Ingediend | 22 februari 2019 |
---|---|
Beantwoord | 9 april 2019 (na 46 dagen) |
Indieners | Rens Raemakers (D66), Vera Bergkamp (D66) |
Beantwoord door | Bruno Bruins (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid ziekten en behandelingen zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z03656.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-2229.html |
Ja.
Het is mij bekend dat de beroepsgroep van gynaecologen (NVOG) meent dat de behandeling kunstmatige inseminatie met donorzaad, zonder medische aanleiding (indicatie), ten laste van de basisverzekering mag worden vergoed. Het is mij niet bekend dat de NVOG deze opvatting ook heeft over andere vruchtbaarheidsbehandelingen. Alleengaande en lesbische vrouwen die met gebruik van donorzaad (eigen donor of medische KID) onverhoopt niet zwanger worden hebben na 1 jaar dezelfde medische indicatie voor onderzoek en eventueel behandeling als ook man/vrouw paren.
De term vruchtbaarheidsbehandeling betreft in de context van het genoemde bericht de KID-behandeling.
Ik ga niet over specifieke uitlatingen van individuele zorgverzekeraars.
Om toe te lichten hoe artikel 14 in dit licht moet worden gelezen is het belangrijk om artikel 14 van de Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw) in samenhang met artikel 2.1, derde lid, van het Besluit zorgverzekering toe te lichten.
In artikel 14 van de Zvwis geregeld dat de vraag of een verzekerde behoefte heeft aan een bepaalde vorm van zorg of een bepaalde andere dienst slechts wordt beoordeeld op basis van zorginhoudelijke criteria. Hiermee wordt bedoeld dat vanuit medisch (en bijv. niet vanuit sociaal) perspectief wordt gekeken naar de
bovengenoemde individuele risico’s. Uitkomst hiervan kan zijn dat er een medische indicatie is tot behandeling.
Vervolgens heeft een cliënt op grond van artikel 2.1, derde lid, van het Besluit zorgverzekeringen slechts recht op een vorm van zorg «voor zover hij daarop naar inhoud en omvang redelijkerwijs is aangewezen». Of een cliënt redelijkerwijs is aangewezen op een te verzekeren prestatie is een individuele (medische) beoordeling. Dit is pas het geval als het individuele risico dat hij loopt op een ziekte, aandoening of beperking hoger is dan het risico binnen de populatie in het algemeen. Er is dan sprake van een medische indicatie. De Zvw betreft immers een individuele schadeverzekering.
Concluderend betekent bovenstaande dat er een medische aanleiding (indicatie) nodig is om de behandeling kunstmatige inseminatie met donorzaad vergoed te kunnen krijgen vanuit het verzekerde pakket.
Uitgangspunt van de Zvw is dat zorgverzekeraars primair verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het verzekerde pakket, en dat zij zelf op grond van de wettelijke kaders de inhoud en omvang van het verzekerde pakket vaststellen. Zij toetsen daarbij individuele behandelingen op rechtmatigheid en doelmatigheid, op basis van de criteria van de Zvw (waaronder het medische indicatievereiste). Het Zorginstituut heeft de taak om, indien nodig (bijvoorbeeld als zorgverzekeraars niet tot een eenduidige uitleg komen), de eenduidige uitleg van de aard, inhoud en omvang van het pakket te bevorderen.
Om voor vergoeding vanuit de Zvw in aanmerking te komen is het noodzakelijk dat het verzekerde risico is ingetreden. Binnen de Zvw is dat het geval als een verzekerde een individuele zorgvraag heeft en zich vanuit deze behoefte meldt bij de zorgverlener. Daarmee is een zorgvraag ontstaan. Indien de zorgverlener vanuit medisch oogpunt constateert dat een behandeling nodig is, dan ontstaat er een medische indicatie, waarmee de verzekerde recht heeft op vergoeding van de behandelkosten.
