Ingediend | 23 november 2018 |
---|---|
Beantwoord | 11 februari 2019 (na 80 dagen) |
Indieners | Joba van den Berg-Jansen (CDA), Harry van der Molen (CDA), Pieter Omtzigt (CDA) |
Beantwoord door | Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66), Menno Snel (staatssecretaris financiën) (D66) |
Onderwerpen | bestuur organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z22060.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-1491.html |
Er zijn schriftelijke vragen (2018Z21681) gesteld door de leden Van Raak (SP) en Van der Molen, Van den Berg en Omtzigt (allen CDA) naar aanleiding van een bericht van de NOS op haar website van 16 november jongstleden met als onderwerp «Topambtenaar kreeg ruim 40.000 euro voor achttien dagen Curaçao». In mijn brief van 20 november 2018 (2018-000901595) en ook tijdens het mondelinge vragenuur van 20 november 2018, heb ik u bericht dat ik, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, de Auditdienst Rijk (ADR) heb gevraagd om onderzoek te doen naar de feiten in deze casus. Ook heb ik de ADR gevraagd om in meer algemene zin het onderhavige Voorzieningenstelsel Uitzendingen Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VU BZK) tegen het licht te houden en aanbevelingen te doen voor de toekomst. Ook heb ik gezegd dat het ministerie gaat beoordelen hoe maatwerk-afspraken onderdeel kunnen worden van het VU BZK. Daartoe acht ik het gewenst dat eerst de ADR haar onderzoek doet. De ADR heeft gemeld er naar te streven het rapport eind januari 2019 op te leveren. Ik hecht aan een grondig, zorgvuldig en onafhankelijk onderzoek door de ADR. Als dit onderzoek is afgerond, dan wel indien tussentijdse resultaten daartoe aanleiding geven, zal ik u terstond informeren. Daarbij zal ik ook deze Kamervragen beantwoorden.