Ingediend | 13 juni 2018 |
---|---|
Beantwoord | 11 juli 2018 (na 28 dagen) |
Indiener | Martijn van Helvert (CDA) |
Beantwoord door | Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | europese zaken internationaal |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z11192.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-2729.html |
Ja.
Het kabinet is van mening dat de soevereiniteit en territoriale integriteit van landen moet worden gerespecteerd. Het kabinet is van mening dat de schending van elk luchtruim een ernstig feit op zichzelf is. De Voorzitter van de Europese Commissie Juncker sprak op 12 februari jl. zijn afkeuring uit over het rammen van een Grieks kustwachtvaartuig bij Imia, evenals de Voorzitter van de Europese Raad Tusk die Turkije de volgende dag opriep om de territoriale integriteit van EU-lidstaten te respecteren. Ook in de conclusies van de Europese Raad van 22 maart jl. en de Raad Algemene Zaken van 26 juni jl. wordt Turkije opgeroepen de territoriale integriteit en soevereiniteit van alle EU-lidstaten te respecteren. Nederland verwelkomt de uitspraken van beide Voorzitters en steunt de oproep in de Raadsconclusies.
Zie antwoord vraag 2.
Het kabinet beschikt over onvoldoende feitelijke informatie over de toedracht van dit ongeval om dit te beoordelen.
Het kabinet is van mening dat de soevereiniteit en territoriale integriteit van landen moet worden gerespecteerd.
Het kabinet is van mening dat de schending van elk luchtruim een ernstig feit op zichzelf is. Het kabinet beschikt over onvoldoende feitelijke informatie om een uitspraak te doen over deze specifieke kwestie.
Turkije en Griekenland hebben een lange en gecompliceerde geschiedenis met verschillende perioden van spanning. Veel van deze spanningen zijn veroorzaakt door een verschil van mening tussen beide landen over de precieze afbakening van lucht- en zeegrenzen. In dit verband is relevant dat Turkije geen partij is bij het VN-Verdrag inzake het recht van de zee. Nederland ziet graag dat dit verschil van inzicht wordt opgelost in overeenstemming met geldend internationaal recht.
De uitspraken van president Erdogan lijken te passen in een patroon van verhoogde aandacht voor regionale situaties, omstandigheden en kwesties, waarbij het gebruik van retoriek niet wordt geschuwd. Nederland stelt zich op het standpunt dat internationaal recht te allen tijde dient te worden gerespecteerd. Zie ook het antwoord op de vragen 2 en 3.
Zie antwoord vraag 7.
Op basis van het zeerecht heeft een kuststaat in zijn Exclusieve Economische Zone (EEZ) soevereine rechten ten behoeve van de exploratie en exploitatie van de natuurlijke rijkdommen van de zeebodem en de ondergrond daarvan. Turkije heeft bezwaren tegen de omvang van de door Cyprus uitgeroepen EEZ die door de EU wordt erkend.
Begin februari jl. verhinderde een Turks marineschip de vrije doorvaart van een exploratieschip van de Italiaanse onderneming ENI dat proefboringen in de Cypriotische EEZ uit wilde voeren. Nederland moedigt tezamen met andere EU-lidstaten de betrokken partijen aan de herenigingsonderhandelingen te hervatten, zodat deze kwestie wordt opgelost.
Zie antwoord vraag 9.
President Tusk van de Europese Raad riep Turkije 13 februari jl. op om de territoriale integriteit van EU-lidstaten te respecteren. Deze oproep is tijdens de Europese Raad van 22 maart jl. en opnieuw tijdens de Raad Algemene Zaken van 26 juni jl. in raadsconclusies opgenomen tezamen met een veroordeling van de Turkse activiteiten. Het is niet zo dat de EU een Turkse blokkade de facto ondergaat. Nederland moedigt tezamen met andere EU-lidstaten de betrokken partijen aan de herenigingsonderhandelingen te hervatten, zodat deze kwestie wordt opgelost.
Kern van de NAVO is een gedeelde verantwoordelijkheid voor de collectieve verdediging van het NAVO-grondgebied. Turkije en Griekenland leveren hieraan een belangrijke bijdrage. Beide landen zijn gecommitteerd aan de NAVO en voldoen aan de NAVO-verplichtingen. Bilaterale problematiek strekt zich niet uit tot het NAVO-bondgenootschap. De twee NAVO-bondgenoten moeten in de eerste plaats zelf zekerstellen dat incidenten in de toekomst worden vermeden. Cyprus is geen lid van de NAVO. Nederland moedigt tezamen met andere EU-lidstaten betrokken partijen aan de herenigingsonderhandelingen te hervatten.
Het kabinet is van mening dat de soevereiniteit en territoriale integriteit van landen moet worden gerespecteerd. Zoals reeds in het antwoord op eerdere vragen gesteld is het kabinet van mening dat de schending van elk luchtruim een ernstig feit is op zichzelf is. Nederland verwelkomt dan ook de raadsconclusies van de Europese Raad van 22 maart jl. en de Raad Algemene Zaken van 26 juni jl. waarin de EU Turkije oproept de territoriale integriteit van EU-lidstaten te respecteren. Nederland ziet graag dat dit verschil van inzicht wordt opgelost met respect voor geldend internationaal recht. Het ligt dan ook niet voor de hand dat Nederland in deze kwestie op dit moment een actieve rol speelt.
Zie antwoord vraag 13.