsdeskundige rapportages waarin geconcludeerd wordt dat er sprake is van een stoornis.
In de bovenstaande vraagstelling herken ik de uitspraken van de heer Otte zoals hij die binnen een bredere context in het NRC-interview heeft gedaan niet.
De rechtspraak in Nederland is onafhankelijk. Het past mij als Minister niet om te oordelen over een vonnis of de beraadslaging die in dat kader heeft plaatsgevonden.
Ik heb daar kennis van genomen. Uit het interview in de NRC maak ik op dat het niet alleen een gesprek zou zijn tussen de heer Otte en de familie maar ook met twee journalisten en dat dit laatste de reden is dat het gesprek niet heeft plaatsgevonden.
Overigens heeft er wel een gesprek plaatsgevonden met de president van het gerechtshof.
Bij uitspraken in strafzaken in hoger beroep zijn drie raadsheren betrokken. Zij komen gezamenlijk tot een oordeel. Dat oordeel kan niet aan één van de drie rechters worden toegerekend. Rechters kunnen ook niet persoonlijk aangesproken worden op uitspraken in zaken.
Zie antwoord vraag 5.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Markuszower (PVV) van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de berichten rond Rinus Otte (ingezonden 17 april 2019) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.