Kamervraag 2018Z11719

De NAM die weigert op te draaien voor de versterkingskosten

Ingediend 19 juni 2018
Beantwoord 3 juli 2018 (na 14 dagen)
Indiener Henk Nijboer (PvdA)
Beantwoord door Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD)
Onderwerpen economie overige economische sectoren
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z11719.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-2629.html
1. Dagblad van het Noorden, «Wie trekt de portemonnee?» 18 juni 2017
  • Vraag 1
    Kent u het bericht «Wie trekt de portemonnee»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Klopt het dat de NAM als reden voor het escalatieoverleg de kosten voor de versterkingsoperatie aanvoerde?

    Nee. NAM heeft op 16 maart 2018 in een mail aan de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) en de Secretaris-Generaal van mijn ministerie aandacht gevraagd voor de zorg dat de huidige versterkingsoperatie volgens NAM niet in overeenstemming is met haar juridische verantwoordelijkheid om zo snel mogelijk de beoogde veiligheidsnorm te behalen. Dit omdat volgens NAM (1) gegeven de uitvoeringssnelheid van de huidige aanpak de Meijdam-norm niet op tijd zou worden behaald en (2) de aanpak voorbij gaat aan voortschrijdend inzicht in de NPR, en dit inzicht volgens NAM voor een versnelling zou kunnen zorgen. Daarbij heeft NAM ook aandacht gevraagd voor het feit dat een lager seismisch risico als gevolg van de afbouw van de gaswinning impact kan hebben op de inrichting en uitvoering van de versterkingsopgave. Deze punten tezamen vormden aanleiding voor NAM om, in lijn met de Samenwerkingsafspraken, in overleg te willen treden.

  • Vraag 3
    Waarom heeft u deze reden niet tijdens het plenair debat over het besluit over de gaswinning in Groningen op 7 juni 2018 kenbaar gemaakt aan de Kamer, terwijl daar expliciet om was gevraagd?

    NAM heeft kosten voor de versterkingsoperatie niet aangevoerd als reden voor het verzoek om overleg. In het betreffende debat heb ik hierover geheel in lijn met bovenstaande geantwoord dat NAM zorgen had over de versterkingsoperatie, met name ten aanzien van het tempo en de veiligheid. Daarbij heb ik ook benoemd dat NAM als operator een zorgplicht voor de veiligheid heeft en dat als NAM dus risico’s loopt als zij meent dat die veiligheid niet kan worden waargemaakt.

  • Vraag 4
    Klopt het dat de NAM agendeerde om de versterking van onveilige huizen (1.588 en 1.581) op te schorten? Wat was de conclusie van de bespreking?

    Nee, NAM heeft niet verzocht om het opschorten van versterkingswerkzaamheden. Het overleg dat in het kader van de Samenwerkingsafspraken tussen het Rijk, de NCG en NAM plaatshad op 28 mei 2018, had betrekking op de uitvoering van het kabinetsstandpunt zoals verwoord in mijn brief aan de regiobestuurders op 22 mei 2018 (Kamerstuk 33 529, nr. 468). De conclusies van het overleg zijn weergegeven in het gespreksverslag van dit overleg, dat op 6 juni 2018 aan uw Kamer is gezonden (Kamerstuk 33 529, nr. 472). Ik heb hierover gesproken met de regiobestuurders en met hen afgesproken dat de geplande inspectie- en engineeringswerkzaamheden vooralsnog worden voortgezet.

  • Vraag 5
    Waarom heeft de NAM nog altijd zoveel invloed op beslissingen die de directe veiligheid van Groningers raken, u beloofde toch dat dat afgelopen zou zijn?

