Ingediend | 2 november 2018 |
---|---|
Beantwoord | 21 november 2018 (na 19 dagen) |
Indiener | Fleur Agema (PVV) |
Beantwoord door | Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap organisatie en beleid overige vormen van onderwijs zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z19932.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-700.html |
Ja.
Ik heb grote waardering voor de ongeveer 1 miljoen vrijwilligers die actief zijn binnen het domein van zorg en ondersteuning. Ik begrijp dat deze vrijwilligers in onverwachte situaties terecht kunnen komen, waar soms ook medische handelingen nodig zijn. Het gaat, in tegenstelling tot hetgeen in het artikel van Trouw wordt gesuggereerd, slechts incidenteel om medische handelingen waarvoor een opleiding vereist is. Meestal is dan sprake van een noodsituatie. Ik ben niet bekend met situaties waarin vrijwilligers structureel medische handelingen uitvoeren waarvoor zij niet zijn opgeleid.
Regel is dat voorbehouden handelingen enkel worden uitgevoerd door zorgverleners die hiervoor bevoegd zijn en voldoende vaardigheden hebben om de handelingen uit te voeren. Voorbehouden handelingen zijn risicovolle, medische handelingen en staan beschreven in de Wet op beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG). Alleen de in de Wet BIG aangewezen beroepsbeoefenaren, die als zodanig geregistreerd zijn in het BIG-register, mogen deze voorbehouden handelingen zelfstandig uitvoeren.
Een vrijwilliger kan eventueel voorbehouden handelingen uitvoeren als hij of zij in opdracht handelt van zo’n zelfstandig bevoegde zorgverlener. De vrijwilliger in kwestie moet dan wel bekwaam zijn om de voorbehouden handeling uit te voeren. Ook moet de opdrachtgever (de zelfstandige bevoegde zorgverlener) toezicht houden, zodat er ingegrepen kan worden indien nodig. In de privé sfeer vervalt de eis tot BIG-registratie; het is in dat geval van belang dat patiënten, ouders of mantelzorgers bekwaam zijn om de handeling(en) uit te voeren. In noodsituaties mag iedereen «naar beste weten en kunnen» medische handelingen verrichten.
Zoals ik heb aangegeven bij de beantwoording van vraag 2 ben ik niet bekend met situaties waarin vrijwilligers structureel medische handelingen uitvoeren waarvoor zij niet zijn opgeleid. Voor vrijwilligers die werkzaam zijn binnen een (zorg)organisatie geldt dat de betreffende organisatie verantwoordelijk is voor het handelen van de vrijwilliger.
Ik realiseer me dat het voor vrijwilligers soms lastig kan zijn om hun grenzen aan te geven, omdat zij het gevoel hebben dat mensen anders niet de zorg ontvangen die zij nodig hebben. Werkzaamheden die door vrijwilligers worden uitgevoerd zijn in beginsel aanvullend op de werkzaamheden van betaalde krachten. Ik vind het vooral van belang dat binnen (zorg)organisaties goede afspraken gemaakt worden over welke werkzaamheden wel- en welke in beginsel niet door vrijwilligers worden uitgevoerd. Ook van belang vind ik dat binnen organisaties voldoende gelegenheid is voor vrijwilligers om signalen van overvraging kenbaar te maken. Een vrijwilligerscoördinator kan hier een belangrijke rol in vervullen. Vrijwilligerskoepel NOV werkt op dit moment aan een programma om de (lokale) samenwerking tussen vrijwilligers, beroepsmatig georganiseerde zorg en de lokale overheid te versterken. Voor het einde van dit jaar zal ik u hier nader over informeren.