Ingediend | 7 februari 2019 |
---|---|
Beantwoord | 25 februari 2019 (na 18 dagen) |
Indiener | John Kerstens (PvdA) |
Beantwoord door | Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid werk |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z02366.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-1691.html |
Ja
Het is juist dat de invoering van het abonnementstarief leidt tot lagere inkomsten voor gemeenten. De derving van eigen bijdragen van algemene en maatwerkvoorzieningen is onderdeel van de totale, door het CPB naar huidig inzicht, geraamde kosten van de invoering van het abonnementstarief. Gemeenten zijn voor deze kosten gecompenseerd.
Er zijn geen landelijke cijfers beschikbaar over de mate waarin door gemeenten nu een eigen bijdrage voor algemene voorzieningen wordt gevraagd. Ten behoeve van de raming van het abonnementstarief is daarom door het CPB een inschatting gemaakt van de derving van de eigen bijdrage voor algemene voorzieningen. Ik heb op dit moment geen aanleiding om te veronderstellen dat de gebruikte aannames onjuist zijn. Wel vind ik het van belang om de meer precieze effecten van de introductie van het abonnementstarief in de praktijk nauwlettend te volgen via een monitor. Zoals ik uw Kamer in mijn brief van 19 december 20182 heb laten weten ben ik met de VNG een opzet voor deze monitor overeengekomen. Met deze monitor zullen de verschillende effecten van de invoering van het abonnementstarief in beeld worden gebracht. Ik hecht er aan te benoemen dat de opzet van deze monitor door een onafhankelijk onderzoeksbureau is uitgewerkt en dat daarbij de input van gemeenten, VNG en cliëntenorganisaties is meegenomen. In het bestuurlijk overleg met de VNG van 21 november 2018 is de opzet van deze monitor vastgesteld.
Bij de raming van de derving van de eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen is door het CPB uitgegaan van de bij het CAK beschikbare gegevens. Het CAK berekent en int de eigen bijdrage Wmo voor de maatwerkvoorzieningen. De opbrengsten van de Wmo 2015 heeft het CAK vervolgens afgezet tegen de opbrengsten van het abonnementstarief. Het CPB heeft in zijn publicatie van 1 juni 20183 ook gebruik gemaakt van deze gegevens van het CAK. De suggestie in het artikel dat niet is uitgegaan van CAK-cijfers is dan ook feitelijk onjuist.
Zie antwoord vraag 4.
Op basis van het artikel kan ik de berekeningen van de gemeente Ede niet exact beoordelen. Wel is uit contact met de gemeente gebleken dat bij de door de gemeente gemaakte berekeningen ten aanzien van de compensatie enkel is uitgegaan van de toevoeging aan het gemeentefonds van structureel € 145 mln., er is geen rekening gehouden met de afspraken die zijn gemaakt in het kader van het Interbestuurlijke Programma (IBP) en het accres van het gemeentefonds.
Gemeenten zijn volledig gecompenseerd voor de, naar huidig inzicht, geraamde kosten van het abonnementstarief. De kosten van de maatregel zijn door het CPB ten tijde van het Regeerakkoord geraamd op structureel € 290 mln. Op basis van het Regeerakkoord is structureel € 145 mln. toegevoegd aan het Gemeentefonds. Voor het overige deel zijn, in het kader van Interbestuurlijke Programma (IBP) en het accres van het gemeentefonds, afspraken gemaakt. Inmiddels heeft het CPB een aangepaste raming van het abonnementstarief gepubliceerd, waarbij de totale kosten worden geschat op € 190 mln. Daarnaast is, zoals toegelicht bij vraag 4 en 5, de aanname dat bij de raming van het CPB geen gebruik is gemaakt van CAK- cijfers, feitelijk onjuist.