Ingediend | 7 september 2018 |
---|---|
Beantwoord | 9 oktober 2018 (na 32 dagen) |
Indiener | Maarten Groothuizen (D66) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z15533.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-208.html |
De gevraagde informatie wordt niet als zodanig in de politiesystemen geregistreerd. Echter, een handmatige zoekslag in de politiesystemen en een daaropvolgende diepgaandere analyse door de politie, wijst uit dat er in de periode 01-01-2017 tot en met 17-09-2018 16 incidenten met handgranaten bij (horeca)ondernemingen bekend zijn. Bij deze 16 incidenten was in 9 gevallen sprake van een ontploffing. Bij 1 incident ontplofte er 2 handgranaten. In totaal zijn er dus 10 handgranaten ontploft bij 9 incidenten bij (horeca)ondernemingen.
Nee, dat kan ik niet zeggen. Er vindt geen registratie plaats van sluitingen van panden van ondernemingen door een burgemeester in verband met de vondst van een handgranaat. Het is voor mij dan ook niet te zeggen of er sprake is van een trend in het gebruik van handgranaten als dreigmiddel. Elk voorval met explosieven is er echter één te veel, zeker gezien het gevaar dat dit oplevert voor de openbare veiligheid.
Het beeld voor zover mij bekend, is op dit moment dat er heel verschillende motieven aan deze incidenten ten grondslag liggen, waarbij niet valt uit te sluiten dat criminelen dit doen om ondernemers onder druk te zetten. Vooropgesteld vind ik het ontoelaatbaar dat met het achterlaten van een handgranaat in de openbare ruimte gevaarlijke situaties ontstaan. Als dit desondanks toch gebeurt is het zaak dat de dader wordt opgespoord en vervolgd waar dat mogelijk is.
Bij het nemen van een sluitingsbesluit zal de burgemeester alle omstandigheden van het geval en de betrokken belangen afwegen. Daarbij speelt het handhaven van de openbare orde doorgaans een doorslaggevende rol. Ik begrijp dat een sluiting door de burgemeester door de ondernemer als straf kan worden ervaren, maar de maatregel heeft niet die bedoeling. De burgemeester zal van geval tot geval maatwerk leveren en moeten bekijken of de sluiting noodzakelijk en proportioneel is.
Het is niet aan mij om een oordeel uit te spreken over beleid en over het toepassen van bevoegdheden, die tot de verantwoordelijkheid van de burgemeester van Amsterdam behoren. Vanzelfsprekend juich ik in zijn algemeenheid maatregelen toe die leiden tot afname van deze incidenten.
Het is aan de lokale gezagen om afwegingen te maken over de inzet van capaciteit en de prioritering daarvan. Ik realiseer me dat dit scherpe keuzes vraagt. Wat de beschikbaarheid van kennis en opsporingscapaciteit betreft verwijs ik graag naar de brief van 11 juli 2018 over de versterking van de aanpak van ondermijnende criminaliteit2. In die brief heb ik aangegeven dat het kabinet € 291 miljoen euro investeert in de politie, en dat ook extra middelen worden ingezet ter versterking van de strafrechtsketen. Ook wordt specifiek aanvullende capaciteit beschikbaar gesteld voor versterking van de opsporing van (zware) georganiseerde en ondermijnende criminaliteit.
Elke politie-eenheid beschikt over specialisten op het onderwerp Wapens, Munitie en Explosieven (WME) binnen de Forensische Opsporing. In het geval van Explosieven zoals handgranaten zijn ook specialisten met kennis over dit onderwerp te vinden in andere teams, bijvoorbeeld Team Explosieven Veiligheid (TEV) en Crisis- en Conflictbeheersing (CCB). Binnen verscheidene basisteams zijn er Taakaccenthouders Wapens, Munitie en Explosieven. Bovendien kunnen Regionale Recherche teams voor dergelijke opsporingsvraagstukken zorg dragen. De combinatie van deze verscheidene teams zorgen voor een breed gelegd kennisniveau bij de Nationale politie op het gebied van explosieven.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Groothuizen (D66) van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het gebruik van handgranaten door criminelen als dreigmiddel (ingezonden 7 september 2018) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.