Ingediend | 3 april 2019 |
---|---|
Beantwoord | 4 juni 2019 (na 62 dagen) |
Indieners | Antoinette Laan-Geselschap (VVD), Bente Becker (VVD) |
Beantwoord door | Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (D66), Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap openbare orde en veiligheid overige vormen van onderwijs staatsveiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z06595.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-2906.html |
Ja.
Op dit moment heeft het kabinet geen volledig zicht op de aard en omvang van informele scholing op onder andere weekendscholen die zich richten op taal, cultuur en religie. Daarom gaat het kabinet een verkenning laten uitvoeren naar vormen van informele scholing in Nederland om meer inzicht in aard en omvang ervan te verkrijgen. De AIVD heeft in haar jaarrapport over 2018 in algemene zin geconstateerd dat radicaalislamitische (salafistische) aanjagers zich sterk weten te positioneren in het aanbod voor jonge moslims. Waar voorheen salafistische aanjagers een sterke positie hadden in het aanbod van enkele gevestigde moskeeën en instellingen is dit nu wijder vertakt. Uiteraard staat niet alle informele islamitische scholing onder invloed van salafistische aanjagers.
De aangekondigde verkenning naar informele scholing in Nederland heeft als doel meer inzicht in aard en omvang ervan te verkrijgen en zicht te krijgen op actoren – statelijke of andere actoren – die door middel van (de financiering van) informele scholing een anti-integratief, antidemocratisch en anti-rechtsstatelijk effect proberen te hebben. Hierbij worden zoveel mogelijk signalen meegenomen, inclusief signalen zoals gemeld in het AIVD jaarverslag. Over individuele gevallen kunnen in het openbaar geen uitspraken worden gedaan.
Zoals uw Kamer eerder is geïnformeerd2 zal de verkenning naar informele scholing in Nederland door een onafhankelijke onderzoeksbureau worden uitgevoerd in drie stappen. De eerste stap is een brede verkenning naar informele scholing in Nederland die zich richt op taal, cultuur en/of religie voor 5 tot 16 jarigen. De tweede stap is een verdiepende fase waar ingegaan wordt op casuïstiek in het geval dat er signalen zijn van (financiering van) informele scholing dat een anti-integratief, antidemocratisch en anti-rechtsstatelijk effect probeert te hebben. De derde stap is het verkennen van mogelijke handelingsperspectieven, waarin conform de wens van uw Kamer ook mogelijkheden voor toezicht en interventie meegenomen zullen worden.
De evaluatie van de Wet op de Jeugdverblijven komt in zomer 2019 naar de Kamer.
Uw Kamer is 18 april jl. geïnformeerd over de aanpak van radicalisering door meer landelijke regie te nemen conform de motie-Becker c.s. en de toegezegde informatie over de toolkit preventie radicalisering voor gemeenten4.
Binnen de Taskforce Problematisch gedrag & ongewenste buitenlandse financiering (PG&OBF) werken de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (inclusief de AIVD), Justitie en Veiligheid (inclusief de NCTV) en Buitenlandse Zaken nauw samen met politie om gemeenten en gemeenschappen steviger en proactief te adviseren en ondersteunen.
De Taskforce richt zich naast het verbeteren van bestaande handelingsperspectieven en de inzet daarvan, ook op het ontwikkelen van nieuwe handelingsperspectieven. Gemeenten zullen verder worden ondersteund door hen te faciliteren met kennis en training.
Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van de leden Becker en Laan-Geselschap (beiden VVD) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Justitie en Veiligheid over het bericht «AIVD: zorgen over radicalisme bij naschoolse Arabische lessen» (ingezonden 3 april 2019) niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is.