Kamervraag 2018Z16907

Witwaspraktijken van Europese banken

Ingediend 26 september 2018
Beantwoord 19 november 2018 (na 54 dagen)
Indieners Mahir Alkaya , Renske Leijten
Beantwoord door Wopke Hoekstra (minister financiën) (CDA)
Onderwerpen financiën organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z16907.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-684.html
  • Vraag 1
    Is er al een reconstructie gemaakt van hoe het mogelijk is geweest dat in de periode 2007–2015 vermoedelijk 200 miljard euro aan crimineel geld via de Deense Danske bank is witgewassen?1

    De precieze feiten en omstandigheden in de zaak met betrekking tot Danske Bank zijn nog niet bekend. Wel is duidelijk dat deze zaak, mede gezien zijn omvang en ernst, de nodige vragen oproept bij alle betrokkenen, waaronder de lidstaten van de Europese Unie. Deze zaak benadrukt het belang van internationale samenwerking. Het is dan ook positief dat de Europese Commissie voorstellen heeft gedaan om de samenwerking op het gebied van het voorkomen van witwassen en terrorismefinanciering en het toezicht daarop verder te versterken.3

  • Vraag 2
    Is al bekend hoeveel Europese banken, naast de in de media genoemde Deutsche Bank, en welke personen, juridische entiteiten en jurisdicties betrokken zijn bij het witwasschandaal van Danske?2 Kunt u in uw antwoord ingaan op de verwachting wanneer het hele netwerk in kaart gebracht is?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Heeft Danmarks Nationalbank (de Deense centrale bank) het toezicht op witwassen bij banken net zo georganiseerd als De Nederlandsche Bank (DNB)? Zo ja, welke overeenkomsten zijn en zitten daar zwakke plekken in? Zo neen, waarin verschilt het toezicht op witwassen?

    DNB oefent op risico gebaseerde wijze integriteitstoezicht uit. Bij constateringen van overtredingen van wet- en regelgeving neemt DNB, met inachtneming van haar handhavingsbeleid, maatregelen en wordt herstel en verbetering afgedwongen. Het is in beginsel aan andere landen zelf om op basis van de specifieke omstandigheden in hun land en financiële sector hun integriteitstoezicht in te richten. Dat geldt ook voor Denemarken. Wel is het zo dat landen die lid zijn van de Financial Action Task Force (FATF) regelmatig worden beoordeeld op de effectieve opzet en uitvoering van hun beleid op het gebied van het voorkomen van witwassen en terrorismefinanciering. Daarbij wordt Denemarken aan dezelfde standaarden getoetst als Nederland en andere FATF-deelnemers.4 Verder staat binnen de Europese Unie de Europese anti-witwasrichtlijn5 centraal in de regelgeving ter voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor witwassen en terrorismefinanciering. De lidstaten van de Europese Unie hebben deze richtlijn geïmplementeerd in hun nationale wetgeving. Dit draagt bij aan meer eenvormigheid in de anti-witwasregelgeving en het toezicht op de naleving daarvan binnen de Europese Unie. De anti-witwasrichtlijn is recent op een aantal belangrijke punten aangescherpt, waaronder een uitbreiding van de handhavings- en publicatiemogelijkheden.

  • Vraag 4
    Zou het bij Nederlandse banken mogelijk zijn dat er 80.000 transacties met een waarde van 30 miljard dollar plaatsvinden zonder dat de bank zelf of de toezichthouder aan de bel trekt?3

    Voor Nederlandse banken geldt dat de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) regels bevat om te voorkomen dat banken worden gebruikt om geld wit te wassen of terrorisme te financieren. Of transacties moeten worden gemeld, hangt onder andere af van hun aard en omvang. De bank dient aan de hand van een aantal voorgeschreven objectieve en subjectieve indicatoren vast te stellen of een transactie ongebruikelijk is. Deze indicatoren beschrijven de situaties waarin een transactie als ongebruikelijk moet worden aangemerkt. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in objectieve en subjectieve indicatoren. Objectieve indicatoren beschrijven een situatie waarin altijd moet worden gemeld, terwijl een subjectieve indicator een inschatting van de bank vergt. Als er sprake is van een (voorgenomen) ongebruikelijke transactie dan moet de bank dit onverwijld melden aan de FIU.
    Binnenkort wordt de Beleidsmonitor witwassen, met de daarbij behorende beleidsreactie, naar uw Kamer gestuurd. In deze monitor wordt het anti-witwasbeleid geëvalueerd, zoals dat in Nederland in de periode 2014–2016 is uitgevoerd. Onderdeel van dat onderzoek is de wijze waarop toezicht wordt gehouden op de bovenomschreven naleving van de Wwft.

  • Vraag 5
    Zijn er soortgelijke kapitaalstromen bij Europese banken bekend en wie houdt hier precies toezicht op?

    Zoals toegelicht in het antwoord op vraag 3 hebben de lidstaten van de Europese Unie de Europese anti-witwasrichtlijn geïmplementeerd in hun nationale wetgeving en houden zij toezicht op de naleving daarvan. Het is in beginsel aan landen zelf om op basis van de specifieke omstandigheden in hun land en financiële sector hun integriteitstoezicht in te richten. De integriteitstoezichthouder van een lidstaat ziet er op toe of de door een bank getroffen procedures en maatregelen gericht op het tegengaan van witwassen en terrorismefinanciering, passend zijn en in de praktijk toereikend werken.

