Ingediend | 14 juni 2018 |
---|---|
Beantwoord | 4 september 2018 (na 82 dagen) |
Indieners | Machiel de Graaf (PVV), Gidi Markuszower (PVV) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid terrorisme |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z11384.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-3082.html |
Ja.
Een enkelband is een effectief hulpmiddel om naleving van een locatieverbod of -gebod te controleren. Binnen het Nederlands rechtsbestel is de rechter bevoegd te oordelen over passende sancties en eventuele voorwaarden, waaronder de inzet van een enkelband. Het past mij niet om mij hierover uit te spreken.
Aangezien het hier gaat om een individuele strafzaak die nog onder de rechter is, kan ik niet op deze vraag ingaan.
In het Nederlandse rechtsbestel is het de rechter die oordeelt over de strafmaat.
Na onherroepelijke veroordeling voor een terroristisch misdrijf, kan het Nederlanderschap op grond van artikel 14, tweede lid aanhef en onder b, Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN), door de Minister van Justitie en Veiligheid worden ingetrokken. De intrekking van het Nederlanderschap mag niet tot staatloosheid leiden. Wanneer het Nederlanderschap wordt ingetrokken wordt de betrokken persoon tevens tot ongewenst vreemdeling verklaard en gesignaleerd in het Schengen Informatie Systeem (SIS). Deze signalering heeft tot doel te voorkomen dat betrokkene ongezien het Schengengebied in komt.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Markuszower en De Graaf (beiden PVV) van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Jihadist Maastricht verdacht van betrokkenheid bij ontvoering Zuid-Afrika» (ingezonden 14 juni 2018) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.