Ingediend | 2 augustus 2018 |
---|---|
Beantwoord | 13 september 2018 (na 42 dagen) |
Indiener | John Kerstens (PvdA) |
Beantwoord door | Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z14483.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-3211.html |
Ja.
Het klopt dat van de zorgaanbieders uit het onderzoek van de Consumentenbond, aanvankelijk slechts twee organisaties aan de vijftien onderzochte randvoorwaarden voldeed en zeven zorgaanbieders aan geen van deze voorwaarden voldeden. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) constateert dat veel nieuwe zorgaanbieders de regels vaak niet kennen en niet weten hoe zij die regels moeten toepassen. Door het inspectiebezoek worden zij hierover geïnformeerd. De IGJ gaat uit van de verbetercapaciteit van de zorgaanbieder en geeft zorgaanbieders opdracht om tekortkomingen aan te pakken. Bij een hertoetsing, die binnen twee maanden plaatsvindt, is vaak al veel verbetering zichtbaar. Echter ook dan blijkt dat een groot aantal zorgaanbieders dan nog niet aan alle eisen voldoet. Op dit moment is dit bij 26 van de 50 onderzochte zorgaanbieders het geval. De IGJ eist daarom verdere verbetering bij die zorgaanbieders. Voor een deel betreft het administratieve zaken die niet onmiddellijk van invloed zijn op de kwaliteit van zorg. Waar dat wel het geval is, komt de IGJ langs voor een herbezoek. Deze herbezoeken zijn gepland. Als er ernstige risico’s zijn, pakt de IGJ deze met spoed op. Bij een zorgaanbieder die niet in staat is of niet bereid is om de zorg te verbeteren, neemt de IGJ een passende maatregel. Dat varieert van een vervolgbezoek of directe verbetermaatregelen tot handhavingsmaatregelen zoals het instellen van verscherpt toezicht of een aanwijzing.
Nieuwe zorgaanbieders komen nu pas in beeld bij de IGJ als ze al enige en soms al langere tijd zijn begonnen met het leveren van zorg. In september 2017 is het wetsvoorstel Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) ingediend bij uw Kamer. De Wtza introduceert een meldplicht voor alle nieuwe zorgaanbieders die zorg gaan bieden zoals omschreven in de Wet kwaliteit klachten en geschillen zorg (Wkkgz).
Deze meldplicht moet ertoe leiden dat nieuwe zorgaanbieders zich al voor de start van de zorgverlening bewust zijn van voorwaarden voor goede zorg en hun verantwoordelijkheid hiervoor. In de brief die u binnenkort ontvangt over de berichtgeving over het onderzoek van de consumentenbond ga ik nader in op de te ondernemen acties.
Zie antwoord vraag 2.
De regelgeving voor de deskundigheid van personeel moet nageleefd worden. In de praktijk is het zo dat veel zorgaanbieders in de thuiszorg zowel zorg op basis van de zorgverzekeringswet (Zvw), de wet langdurige zorg (Wlz) en de wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) leveren. Er is verschil in de scholingseisen voor de verschillende zorgvormen. Of de inzet van ongeschoold personeel verantwoord is, is dus van de situatie (en de zorgtaak) afhankelijk: voor bepaalde Wmo taken kan deze inzet wel verantwoord zijn.
Daar waar de IGJ constateert dat de scholing van het personeel niet aansluit bij de zorgvraag van de cliënt, wordt de zorgaanbieder daarop aangesproken, en wordt per direct verbetering geëist. Wanneer verbetering uitblijft volgen zwaardere handhavingstappen. Wanneer het gaat om PGB-gefinancierde zorg kiest de cliënt zelf zijn zorgverlener, bij de groep van 50 zorgaanbieders die de consumentenbond onderzocht, waren 28 aanbieders die (ook) zorg op basis van PGB leverden. Het zorgkantoor heeft bij het toekennen van het PGB dan ook een rol om na te gaan of cliënt diens budget kan beheren en of de zorg van toereikende aard is.
Zie ook mijn antwoord op vraag 4
Het is positief dat de sector, gezien de personeelstekorten in de gehele zorg en welzijnsector, goed kijkt naar welk personeel voor welke taken ingezet worden.
Het is van belang dat het juiste personeel met de juiste vaardigheden en scholing worden ingezet en dat zorgaanbieders weten welke wetgeving en regels daarvoor gelden. Zoals eerder genoemd weten nieuwe zorgaanbieders dat nu vaak nog niet (voldoende). Indien die regels niet gevolgd worden, spreekt de IGJ een zorgaanbieder hierop aan.
Samen met de Minister voor Medische Zorg en Sport en de Staatssecretaris van VWS heb ik mede namens de ministerie Onderwijs Cultuur en Wetenschap en Sociale Zaken en Werkgelegenheid in maart van dit jaar het actieprogramma Werken in de Zorg gelanceerd voor zorg en welzijn. Voor de hele sector geldt dat er sprake is van oplopende personeelstekorten als we nu niets anders doen. De personele opgave vraagt om een aanpak gericht op de lange termijn van alle partijen samen. Daarom werken we met het veld langs de actielijnen meer kiezen voor de zorg, beter opleiden voor de zorg en anders werken in de zorg aan het terugdringen van het personeelstekort. In elke regio wordt een regionaal actieplan aanpak tekorten (RAAT) opgesteld. Zorginstellingen, onderwijs, medewerkers, inkopers en overheden werken in de regio aan het oplossen van hun knelpunten op de arbeidsmarkt.
VWS ondersteunt deze actieplannen met de scholingsimpuls Sectorplanplus voor het opleiden van nieuwe medewerkers (€ 320 mln in de periode 2017–2021). Zorginstellingen kunnen hierop een beroep doen mits ze zich verbinden aan een regionaal actieplan. Met het Stagefonds (112 mln. per jaar) kunnen thuiszorgorganisaties (net als alle zorgorganisaties) ondersteuning krijgen voor de begeleiding van stages.
In het najaar wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van het Actieprogramma Werken in de Zorg.
Zoals ik in het debat over het kwaliteitsplan zorg in verpleeghuizen op 27 juni j.l. meldde, is het van belang dat we de bestaande werkwijzen in de zorg benutten. En dat betekent dat wanneer risico’s in de zorg geconstateerd worden of wanneer mensen zorgen hebben over de zorg, zij bij het landelijk meldpunt zorg terecht kunnen. De IGJ beoordeelt deze signalen en zet zo nodig nader onderzoek en waar nodig handhaving in. Wanneer de inspectie een maatregel oplegt publiceert zij daar ook over, zodat dit voor een ieder bekend is. Dat geldt zorgbreed en dus ook voor de thuiszorg. Ik zie geen reden om daar een ander systeem naast te organiseren.
De vragen van het Kamerlid Kerstens (PvdA) over Falend toezicht en ongeschoold personeel in de thuiszorg (2018Z14483) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat de afstemming ten behoeve van de beantwoording van de vragen meer tijd nodig heeft. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.