    Ik heb altijd betoogd dat NAM geen rol meer moet hebben in de aansturing of de verwezenlijking van de schadeafhandeling en de versterkingsoperatie. Dit breed gedragen voornemen heeft niet ter discussie gestaan en staat dat nu ook niet. De schadeafhandeling is inmiddels volledig onafhankelijk georganiseerd: besluiten over individuele schadeverzoeken van bewoners worden nu genomen door een speciaal daarvoor ingerichte tijdelijke commissie met onafhankelijk benoemde leden. Het wetsvoorstel voor de verankering van een volledig publiekrechtelijke schadeafhandeling wordt voor de zomer opengesteld ter consultatie. Een vergelijkbare onafhankelijkheid wil ik organiseren voor de versterkingsoperatie. Totdat dit geregeld is, is het in een privaatrechtelijke situatie onvermijdelijk om voor de uitvoering van de versterkingsoperatie afspraken te maken tussen de betrokken partijen, waaronder NAM. Hiervoor gelden de Samenwerkingsafspraken tussen het Rijk, de NCG en NAM (Kamerstuk 33 529, nr. 248).

  • Vraag 6
    Welke rol spelen de zorgen van de NAM in het trage verloop van de versterkingsoperatie? Heeft de NAM tijd gerekt en geduwd om de kosten zo laag mogelijk te houden, waardoor mensen langer in onzekerheid en in onveilige huizen zaten?

    Het is niet in het belang van NAM om de versterkingsoperatie te vertragen of om mensen onnodig lang in een onveilig huis te laten wonen. Zoals ook aangegeven in mijn antwoord op vraag 3, is NAM juridisch aansprakelijk voor de gevolgen van aardbevingen die door de gaswinning worden veroorzaakt en loopt NAM als zodanig risico als de veiligheid onvoldoende gewaarborgd kan worden.

  • Vraag 7
    Welke rol speelt de opvatting van de NAM over de aansprakelijkheid voor de versterkingskosten in de onderhandelingen over het te sluiten Akkoord op hoofdlijnen?

    Binnenkort zal ik op basis van het advies van de Mijnraad een besluit nemen over de versterkingsopgave. Er zal geen discussie zijn over wie die kosten voor de noodzakelijke versterking zal betalen, aangezien NAM altijd heeft aangegeven deze kosten voor haar rekening te zullen nemen. Dit is nogmaals bevestigd in het Akkoord op Hoofdlijnen dat ik op maandag 25 juni jl. met de aandeelhouders van NAM heb gesloten en waarin staat dat NAM haar volledige verantwoordelijkheid blijft nemen voor de betaling van de kosten van zowel de schadeafhandeling als de versterkingsopgave.

  • Vraag 8
    Bent u bereid het Akkoord op hoofdlijnen niet eerder te ondertekenen dan nadat de Algemene Rekenkamer een voorlichting aan de Kamer geeft over het budgetrecht van de Kamer in dit verband en het voldoen aan de voorschriften zoals vastgelegd in de Comptabiliteitswet? Zo nee, waarom niet?

    Zoals ik samen met de Minister van Financiën heb aangegeven (Aanhangsel van de Handelingen 2017–2018, nr. 2412), bepaalt artikel 4.6 van de Comptabiliteitswet 2016 dat een Minister namens de Staat overeenkomsten mag aangaan zonder dat hiervoor het parlement vooraf hoeft te worden geraadpleegd. Op basis van deze bevoegdheid is het de Staat die overeenkomsten met private partijen afsluit, waarbij de Tweede Kamer het kabinet hierop aan de hand van het parlementaire budgetrecht kan controleren. Het resultaat van de onderhandelingen valt niet onder de voorhang van de Comptabiliteitswet 2016.
    Ik wil uw Kamer maximale transparantie bieden, en heb daarom het Akkoord op Hoofdlijnen, geschoond van bedrijfsgevoelige informatie, naar de Kamer gestuurd (Kamerstuk 33 529, nr. 493). Mocht uw Kamer dat wensen, dan ben ik bereid in een vertrouwelijke briefing toelichting te geven op het integrale Akkoord op Hoofdlijnen, dus inclusief bedrijfsvertrouwelijke elementen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2018Z11719
Volledige titel: De NAM die weigert op te draaien voor de versterkingskosten
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20172018-2629
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Nijboer over ‘de NAM die weigert op te draaien voor de versterkingskosten’