Zorgverzekeraars zagen bij controle dat KID bij alleengaande of lesbische vrouwen door klinieken ten laste van de verzekering werd gebracht. Zij meenden dat dit niet juist was en vroegen het Zorginstituut om verheldering. Het Zorginstituut bevestigde dat het ontbreken van een mannelijke partner of eigen donor bij alleengaande of lesbische vrouwen geen medische indicatie is en dat vergoeding van KID bij deze indicatie niet ten laste van het basispakket kan worden gebracht. Maatschappelijke argumenten hebben hierbij geen rol gespeeld. Hiermee duidde het Zorginstituut conform zijn taak bestaande regelgeving (Zvw). Er was dus geen sprake van een pakketadvies als bedoeld in artikel 66 van de Zvw. Er is daarom geen advies gevraagd aan de Adviescommissie Pakket (ACP). De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) van het Zorginstituut wordt geconsulteerd wanneer het Zorginstituut in het kader van zijn wettelijke taak op grond van artikel 64 van de Zvw duidt of een bepaalde interventie voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk. Nu daarvan in het onderhavige geval geen sprake van is, is de WAR niet geconsulteerd.
De precieze argumentatie van het Zorginstituut Nederland is als volgt.
Een zorgverzekering die iedere burger in Nederland met een zorgverzekeraar sluit, is een verzekering die de kosten dekt als deze (de verzekerde) – onverhoopt – medische zorg nodig heeft in verband met een (hoog risico op) een ziekte of aandoening. Medische behandelingen worden daarom alleen door een zorgverzekeraar vergoed als een verzekerde een eigen medische indicatie heeft, dat wil zeggen een medisch probleem vanwege een ziekte of aandoening. Dat is bijvoorbeeld het geval als er sprake is van in- of subfertiliteit, een biologische stoornis in de vruchtbaarheid die voortplanting belemmert of verhindert. In geval van het ontbreken van een mannelijke partner (bij alleengaande of lesbische vrouwen die om die reden opteren voor KID) is daarvan geen sprake en ontbreekt dan de vereiste medische indicatie voor behandeling.
Voor de Zvw zijn burgerlijke staat of seksuele voorkeur niet van belang. Het gaat louter om de vraag of er een medische indicatie is. Om voor vergoeding van KID in aanmerking te komen moet conform de Zvw sprake zijn van een medisch probleem bij de man of spermadonor waardoor de kwaliteit van het semen onvoldoende is voor zwangerschap.
Vrouwen met een onvruchtbare mannelijke partner komen als dit criterium wordt gehanteerd wel in aanmerking voor vergoeding van KID, en vrouwen zonder mannelijke partner niet. Zoals ik in mijn brief van 13 maart jl.4 heb aangegeven, zal de regering rond de zomer een besluit nemen over de vraag of de overheid een rol heeft in het financieren van vruchtbaarheidsbehandelingen in geval een beroep wordt gedaan op de zorg voor het vervullen van een kinderwens, terwijl een medische noodzaak ontbreekt.
Zoals in mijn brief van 13 maart5 aangegeven erken ik de zorgen van de patiënten over het voor hen plotselinge wegvallen van de vergoeding van kunstmatige inseminatie met donorzaad zonder een medische indicatie. Daarom heb ik zorgverzekeraars gevraagd om gedurende 2019 de behandelingen te blijven vergoeden voor vrouwen die nu reeds in een dergelijk traject zitten en vrouwen die zich dit jaar nog voor een dergelijk traject melden. Uw Kamer ontvangt rond de zomer een standpunt van het kabinet over de financiering van vruchtbaarheidsbehandelingen zonder medische indicatie, zodat vóór 2020 voor iedereen duidelijkheid ontstaat.
Ja.
De vragen van de Kamerleden Bergkamp (D66) en Raemakers (D66) over de vergoeding van vruchtbaarheidsbehandelingen van lesbische en alleenstaande vrouwen (2019Z03656) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. Ik zal uw Kamer zo spoedig mogelijk de antwoorden op de kamervragen doen toekomen.