Ingediend | 4 januari 2019 |
---|---|
Beantwoord | 21 februari 2019 (na 48 dagen) |
Indiener | Leendert de Lange (VVD) |
Beantwoord door | Paul Blokhuis (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (CU) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z00051.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-1672.html |
Ja.
Ik vind het belangrijk dat de ggz-sector werkt aan het inzichtelijk maken van kwaliteit. De expertise hierover ligt in het veld. Ik heb er vertrouwen in dat er voldoende kennis is opgebouwd om een beeld te geven van de kwaliteit van geleverde ggz-zorg. Met die kennis en expertise werkt de sector zelf ook aan meer inzicht in kwaliteit door bijvoorbeeld de Alliantie kwaliteit in de geestelijke gezondheidszorg (Akwa).
Door alle ontwikkelingen rondom ROM is het aantal ggz-aanbieders dat ROM-data levert sterk teruggelopen. Dat is op zich begrijpelijk. Niettemin is het wenselijk dat er een breed gedragen instrument komt ten behoeve van kwaliteitsinformatie. Er wordt gewerkt aan een verbeterde systematiek. Daarbij is het belangrijk om oog te houden voor draagvlak en validiteit. Dat kost tijd. Akwa heeft mij geïnformeerd dat komend najaar een gedragen indicatorenset klaar is. Tevens verwacht Akwa in het najaar gereed te zijn om uitwisseling van kwaliteitsinformatie op basis van deze indicatoren te kunnen ondersteunen, voor die informatie waarvoor de individuele patiënt toestemming heeft gegeven.
Hoe meer ggz-aanbieders data aanbieden, hoe groter de validiteit van de data en de analyses daarop. Daarom zou ik graag zien dat waar en wanneer het kan aanbieders data aanleveren om zo nog beter aan kwaliteit te kunnen werken. Daarbij is toestemming van de patiënt wenselijk zolang er nog geen uitspraak van de Autoriteit Persoonsgegevens is op de vraag of het gaat om persoonsgegevens.
Het aanleveren van deze gegevens is niet wettelijk verplicht. Akwa is samen met partijen in de ggz bezig om de gewenste kwaliteitsindicatoren en meetinstrumenten te benoemen, gekoppeld aan de verschillende zorgstandaarden. Tevens is zij bezig de drempels tot het werken met zorgstandaarden en kwaliteitsinformatie zo laag mogelijk te maken. Het uitgangspunt is dat Akwa samen optrekt met samenwerkingsverbanden in het ggz-veld om deze standaarden, indicatoren en meetinstrumenten toe te snijden op de praktijk en op shared decision making tussen patiënt en zorgprofessional. Een belangrijke rol wordt bijvoorbeeld verwacht van zorgprofessionals die persoonlijk betrokken zijn geweest bij de ontwikkeling van zorgstandaarden in het delen van hun ervaringen met collega’s. Daarnaast hebben partijen in de ggz in het hoofdlijnenakkoord voor de ggz met elkaar afspraken gemaakt over hoe zij wensen te werken aan continue kwaliteitsverbetering en transparantie van kwaliteit.
Bij de oprichting heeft Akwa vanuit de ggz-partijen de opdracht meegekregen voor de ontwikkeling van kwaliteitsindicatoren en meetinstrumenten. In eerste instantie zijn die bedoeld ter verdere verbetering van de individuele behandeling en als informatie om van te leren ten behoeve van bredere kwaliteitsverbetering. Vervolgens zal bekeken worden in welke mate de informatie van deze indicatoren en meetinstrument ook bruikbaar en inzetbaar te maken is voor transparantie van kwaliteit, bijvoorbeeld ter ondersteuning van de keuzes voor een patiënt.
Het is nog onduidelijk wanneer de Autoriteit Persoonsgegevens uitspraak zal doen over het onderzoek. De uitkomst zal betrekking hebben op de vraag of het gaat om persoonsgegevens.
Akwa heeft mij geïnformeerd te zullen werken met expliciete toestemming van de patiënt.
Ik vind het belangrijk dat er meer inzicht komt in de kwaliteit van geestelijke gezondheidszorg. Tegelijk is het belangrijk dat er draagvlak is voor de manier waarop dit inzicht wordt verkregen, om te garanderen dat de informatie ook daadwerkelijk gebruikt wordt ten behoeve van verbetering van kwaliteit. Een tijdige maar toch ook zorgvuldige manier om hiernaartoe te werken is daarbij van essentieel belang. In gesprek met partijen over dit onderwerp zal ik het belang van het aanleveren van data actief onder de aandacht brengen, om zo nog meer aan kwaliteit te kunnen werken en ik vraag partijen om dit te stimuleren en te faciliteren, alsook drempels weg te nemen waar nodig. Zoals we in het hoofdlijnenakkoord GGZ met partijen hebben afgesproken.
De vragen van het Kamerlid De Lange (VVD) over het nieuwsbericht Herstel van gebroken been is te meten, maar geldt dat ook voor een depressie? (2019Z00051) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat het inwinnen van nadere informatie en daarmee de beantwoording meer tijd vergt. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de kamervragen doen toekomen.