Ingediend | 10 oktober 2018 |
---|---|
Beantwoord | 30 oktober 2018 (na 20 dagen) |
Indiener | Maarten Hijink |
Beantwoord door | Bruno Bruins (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z18060.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-444.html |
Ja.
Ik vind het niet de rol van de overheid om zorginstellingen te financieren. Zorginstellingen hebben diverse mogelijkheden om financiering aan te trekken, waaronder bijvoorbeeld het aangaan van een lening bij een bank of de uitgifte van obligaties. In dit geval heeft het Bernhovenziekenhuis ervoor gekozen om medewerkers de mogelijkheid te geven om via obligaties te participeren in hun ziekenhuis. Hiermee wil het ziekenhuis de betrokkenheid van medewerkers vergroten. Zolang medewerkers vrij zijn in hun keuze om wel of geen obligaties te kopen heb ik hier geen bezwaar tegen. In algemene zin vind ik het goed als de betrokkenheid van medewerkers wordt vergroot, dit versterkt de gelijkgerichtheid binnen een organisatie.
Naar mijn indruk leidt de uitgifte van obligaties niet tot onrust in de zorgsector.
Zie antwoord vraag 2.
Het Bernhovenziekenhuis is als uitgever van de obligaties vrij om de hoogte van de rentevergoeding te bepalen. Zolang medewerkers vrij zijn in hun keuze om wel of geen obligaties te kopen heb ik hier geen oordeel over.
Het gebeurt vaker dat zorginstellingen obligaties uitgeven. Een voorbeeld is het Prinses Máxima Centrum dat in 2015 obligaties uitgaf, maar ook kleinere instellingen maken gebruik van deze mogelijkheid.
Het kopen van een obligatie brengt altijd enig risico met zich mee. Zo is er het risico dat de obligatie minder waard wordt als de marktrente stijgt (renterisico). Daarnaast is er risico dat de instelling niet aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen (kredietrisico). In het uiterste geval raakt de koper van de obligatie dan zijn inleg kwijt.
Om investeringen te kunnen doen moeten zorginstellingen geld aantrekken, bijvoorbeeld in de vorm van een bancaire lening of in dit geval een obligatie. Het is gebruikelijk dat degene die deze middelen beschikbaar stelt hier een vergoeding voor ontvangt.
Ik beschik niet over de precieze cijfers waarnaar gevraagd wordt. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bedroegen de financiële lasten (de rentelasten, het verlies op deelnemingen, de kosten van leningen en het verlies op beleggingen) van middelgrote en grote zorginstellingen in 2016 in totaal € 940 miljoen.3
Zoals de Minister van VWS, de staatsecretaris van VWS en ik in onze brief van 13 juli jl. hebben toegelicht, wordt op dit moment nader onderzoek verricht naar de praktijk rondom winstuitkering in de zorg en de gevolgen daarvan voor de betaalbaarheid, kwaliteit en toegankelijkheid van zorg (Kamerstuk 34 775, nr. 150). Wij streven ernaar uw Kamer begin 2019 over de uitkomsten en onze conclusies te informeren.
Ik verwacht van alle zorginstellingen dat zij zich houden aan geldende wet- en regelgeving. Zie verder het antwoord op vraag 10.