Ingediend | 3 oktober 2018 |
---|---|
Beantwoord | 23 oktober 2018 (na 20 dagen) |
Indiener | Lisa Westerveld (GL) |
Beantwoord door | Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA) |
Onderwerpen | jongeren sociale zekerheid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z17484.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-354.html |
Ja.
Uit de Eerste evaluatie van de Jeugdwet bleek dat de hulpverlening eerder en beter moet aansluiten bij wat kinderen en gezinnen nodig hebben. Het hoofddoel van het programma Zorg voor de jeugd is om dit te realiseren. Gezamenlijk met de gemeenten, de aanbieders en de cliëntenorganisaties werken we de komende jaren aan de uitvoering ervan. Vóór het Wetgevingsoverleg van 12 november 2018 ontvangt u de eerste voortgangsrapportage, waarin ik inga op de ondernomen acties.
Op deze vraag kan ik nu geen antwoord geven. Op 24 september heeft de staatsecretaris van VWS u mede namens mij een eerste duiding gezonden van de suïcidecijfers van jongeren in 2017.2 Daaruit bleek dat van 81 jongeren die in 2017 suïcide hebben gepleegd er tien in een instelling verbleven. In december 2018 komt er een verdiepende rapportage waarin de onderzoekers zoveel als mogelijk de 81 casussen nader in beeld brengen, onder andere over de ontvangen jeugdhulp. Ook vindt een vergelijking met voorgaande jaren plaats.
Daarna volgt nog een verdiepend onderzoek naar de specifieke context van de 81 jongeren. De eindrapportage daarvan verschijnt september 2019.
Wanneer een jeugdige binnen een instelling een suïcidepoging doet met ernstig schadelijk gevolg, dienen de instellingen dit te registreren en te analyseren. Zij hoeven niet iedere poging aan de inspectie te melden. De inspectie beziet dan of er sprake is van een calamiteit die nader moet worden onderzocht.
Ik zie geen aanleiding om hierover andere afspraken te maken.
Ja. Zie het antwoord op vraag 3.
De meeste jongeren die jeugdhulp nodig hebben, krijgen tijdig passende hulp. Maar als er sprake is van jongeren met ernstige meervoudige complexe problematiek is dat helaas niet altijd het geval. Dat kunnen we teruglezen in rapportages van de IGJ als sprake geweest is van een calamiteit. Ook ontvang ik signalen vanuit de gespecialiseerde jeugdhulp dat het vaak ingewikkeld is om meteen de juiste diagnose te stellen, en de beste behandelplek te vinden. Ik neem deze signalen uiterst serieus, want de gevolgen van onvoldoende en te late hulp kunnen zeer schadelijk zijn voor de ontwikkeling van deze kinderen.
De IGJ neemt passende zorg op in haar werkplan voor 2019. Zij zal onder andere de voortgang (van de uitvoering) van de afspraken in het kader van het programma Zorg voor de Jeugd volgen.
Kinderen moeten op tijd de passende hulp krijgen. Financieringsafspraken mogen daarvoor geen belemmering vormen. Als die toch een probleem vormen, kan een instelling een beroep doen op het regionale expertteam om ervoor te zorgen dat het kind de hulp krijgt die nodig is.
Zoals ik heb aangegeven in het programma Zorg voor de Jeugd heeft elk kind recht op een liefdevolle en stabiele omgeving om in op te groeien. Langdurig verblijf in een grote instelling is voor geen enkel kind goed. Daarom gaan we het aantal gesloten plaatsingen terugdringen en ook de duur van plaatsingen verkorten. De Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen deed onderzoek naar de slachtoffers die de verschillende vormen van jeugdhulp ontvingen met als aanleiding seksueel geweld. Als het gaat om slachtoffers van seksueel geweld waartoe ook slachtoffers van loverboys in het rapport van de Nationaal rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen speelt veiligheid een belangrijke rol. Als kinderen zich onttrekken of onttrokken worden aan de zorg, kan door tussenkomst van de rechter een kind gesloten worden geplaatst.
Bij het ontwikkelen van alternatieven spelen deze risico’s een grote rol. We hebben het hier over een grote verandering die niet van de ene op de andere dag gerealiseerd is en vraagt om inzet van alle partners in de jeugdhulp. Met aanbieders en gemeenten ben ik hierover in overleg en in de voortgangsrapportage van het programma Zorg voor de Jeugd zal ik u informeren over de laatste stand van zaken.