  • Vraag 6
    Wie had de toezichtstaak op de Estlandse bankactiviteiten van Danske die niet via de Deense IT-systemen liepen? Klopt het dat deze bankactiviteiten niet onder de anti-witwasprocedures van de Danske Bank vielen?

    Zoals vermeld in de beantwoording van vragen 1 en 2 zijn de precieze feiten en omstandigheden met betrekking tot Danske bank nog niet bekend. In het algemeen is het zo dat banken die onder de Europese anti-witwasregelgeving vallen, dienen te voldoen aan de verplichtingen die op grond van die regelgeving op hen rusten. Banken mogen die verplichtingen niet omzeilen door activiteiten uit het zicht van toezichthouders te houden.

  • Vraag 7
    Is het mogelijk dat het toezicht vanuit DNB, de Autoriteit Financiële Markten (AFM) of het Bureau Financieel Toezicht (BFT) niet geldt omdat een financiële instelling, een feader van financiële constructies of een beleggingsinstelling via IT-systemen geldstromen uit het zicht houdt? Kunt u uw antwoord toelichten?

    Onder de reikwijdte van de Wwft vallen verschillende partijen, zowel financiële ondernemingen als niet-financiële beroepsgroepen. Instellingen die onder de reikwijdte van de Wwft vallen, moeten voldoen aan de verplichtingen volgend uit de Wwft en mogen de op hen rustende verplichtingen niet omzeilen door transacties uit het zicht van de toezichthouder te houden. Op de naleving van de Wwft-verplichtingen door financiële instellingen wordt toezicht gehouden door DNB en de AFM, terwijl het BFT toezicht houdt op de naleving van de Wwft door de vrije beroepsbeoefenaren zoals accountants, belastingadviseurs, administratiekantoren en notarissen. De betreffende integriteitstoezichthouder ziet er onder meer op toe of de door een instelling getroffen procedures en maatregelen gericht op het tegengaan van witwassen en terrorismefinanciering, passend zijn en in de praktijk toereikend werken.

  • Vraag 8
    Hoeveel heeft ING verdiend aan het witwassen en is de boete die zij kreeg voor het witwassen ook minder dan de behaalde winst? Kunt u uw antwoord toelichten?

    Het Openbaar Ministerie (OM) heeft een feitenrelaas gepubliceerd naar aanleiding van de transactieovereenkomst die met ING Bank Nederland N.V. (ING) is gesloten. In dat feitenrelaas wordt toegelicht dat aan ING een boete van EUR 675 miljoen is opgelegd in verband met het niet nakomen van Wwft-verplichtingen en schuldwitwassen.7 Naar het oordeel van het OM waren de procedures en maatregelen, zoals de gebruikte (transactiemonitorings)systemen, die ING in de onderzochte periode had getroffen ontoereikend om witwassen en financieren van terrorisme tegen te gaan. In het feitenrelaas van het OM staat ook dat ING in de onderzochte periode onvoldoende personeel in dienst had om te voldoen aan genoemde Wwft-verplichtingen. Het bedrag dat ING hiermee ten onrechte heeft bespaard, is in de schikking bepaald op EUR 100 miljoen. Deze besparing is aangemerkt als winst die ING met de geconstateerde tekortkomingen in de naleving wederrechtelijk heeft behaald. Als onderdeel van de transactie is een bedrag van EUR 100 miljoen aan wederrechtelijk verkregen voordeel ontnomen. In totaal heeft ING derhalve EUR 775 miljoen betaald in het kader van de transactieovereenkomst die met het OM is gesloten.

  • Vraag 9
    Bent u het ermee eens dat een boete niet wenselijk is, omdat verantwoordelijken daarmee de dans ontspringen, maar dat hoe dan ook de behaalde winst uit witwassen te allen tijde moet worden ontnomen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dat regelen?

    Uiteraard wordt altijd op basis van feiten en omstandigheden bezien of het mogelijk is om de verantwoordelijke personen (rechtspersonen en natuurlijke personen) te vervolgen en wederrechtelijk voordeel te ontnemen. Zo ook in deze specifieke zaak. Graag verwijs ik naar de brief die ik samen met de Minister voor Rechtsbescherming op 11 september jl. aan uw Kamer zond. In die brief wordt – onder verwijzing naar het feitenrelaas van het OM – ingegaan op het feit dat het OM uitvoerig onderzoek heeft verricht naar de mogelijkheid om natuurlijke personen strafrechtelijk verantwoordelijk te kunnen houden. Op basis van dit onderzoek is het OM tot het oordeel gekomen dat de strafbare feiten in deze zaak in strafrechtelijk opzicht niet individueel aan natuurlijke personen toe te rekenen zijn. Zoals uit het antwoord op vraag 8 blijkt, is de wederrechtelijk behaalde winst ontnomen.

