Ingediend | 26 juli 2018 |
---|---|
Beantwoord | 12 september 2018 (na 48 dagen) |
Indieners | Peter Kwint , Frank Futselaar |
Beantwoord door | Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66), Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z14367.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-3188.html |
Ja. Het lerarentekort is in een aantal regio’s al goed merkbaar. In de brief over het lerarentekort die u recent heeft ontvangen zijn daarom extra acties aangekondigd, waaronder de inzet van aanjagers in de regio.
Het ministerie heeft geen actueel vacatureoverzicht. Dat is ook niet mogelijk, want vacatures komen en gaan en daarmee verandert de stand elke dag. Het monitoren hiervan zou een hoge administratieve druk bij scholen opleveren. Bovendien worden niet alle vacatures openbaar gemaakt.
We monitoren met de Arbeidsmarktbarometer wel het aantal online vacatures op jaarbasis. Daarnaast kijken we hoelang het duurt totdat vacatures worden vervuld. Bovendien worden we frequent op de hoogte gehouden van de stand van zaken door de verschillende onderwijsorganisaties.
Afgelopen november hebben wij de laatste jaarrapportage van de Arbeidsmarktbarometer naar uw Kamer gestuurd.2 Komend najaar zullen wij dat opnieuw doen.
Zoals wij hebben geantwoord op de Kamervragen van het lid Van der Hul (ingezonden 9 juli), de leden Kwint en Westerveld (ingezonden 9 juli) en eerder gestelde Kamervragen over commerciële organisaties3, is het aan scholen zelf of zij gebruik maken van uitzendbureaus. Wat zich nu lijkt voor te doen is dat er uitzendbureaus zijn die de schaarste op de arbeidsmarkt voor primair onderwijs aangrijpen om de tarieven te verhogen. Dat is wat ons betreft niet wenselijk. Wij hebben niet precies inzicht in hoeveel geld besturen de laatste vijf jaar hebben uitgegeven aan uitzendbureaus. Het ministerie gaat hier wel meer volledige en betrouwbare gegevens over verzamelen.
Zie antwoord vraag 3.
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de werkdruk in het onderwijs hoog is. Dat is niet wenselijk. Bestuurders en schoolleiders hebben een belangrijke rol bij het verlagen van de werkdruk. Zij zijn verantwoordelijk voor de organisatie van het onderwijs en goed personeelsbeleid. Het ministerie en de sociale partners hebben hiertoe onlangs het werkdrukakkoord gesloten waarmee invulling wordt gegeven aan de investering van het Kabinet om de werkdruk in het po te verlagen.
Daarnaast zijn wij positief over de afspraak in de nieuwe cao voor het voortgezet onderwijs dat leraren vanaf 1 augustus 2019 per jaar 50 uur ontwikkeltijd krijgen. Ook dit zal bijdragen aan de aantrekkelijkheid van het beroep.
In overleg met het team kunnen scholen bekijken hoe zij het onderwijs zo organiseren om meer tijd te creëren voor docenten. Bijvoorbeeld door een aanpassing van de dagindeling, vakdocenten, meer taakdifferentiatie binnen een divers(er) team of een bepaalde inzet van de werkdrukakkoordmiddelen. Scholen maken hierin eigen keuzes, zodat het voor hen het beste werkt.
Wij bezien dit vraagstuk daarom in relatie tot werkdruk, het lerarentekort en de ruimte voor ontwikkeltijd. In overleg met de verschillende partijen in het veld bekijken wij ook de samenhang met (de vernieuwing van) het curriculum. Het curriculum hangt immers samen met de omvang van de onderwijstijd.
Het aantal onderwijsuren in Nederland en Finland is niet één op één met elkaar te vergelijken gezien de verschillen tussen beide landen. Zo verschillen bijvoorbeeld de startleeftijd en het curriculum. Wel maken wij gebruik van ervaringen in het buitenland, bijvoorbeeld bij het nadenken over de invulling van de onderwijstijd.
Zie het antwoord op vraag 5.
Ja, dit klopt. Wij verwijzen u naar de brief over lerarentekort die wij recent aan uw Kamer hebben gestuurd. Wij reageren in deze brief op de toezegging aan het lid Özdil over de kosten voor een tweede studie in de sectoren zorg en onderwijs.
In aanvulling op het antwoord op vraag 8, willen wij aangeven dat er wel alternatieve mogelijkheden zijn. Voor personen die eerder een ho-opleiding hebben afgerond en die al over voldoende kennis en vaardigheden beschikken om direct voor de klas te staan, bestaat de mogelijkheid tot zijinstroom. Per zijinstromer kunnen schoolbesturen in aanmerking komen voor een subsidie van € 20.000,– voor de begeleiding en scholings- en vervangingskosten. Personen die al in het bezit zijn van een onderwijsbevoegdheid en die een lerarenopleiding willen volgen voor een andere onderwijssector, kunnen hiervoor de Lerarenbeurs aanvragen. Omdat zij al een onderwijsopleiding hebben gevolgd komen zij in aanmerking voor instellingscollegegeld. Hier wordt in de lerarenbeurs rekening mee gehouden.
Wij hebben u recent een brief over het lerarentekort gestuurd waarin wij onder andere een reactie geven op het betreffende advies van de Onderwijsraad.