Ingediend | 18 oktober 2018 |
---|---|
Beantwoord | 15 november 2018 (na 28 dagen) |
Indiener | Kees van der Staaij (SGP) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z18753.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-679.html |
Ja.
Het is lastig een éénduidig beeld te geven van de omvang van de criminaliteit die samenhangt met de drugsindustrie. Zo blijkt bijvoorbeeld uit recent gepubliceerde cijfers van het WODC, het CBS en de Raad voor de Rechtspraak, de jaarlijkse rapportage Criminaliteit en Rechtshandhaving, dat het aantal geregistreerde drugsmisdrijven ten opzichte van 2007 met 36% is gedaald.2 Dit is in lijn met een algehele trend van dalende criminaliteit in deze periode. Tegelijkertijd moeten we vaststellen dat bijvoorbeeld het aantal ontmantelde laboratoria en het aantal drugsdumpingen de laatste jaren blijft stijgen. In hoeverre andere criminaliteitsfenomenen samenhangen met de drugsindustrie is moeilijk precies te duiden, maar dit lijkt in grote mate het geval te zijn. Om deze reden is op advies van het Strategisch Beraad Ondermijning (SBO) de drugsindustrie aangemerkt als de focus van de aanpak van ondermijnende criminaliteit (zie verder het antwoord onder vraag 3).
Bij brief van 11 juli 2018 heb ik uw Kamer geïnformeerd over hoe het kabinet de aanpak van ondermijnende criminaliteit de komende jaren wil versterken.3 In het regeerakkoord zijn zowel incidentele als structurele middelen vrijgemaakt, om de regionale en landelijke diensten op dit gebied te versterken. De regio's en landelijke partners hebben na de zomer voorstellen voor meerjarige versterkingsprogramma’s bij mij ingediend. Het eerder dit jaar ingerichte SBO heeft mij op basis van die plannen geadviseerd over de besteding van de gelden. Ik heb dit advies overgenomen. Ik ben nu in afstemming over een akkoord van mijn collega van Financiën over de bestedingsplannen. Als dat is afgerond, kan ik de versterkingsgelden toekennen en zal ik uw Kamer daarover informeren.
Het kabinet investeert met 171 fte extra in de aanpak van georganiseerde criminaliteit. De politie werkt intensief met alle betrokken partijen samen aan de integrale aanpak waar het tegengaan van criminele netwerken onderdeel van uitmaakt.
De investeringen die het kabinet doet in de aanpak van ondermijnende criminaliteit zijn er niet voor niets. De realiteit laat zien dat voor een bepaald type drugscriminaliteit ons land een aantrekkelijke vestigingsplaats is gebleken. Het is duidelijk dat de aanpak moet worden versterkt. Hierin opereert het kabinet nadrukkelijk samen met alle betrokken diensten. Het SBO speelt hierbij een belangrijke rol. Hierin zijn vertegenwoordigd het Openbaar Ministerie, de politie, de Belastingdienst, de ministeries van JenV, van BZK en van Financiën, de regioburgemeesters, de VNG, de G40, de Raad voor de Rechtspraak, de Bijzondere Opsporingsdiensten en de Koninklijke Marechaussee. In het SBO wordt de versterkte aanpak vormgegeven. Zo beogen we gezamenlijk het vestigingsklimaat voor drugscriminelen te verslechteren. Dit is echter geen probleem dat van de ene op de andere dag kan worden opgelost; het duurzaam versterken van de aanpak vergt een lange adem. Het kabinet zal zich hier blijvend voor inzetten.
Politiecapaciteit is per definitie schaars. Er zullen dus altijd keuzes moeten worden gemaakt. Zoals ik ook aangeef in mijn antwoord op vraag 4, investeert het kabinet in extra capaciteit voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit. In RIEC-verband wordt informatie gedeeld door de betrokken partijen. Momenteel wordt door een werkgroep met betrokken partijen bezien op welke manier de informatiedeling in het kader van de aanpak van ondermijnende criminaliteit kan worden verbeterd. Hierover wordt uw Kamer nog nader geïnformeerd.
Het lokaal gezag bepaalt de prioriteit ten aanzien van de aanpak en risico’s van deze drugscriminaliteit en daarmee ook de recherchecapaciteit die hiervoor kan worden ingezet.
Voor officieren van justitie en politieambtenaren bestaan diverse mogelijkheden voor het krijgen van interne ondersteuning en begeleiding bij hun werkzaamheden. Voor officieren van justitie bijvoorbeeld door contacten met vakgenoten en door middel van intervisie. Ook kunnen zij beroep doen op hulpverlening door het Instituut voor Psychotrauma of door individuele coaches. Indien nodig krijgen zowel officieren van justitie als politieambtenaren bescherming, al dan niet in het kader van het Stelsel Bewaken en Beveiligen.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van der Staaij (SGP) van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de toename van synthetische drugscriminaliteit (ingezonden 18 oktober 2018) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.