Ingediend | 6 november 2018 |
---|---|
Beantwoord | 4 december 2018 (na 28 dagen) |
Indieners | Sjoerd Sjoerdsma (D66), Vera Bergkamp (D66) |
Beantwoord door | Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD), Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66) |
Onderwerpen | recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z20128.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-826.html |
Ja. De VS heeft tekstvoorstellen gedaan om gendertaal in VN-resoluties af te zwakken. Een recent voorbeeld hiervan is de Nederlands-Franse VN-resolutie over het tegengaan van geweld tegen vrouwen, waar de VS amendementen introduceerde die eerder overeengekomen taal over gender zou afzwakken of verwijderen. Die amendementen werden evenwel met grote meerderheid verworpen door het VN-lidmaatschap, waarna de resolutie alsnog zonder stemming kon worden aangenomen.
Tijdens de vierde wereldvrouwenconferentie in Beijing in 1995, is de focus op vrouwenrechten verbreed naar het begrip «gender» en «gendergelijkheid». Dit houdt in dat vrouwen en mannen, maar ook mensen met een andere gender of seksuele geaardheid, gelijke rechten, kansen, vrijheden en verantwoordelijkheden hebben. Sinds die tijd zijn nieuwe internationale verdragen en honderden resoluties met gendertaal in verschillende VN-fora, waaronder de Mensenrechtenraad, aangenomen en daarmee verankerd in zogeheten agreed language. Volgens de huidige VS-regering is de term gender evenwel teveel een sociaal construct dat afbreuk doet aan het binaire stelsel van man/vrouw. Het kabinet vindt deze opstelling van de VS zorgwekkend, omdat de voorgestelde afzwakkingen afbreuk doen aan de verworvenheden op het terrein van gendergelijkheid. Ook andere landen spreken zich nu in het kielzog van de VS expliciet uit tegen genderteksten. Nederland zet zich binnen internationale fora ervoor in te zorgen dat de geboekte vooruitgang niet wordt teruggedraaid en agreed language behouden blijft.
Zie antwoord vraag 1.
Ja, het wijzigen van het gebruik van de term gender naar «man en vrouw» in VN-documenten is ongewenst. De Nederlandse zorgen hierover zijn recentelijk bilateraal op hoogambtelijk niveau als ook via multilaterale kanalen overgebracht.
Als nieuwe VN-documenten niet langer naar gender verwijzen, maar enkel naar «man en vrouw», vervalt de internationale druk op regeringen om de LHBTI’s te beschermen. Zoals in ons antwoord op vraag 1 en 2 aangegeven, zijn er inmiddels honderden resoluties die het concept gender hanteren, o.a. EU-Raadsconclusies en resoluties van de VN-Mensenrechtenraad. Dit is belangrijk voor het maatschappelijk middenveld en activisten om regeringen aan hun internationale afspraken te houden.
Op dit moment loopt een parlementair proces om discriminatie op grond van genderidentiteit, -expressie en geslachtskenmerken expliciet te verbieden (initiatiefwetsvoorstel Bergkamp c.s.). Hiermee wordt de rechtsbescherming van trans- en intersekse personen geëxpliciteerd in de Nederlandse wet.
Eventuele beperkingen van deze termen in nieuwe VN-documenten zullen niet tot een beperking van de rechtsbescherming van trans- en intersekse personen in Nederland leiden, mede gezien de bestaande VN-resoluties, EU-raadsconclusies en andere internationale afspraken die gelijke rechten voor individuen benadrukken.
Er is geen eenduidige internationale trend zichtbaar. Wereldwijd zijn er verschillende landen waar wettelijke erkenning van de rechten van trans- en intersekse personen gerealiseerd of in wording is, zoals bijvoorbeeld recente wetgeving in Uruguay die het mogelijk maakt om op basis van zelfidentificatie wettelijk van geslacht te veranderen. Tegelijk zien we in verschillende landen ook een beweging waarbij gepleit wordt voor beperking van gelijke rechten, zoals bijvoorbeeld momenteel in de Verenigde Staten.
Om gelijke rechten te bevorderen, heeft Nederland onder meer in 2016 met gelijkgezinde landen succesvol gepleit voor het mandaat van de onafhankelijk expert op gebied van seksuele oriëntatie en genderidentiteit bij de VN. In september jl. presenteerde deze expert een rapport waarin hij ingaat op de verantwoordelijkheid van staten als het gaat om de erkenning van genderidentiteit en het voorkomen van discriminatie en geweld op grond van genderidentiteit.3 Dit rapport draagt bij aan het doorlopende debat over dit thema.