Ingediend | 24 september 2018 |
---|---|
Beantwoord | 17 oktober 2018 (na 23 dagen) |
Indiener | Daniel Koerhuis (VVD) |
Beantwoord door | Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
Onderwerpen | bouwnijverheid economie |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z16632.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-323.html |
Ja.
Ik heb hierover navraag gedaan bij de gemeente Zaanstad. Deze heeft mij het volgende laten weten. De gedeeltelijke instorting is ontstaan doordat de verbinding tussen een stalen ligger met de kolom is bezweken. De kanaalplaatvloeren die hierop steunden zijn hierdoor naar beneden gestort. Vervolgonderzoek naar de oorzaak loopt nog. Er is nu geen direct instortingsgevaar meer omdat er preventief bouwkundige maatregelen zijn genomen bij gelijksoortige verbindingen.
Ja.
Ik verwijs hierbij naar mijn antwoord op vraag 2. De kanaalplaatvloeren waren niet de oorzaak van de instorting, maar de staalconstructie. Kanaalplaatvloeren zijn de afgelopen decennia veelvuldig toegepast in gebouwen. Ik beschik niet over concrete aantallen gebouwen.
Ik heb hierover navraag gedaan bij de gemeente Haarlem. Deze heeft mij het volgende laten weten. De betreffende parkeergarage is weer geopend nadat er tijdelijke hulpconstructies zijn geplaatst. Deze hulpconstructies zijn geplaatst naar het ontwerp van een constructiebureau ingehuurd door de eigenaar van de garage. De gemeente heeft dit ontwerp gecontroleerd. Hiermee is de veiligheid ondanks de onzekerheid over de kwaliteit van de vloer voldoende geborgd. Aan de definitieve oplossing wordt gewerkt.
Ik heb hierover navraag gedaan bij de gemeente Bergen op Zoom. Deze heeft mij het volgende laten weten. De gedeeltelijk sluiting had geen relatie met de constructieve veiligheid van de parkeergarage, maar met een lekkage. De lekkage is veroorzaakt door werkzaamheden die boven de parkeergarage werden uitgevoerd. De parkeergarage heeft breedplaatvloeren, maar is gebouwd in de jaren 80 en valt daarmee niet onder het landelijke onderzoek dat beperkt is tot gebouwen na 1999. De gemeente heeft de garage desondanks toch beoordeeld aan de hand van het informatiedocument Beoordeling breedplaatvloeren bestaande bouw3 en er bleken geen maatregelen nodig. Er is geen instortingsgevaar geweest.
Ik heb hierover navraag gedaan bij de gemeente Purmerend. Deze heeft mij het volgende laten weten. De parkeergarage bestaat uit een staalconstructie met vloerplaten van glasvezel composiet. Op plekken waar veel kracht vrijkomt
(draai-, rem- en oprijplekken) dienen enkele vloerplaten vervangen te worden door slijtage en veroudering van het composiet. Er is geen sprake van instortingsgevaar. Om uitsluitsel te verkrijgen over de volledige staat van de garage en veiligheid is eerst onderzoek verricht en vervolgens met de leverancier gezocht naar een passende aanpak. Voor vervanging van de vloerplaten is opdracht gegeven aan de leverancier. Dit werk wordt binnenkort uitgevoerd, waarna de garage weer volledig gebruikt kan worden.
In mijn brief van 31 mei 2018 (TK 28 325 nr. 173) heb ik uw Kamer geïnformeerd over de stand van zaken van het onderzoek naar de constructieve veiligheid van breedplaatvloeren bij bestaande gebouwen. Hierin is ook gemeld dat gemeenten als bevoegd gezag belast zijn met het toezicht op gebouwen en dat door mij geen landelijke registratie wordt bijgehouden van de gebouwen met breedplaatvloeren die worden of zijn onderzocht. Het onderzoek naar de gedeeltelijke instorting van de parkeergarage in Wormerveer is nog niet afgerond. Als dit onderzoek is afgerond, bezie ik of landelijke maatregelen nodig zijn bij soortgelijke parkeergarages of gebouwen.
Ik ben van mening dat de bouwkwaliteit van nieuw te bouwen gebouwen moet verbeteren. De verbetering van de bouwkwaliteit, waaronder de constructieve veiligheid, wordt beoogd met de voorgenomen Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). Het toezicht op de naleving van de bouwtechnische voorschriften tijdens de bouw zal hierbij worden uitgevoerd door een onafhankelijke en deskundige kwaliteitsborger, die werkt volgens een door de overheid toegelaten instrument voor kwaliteitsborging. Dit leidt ertoe dat het bouwtoezicht intensiever wordt dan nu veelal wordt uitgevoerd.
Zie mijn antwoord op vraag 9.
Ik heb hierover navraag gedaan bij de verschillende gemeenten. Deze hebben mij het volgende laten weten.
Bij de gemeente is een volledig bouwdossier aanwezig. Er kan momenteel nog niet worden aangegeven in hoeverre het bezwijken van de constructie al bekend had kunnen zijn toen het gebouw nog in aanbouw was en of er sprake is van fouten tijdens de uitvoering noch fouten bij gemeentelijk toezicht. Op last van de burgemeester is nader onderzoek gestart naar de oorzaak van dit incident. Zodra de resultaten bekend zijn, zal de gemeente mij nader informeren.
Bij de gemeente ligt het bouwvergunningsdossier van de parkeergarage met hierin de tekeningen en berekeningen van de constructie. De gemeente heeft deze tekeningen en berekeningen beoordeeld en toezicht gehouden op de bouwplaats.
Bij de gemeente is een bouwvergunningsdossier van de parkeergarage aanwezig. Zoals geantwoord op vraag 6 had de gedeeltelijke sluiting geen relatie met de constructieve veiligheid van de parkeergarage, maar met een lekkage die is veroorzaakt door werkzaamheden boven de parkeergarage.
Van de parkeergarage is een volledig papieren dossier aanwezig. Ten behoeve van de vergunningverlening heeft een volledige beoordeling plaatsgevonden, inclusief regulier toezicht bij de bouw.
Op basis van deze informatie is er voor mij geen reden om uit te gaan van fouten bij gemeentelijk toezicht. Voor wat betreft uw vraag over de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 9.