Ingediend | 19 juli 2018 |
---|---|
Beantwoord | 26 juli 2018 (na 7 dagen) |
Indiener | Lilianne Ploumen (PvdA) |
Beantwoord door | Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z14252.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-2849.html |
Ja. Ik verwijs u hierbij ook naar mijn brief aan uw Kamer met kenmerk (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 2848) van 18 juli jl. en de beantwoording van de vragen van het lid Wilders (PVV) naar aanleiding van dezelfde berichtgeving.
Op 10 juli jl. heb ik tijdens een besloten bijeenkomst met Nederlanders gesproken die werkzaam zijn bij internationale organisaties. Mijn doel was een open uitwisseling te stimuleren en van de deelnemers hun ervaringen te horen. Mijn inbreng tijdens de vraag & antwoordsessie van de bijeenkomst was er deels op gericht te prikkelen.
Het Regeerakkoord is leidend bij de uitvoering van mijn ambt en de invulling van het beleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Ik zet mij volledig in om de daarin geformuleerde doelen en afspraken na te streven
Het kabinetsbeleid ten aanzien van Suriname is sinds aanname van de zogenaamde Amnestiewet in 2012 gericht op een zakelijke maar betrokken relatie.
Het Nederlands buitenlands beleid is al sinds jaar en dag gericht op het behartigen van de belangen van Nederland en Nederlanders, en op versterking van een op regels gebaseerde internationale orde. Zo is dit ook in het Regeerakkoord opgenomen. Deze uitspraken veranderen daar niets aan.
Zie antwoord op vraag 2. Ik heb tijdens de bijeenkomst illustraties gebruikt die ongelukkig kunnen overkomen.
Zoals uit de gepubliceerde beelden blijkt heb ik gezegd «Ze worden waarschijnlijk letterlijk in elkaar geslagen». Ik erken dat die uitspraak speculatief is. Zoals bekend is de inzet van het kabinet dat het thema migratie vraagt om Europese antwoorden. Daarom draagt het kabinet in contacten met andere lidstaten en de Europese Commissie uit dat alle lidstaten hieraan bijdragen. Ook geldt dat alle lidstaten zich aan de EU-regelgeving op het gebied van asiel en migratie moeten houden, alsook vanzelfsprekend de orde handhaven. Daarom is het belangrijk dat het werk aan dit dossier wordt voortgezet, ook al verlopen die gesprekken op enkele onderdelen zoals bekend moeizaam.
Zoals uw Kamer bekend leidt het thema migratie al geruime tijd tot diepgaande verschillen van mening tussen de lidstaten. Europese consensus op de interne aspecten van dit thema is lastig te bereiken en te behouden. Zo heeft een aantal lidstaten geweigerd uitvoering te geven aan een juridisch bindend besluit van de Raad met betrekking tot de verplichte relocatie van asielzoekers. Zoals vaak met uw Kamer besproken, ligt er nog geen voorstel voor een meer structurele regeling voor herverdeling op tafel waarin alle lidstaten zich kunnen vinden. Het heeft de voorkeur van het kabinet dat een zo groot mogelijk draagvlak bestaat binnen de Raad om tot een beter werkend Europees asielbeleid te komen, waarbij ook werkende afspraken worden gemaakt over de herverdeling van asielzoekers. Het standpunt van het kabinet, zoals in het regeerakkoord verwoord, is dat financiële steun vanuit de EU zou moeten worden geconditioneerd aan de inspanningen van lidstaten op het gebied van asiel en migratie. De Europese Raad heeft de Raad opgeroepen hieraan verder te werken zodat de ER hier in oktober weer over kan spreken.