  • Vraag 10
    Hoe is het mogelijk dat pas na de schikking over het witwassen bij ING naar buiten komt dat DNB oordeelt dat bij meer financiële instellingen de interne controle op witwassen niet op orde is?4

    Op DNB rust ook in het kader van haar integriteitstoezicht een geheimhoudingsplicht en zij voert haar toezicht als zelfstandig bestuursorgaan onafhankelijk uit. Als Minister van Financiën treed ik niet in individuele zaken9 maar heb ik wel regulier contact met DNB om te bezien of het toezichtsysteem als geheel (d.w.z. de instelling en inrichting van het toezicht als zodanig en het functioneren van de toezichthouders) naar behoren functioneert. Daarbij is in het bijzonder van belang dat er voldoende waarborgen zijn voor een goed functionerend toezichtsysteem. In de afgelopen jaren heeft DNB in die gesprekken en ook in het openbaar, mede naar aanleiding van de aanloop naar de nationalisatie van SNS en de Libor-affaire, gewezen op het belang van goed integriteitstoezicht. Het integriteitstoezicht behoort dan ook, mede naar aanleiding van gebeurtenissen op dit terrein, al jaren tot de prioriteiten van DNB waarbij DNB al langer inzet op intensivering en verbetering van het integriteitstoezicht.10 Dit blijft zij ook de komende jaren doen.11 Voor de constateringen van DNB naar aanleiding van de ING-casus verwijs ik naar mijn brieven aan uw Kamer van 11 (Kamerstuk 31 477, nr. 25) en 25 september jl.
    Bovendien heb ik naar aanleiding van de ontwikkelingen rondom witwassenzaken bij ING en Danske Bank contact gezocht met een aantal van mijn collegaministers in andere Europese lidstaten, in het bijzonder die uit Denemarken en Letland. Met hen sprak ik onder meer over de lessen die uit deze zaken getrokken moeten worden alsmede over eventuele toegevoegde waarde van extra instrumentarium op Europees niveau.

  • Vraag 11
    Klopt de inschatting dat zonder de schikking en de megaboete voor ING het bij u dus onbekend zou zijn gebleven dat de naleving van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) onvoldoende is? Hoe oordeelt u hierover?

    Zie antwoord vraag 10.

  • Vraag 12
    Hoe staat het met het toezicht op het naleven van de Wwft via de AFM en het BFT? Heeft u hen ook gevraagd hoe het er voor staat met het interne toezicht van wetten en regels en het vervullen van de poortwachtersfunctie bij beleggingsinstellingen en notarissen, advocaten, belastingadviseurs enz?

    Kort na het bekend worden van de transactieovereenkomst tussen ING en het OM is binnen het Financieel Expertise Centrum (FEC), het samenwerkingsverband van overheidspartijen op het terrein van financieel-economische criminaliteit waaraan ook de AFM en de ministeries van Financiën en Justitie en Veiligheid deelnemen, gereflecteerd op de bevindingen in deze zaak en het toezicht op andere sectoren. De AFM voert haar toezicht als zelfstandig bestuursorgaan onafhankelijk uit. Op de AFM rust ook in het kader van haar integriteitstoezicht een geheimhoudingsplicht. Als Minister van Financiën heb ik geen bemoeienis met individuele gevallen12, maar heb ik wel regulier contact met de AFM om te bezien of het toezichtsysteem als geheel functioneert. Daarbij is het in het bijzonder van belang dat er voldoende waarborgen zijn voor een goed functionerend toezichtsysteem. In die contacten kunnen ook zaken aan de orde komen die zien op de vraag of de AFM voldoende middelen heeft om haar integriteitstoezicht naar behoren uit te oefenen.
    Wat betreft het BFT is op 3 oktober jl. door de Minister voor Rechtsbescherming een reactie verzonden aan de Tweede Kamer naar aanleiding van het SEO Economisch Onderzoek inzake de evaluatie van het BFT.13 In een algemeen overleg over financieel-economische criminaliteit van 4 oktober jl. is deze reactie met uw Kamer besproken. In de evaluatie wordt ook het Wwft toezicht door het BFT op accountants, belastingadviseurs en notarissen besproken. De evaluatie laat een overwegend positief beeld zien over de wijze waarop het BFT zich heeft ontwikkeld. Gedurende de evaluatieperiode (2012–2016) is het BFT aantoonbaar meer risicogericht gaan werken. Deze meer risicogestuurde onderzoeken leiden tot meer handhavingsmaatregelen.

  • Vraag 13
    Kunt u alsnog ingaan op de eerder gestelde vraag welke Nederlandse banken reserveringen hebben gemaakt op hun balans vanwege te verwachte boetes in verband het overtreden van wetten en regels?5

    Zoals ik eerder aangaf in mijn beantwoording van de Kamervragen met kenmerk (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 1633) beschik ik niet over een overzicht van welke voorzieningen of verplichtingen financiële instellingen in hun jaarrekeningen hebben opgenomen wegens schikkingen met openbaar aanklagers.15


Kamervraag document nummer: kv-tk-2018Z16907
Volledige titel: Witwaspraktijken van Europese banken
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20182019-684
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Leijten en Alkaya over witwaspraktijken van Europese banken