Ingediend | 12 februari 2019 |
---|---|
Beantwoord | 20 maart 2019 (na 36 dagen) |
Indiener | Henk van Gerven |
Beantwoord door | Bruno Bruins (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z02664.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-1954.html |
Allereerst laat ik u graag weten dat het ziekenhuis mij desgevraagd heeft laten weten dat het gaat om plannen, waarover nog besluitvorming gaat plaatsvinden in nauw overleg met alle belanghebbenden, waaronder patiënten en omwonenden. In welke vorm dit zal zijn is nog niet duidelijk. Het ziekenhuis wil eind dit jaar een besluit nemen.
Voor wat betreft de beweegreden laat Rijnstate mij desgevraagd weten dat de huidige gebouwen van Rijnstate relatief oud zijn en om veel investeringen vragen. Daarnaast verwacht Rijnstate in de toekomst ook minder gebouwen nodig te hebben omdat steeds meer ziekenhuiszorg op afstand zal worden verleend. In dit kader heeft Rijnstate onderzocht wat voor huisvesting ze op welke locaties in de toekomst nog nodig heeft. Het ziekenhuis laat mij desgevraagd weten dat het met de huisvesting garant wil staan voor 24/7 spoedzorg voor de hele regio, de groeiende vraag naar spoedzorg en complexe ingrepen goed wil kunnen scheiden van de planbare (electieve) zorg, wil inspelen op de demografische ontwikkeling van de bevolking in de regio en de hierbij horende zorgbehoefte, flexibel wil kunnen meebewegen met de veranderingen in het zorglandschap die de komende jaren zullen volgen en ruimte wil bieden aan de toenemende technologische mogelijkheden en aan research en development.
Rijnstate kent nu 4 locaties: locatie Zevenaar, Velp, Arnhem Noord en Arnhem Zuid. Het ziekenhuis laat mij desgevraagd weten te overwegen de locatie in Zevenaar verder te ontwikkelen tot centrum voor planbare zorg en ouderenzorg. De locatie in Velp zou het ziekenhuis dan willen sluiten. Het ziekenhuis onderzoekt of ze de zorg van de polikliniek in Arnhem-Zuid kan verplaatsen naar een nieuwe vestiging in de gemeente Overbetuwe, waar het zorgaanbod uitgebreid wordt. Rijnstate heeft de intentie uitgesproken zich te willen vestigen op de locatie Spoorlaan/Elst Centraal in Elst. Als dit niet haalbaar blijkt, worden andere locaties in Elst bekeken. In haar hoofdvestiging in Arnhem, wordt ruimte gecreëerd voor alle acute en complexe zorg in de regio. Rijnstate geeft aan dat het vanuit deze locaties, in samenwerking met alle zorgpartijen in de regio en met inzet van technologie en met minder vierkante meters vastgoed, volledige en kwalitatief hoogwaardige ziekenhuiszorg beschikbaar en toegankelijk houdt voor de hele regio.
Graag verwijs ik u naar mijn antwoord op vraag 1 waarin ik vermeld dat het gaat om plannen waarover nog besluitvorming gaat plaatsvinden, zoals aangegeven door Rijnstate in nauw overleg met onder andere omwonenden. Bij het maken van keuzes rondom de (interne) organisatie van zorgaanbod en de locatie daarvan zijn de Raad van Bestuur van het ziekenhuis en de zorgverzekeraars als eerste verantwoordelijk. Het is daarbij mijn taak en die van de toezichthouders, te waarborgen dat partijen hun verantwoordelijkheid nemen om een zorgvuldig proces in te richten en ervoor te zorgen dat de maatschappelijke gevolgen, de vragen van burgers en gemeenten goed worden meegewogen in het proces voorafgaand aan de besluitvorming.
Rijnstate laat mij desgevraagd weten waarde te hechten aan het belang van alle inwoners van het verzorgingsgebied van Rijnstate dat volledige en kwalitatief hoogwaardige ziekenhuiszorg beschikbaar en toegankelijk blijft. Om dit te kunnen realiseren, laat Rijnstate mij weten dat haar locatiebeleid herzien moet worden. Het ziekenhuis geeft aan dat wanneer de gemaakte plannen doorgaan, de inwoners van Arnhem-Zuid een uitgebreider zorgaanbod (meer specialismen houden spreekuur, kleine poliklinische ingrepen) in de buurt (Elst) zullen krijgen, op 7 kilometer afstand van de huidige polikliniek in Arnhem-Zuid. Hierdoor hoeven de inwoners van Arnhem-Zuid minder snel naar de hoofdvestiging in Arnhem-Noord, aldus het ziekenhuis.
