Ingediend | 7 februari 2019 |
---|---|
Beantwoord | 1 april 2019 (na 53 dagen) |
Indiener | Lisa Westerveld (GL) |
Beantwoord door | Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap overige vormen van onderwijs |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z02369.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-2109.html |
Ja.
Als een leerling vanuit het speciaal onderwijs de stap naar het regulier onderwijs kan maken, dan zal daar ook zeker extra ondersteuning bij geboden worden. Als er vervolgens een ontoereikend vakkenpakket wordt gekozen, dan kan dat echter wel gevolgen hebben voor de doorstroommogelijkheden. Dat staat wat mij betreft evenwel los van het feit of de leerling zich sociaal op zijn plaats voelt.
Het is natuurlijk fantastisch als leerlingen die overtap van speciaal naar regulier onderwijs maken. Daarbij kunnen ze gebruik maken van de mogelijkheden tot extra ondersteuning die het samenwerkingsverband kan bieden. In de meeste gevallen is er ook sprake van een warme overdracht tussen de school van herkomst en de nieuwe school.
Nee, hierover worden geen landelijke gegevens bijgehouden.
Van de 207 vestigingen in het vso die een uitstroomprofiel vervolgonderwijs aanbieden, zijn er 135 die havo bieden, daarvan bieden 94 vestigingen ook vwo. Dat is dus bijna de helft van het aantal scholen die het uitstroomprofiel vervolgonderwijs aanbieden. Overigens geldt ook voor het regulier vo, dat het aantal scholen dat havo en vwo aanbiedt kleiner is dan het aantal scholen dat vmbo of praktijkonderwijs aanbiedt. In het vso gaat het daarbij om kleine groepen leerlingen, waarvoor naast het zelf aanbieden van havo of vwo ook gekozen kan worden voor samenwerking met vavo of reguliere vo-scholen. Daarmee zijn er naar mijn mening voldoende mogelijkheden de leerling dat onderwijs te beden dat hij nodig heeft en past bij zijn kwaliteiten.
Ik heb bewondering voor de inzet die Pim toont in zijn schoolcarrière. Dat hij op het havo gemiddeld hoge cijfers haalt is gezien zijn geschiedenis erg knap. Naast het behalen van goede cijfers is echter ook het volgen en afsluiten van alle verplichte vakken nodig om een vwo-diploma te halen. Pim vrijstelling verlenen voor het afleggen van het vwo-examen in een tweede moderne vreemde taal (al dan niet op basis van zijn hoge cijfergemiddelde), zou oneerlijk zijn tegenover andere leerlingen, die óók alle verplichte vakken moeten volgen en afronden.
Dat laat echter onverlet dat Pim wel degelijk zou mogen doorstromen van havo-4 naar vwo-5. Er is geen wettelijk doorstroomverbod voor leerlingen met een vakdeficiëntie. Weliswaar zou die deficiëntie in vwo-5 en vwo-6 gerepareerd moeten worden, om aan het eind van vwo-6 examen te kunnen doen in dit vak, maar dat kan op schoolniveau geregeld worden. Hiervoor behoeft het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of de Inspectie van het Onderwijs geen uitzondering te maken.
Zie voor een verdere toelichting bij deze casus mijn antwoorden op de schriftelijke vragen die het lid Kwint (SP) heeft gesteld over dit zelfde bericht.