Het ziekenhuis laat mij eveneens weten dat de polikliniek Arnhem-Zuid in 2017 33.000 unieke patiënten heeft gehad (dit is inclusief de prikpost). Daarvan wonen er, aldus Rijnstate, 22.810 mensen dichterbij Elst, Arnhem-Noord en Zevenaar. Met de voorgenomen nieuwe locatie in Elst wil Rijnstate eveneens een centralere plek in het zuiden van haar verzorgingsgebied bieden, niet alleen voor de inwoners van Arnhem-Zuid, maar ook voor die van Overbetuwe, Lingewaard en Neder-betuwe.
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 1 heeft Rijnstate mij desgevraagd laten weten dat besluitvorming over de plannen eind dit jaar gaat plaatsvinden in nauw overleg met alle belanghebbenden, waaronder patiënten. Rijnstate heeft mij desgevraagd laten weten dat de initiatiefnemers van de petitie zijn uitgenodigd voor een persoonlijk gesprek, waarin de overwegingen zijn toegelicht en de zorgen van de initiatiefnemers zijn gehoord. Het belangrijkste zorgpunt van de initiatiefnemers van de petitie Behoud polikliniek Arnhem-Zuid is, aldus het ziekenhuis, de bereikbaarheid van zorg voor kwetsbare ouderen. In dit kader is afgesproken goed te kijken naar het openbaar vervoer van Arnhem-Zuid naar Elst, en met de gemeente in gesprek te gaan over hoe het ziekenhuis deze verbinding zo optimaal mogelijk zou kunnen leggen. Ook behoort de inzet van een pendelbusje vanuit Rijnstate tot de mogelijkheden om patiënten naar de voorgestelde nieuwe locatie in Elst te brengen. Dit wordt meegenomen in het onderzoek van Rijnstate.
Zoals vermeld in mijn antwoord op vraag 1 zal de uiteindelijk besluitvorming plaatsvinden in nauw overleg met belanghebbenden, waaronder omwonenden. Het ziekenhuis Rijnstate laat mij desgevraagd ook weten dat over de intenties met betrekking tot huisvesting het ziekenhuis ruim een half jaar overlegd heeft met de gemeenten Zevenaar, Rheden en Overbetuwe. Op 1 november 2018 heeft het ziekenhuis zijn intenties kenbaar gemaakt aan de wethouder van Arnhem. Daarna is, zo meld het ziekenhuis mij, verschillende keren ambtelijk en bestuurlijk contact geweest met de gemeente Arnhem over de huisvestingsplannen. Het gemeentebestuur is er zelf verantwoordelijk voor om de gemeenteraad te informeren. Of dat tijdig en correct is verlopen is ter beoordeling aan het college en de gemeenteraad neem ik geen standpunt in.
Het ziekenhuis laat mij voorts weten dat in de maanden december 2018 en januari 2019 de intenties zijn besproken met het bestuur van de huisartsenvereniging, de banken en verzekeraars. De cliëntenraad is toen ook geïnformeerd.
Zie antwoord vraag 4.
Het is aan het gemeentebestuur van Arnhem zelf om helder te maken op welke wijze zij in dit geval gehandeld heeft en handelt. Het is niet aan mij daar een oordeel over te hebben.
Bij het maken van keuzes rondom de (interne) organisatie van zorgaanbod en de locatie daarvan zijn de Raad van Bestuur van het ziekenhuis en de zorgverzekeraars als eerste verantwoordelijk. Zij dienen het gesprek aan te gaan met de gemeente en bewoners. Het is daarbij mijn taak en die van de toezichthouders te waarborgen dat partijen hun verantwoordelijkheid nemen om een zorgvuldig proces in te richten en ervoor te zorgen dat de maatschappelijke gevolgen, de vragen van burgers en gemeenten goed worden meegewogen in het proces voorafgaand aan de besluitvorming.
Ik heb Rijnstate gewezen op het belang van de dialoog met belanghebbenden, zoals patiënten en omwonenden, alvorens een besluit wordt genomen over het aanpassen van het zorgaanbod. Zoals ik in mijn antwoord op vraag 1 heb laten weten heeft Rijnstate mij desgevraagd laten weten dit te zullen doen.
De raad van bestuur laat desgevraagd weten dat de mogelijke keuze voor Overbetuwe niets te maken heeft met concurrentieoverwegingen. Met een vestiging in Overbetuwe zou Rijnstate centraal en dichtbij de groeiende bevolking van Arnhem-Zuid en Overbetuwe liggen en zou het ziekenhuis ook goed bereikbaar zijn voor patiënten in Lingewaard.
De vragen van het Kamerlid Van Gerven (SP) over het bericht «Geen plek voor nieuwe poli in Arnhem-Zuid» (2019Z02664) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat het inwinnen van informatie ten behoeve van de beantwoording van de vragen meer tijd kost. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.