Ingediend | 8 juni 2018 |
---|---|
Beantwoord | 18 juli 2018 (na 40 dagen) |
Indieners | Gert-Jan Segers (CU), Kees van der Staaij (SGP) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA), Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (D66) |
Onderwerpen | recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z10845.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-2797.html |
Ja.
Het lokale gezag draagt in het algemeen zorg voor de veiligheid en het welzijn van haar burgers. Het lokale gezag beoordeelt in hoeverre de persoon en/of zijn werkgever in staat is weerstand te bieden aan de dreiging. Indien nodig, treft zij aanvullende beveiligingsmaatregelen. Hierbij is de inschatting van de dreiging en het risico leidend voor het vaststellen van het beoogde weerstandsniveau en de bijbehorende beveiligingsmaatregelen.
Mensen in Nederland moeten in vrijheid hun geloof kunnen belijden en uitleven, binnen de grenzen van de rechtsstaat. Wanneer sprake is van bedreiging, al dan niet met een discriminatoir motief, is het van belang om hiervan melding of aangifte te doen bij de politie. Meldingen en aangiftes van discriminatie en bedreiging worden serieus behandeld en opgepakt.
De politie kan dit registreren als discriminatie of – waar sprake is van bedreiging – als bedreiging. Vorig jaar is er een samenwerkingsconvenant gesloten tussen de politie, het Openbaar Ministerie en antidiscriminatie voorzieningen om de aanpak van discriminatie een impuls te geven. Deze samenwerking leidt ertoe dat een beter beeld wordt verkregen van discriminatiezaken in Nederland, zodat gerichter maatregelen kunnen worden ingezet om discriminatie aan te pakken. De politie screent landelijk de politiesystemen op mogelijke discriminatiezaken. Per 1
De vrijheid van meningsuiting is een groot goed in onze democratische samenleving. Een ieder moet de mogelijkheid hebben om – binnen de grenzen van de wet – zijn of haar gedachten te kunnen verwoorden in een vrij maatschappelijk debat. Het is zeer kwalijk als men zich onder druk van dreigingen moet terugtrekken uit dit debat. Als er concrete aanwijzingen zijn dat dat gebeurt, dient direct tegen dergelijk gedrag te worden opgetreden. Men moet zich onbedreigd weten bij het uiten van hun mening of geloof. In geval van dreiging of intimidatie kan melding of aangifte bij politie worden gedaan. Tevens lopen er diverse bescherming en preventieprogramma’s voor situaties waarin de vrijheid van burgers beperkt worden. In brede zin zet dit kabinet fors in op het verder terugdringen van criminaliteit en een veiliger Nederland. Dit betreft o.a. investeringen in de politie waar een stevig accent gelegd wordt op de toekomstige versterking van opsporing, het verzwaren van strafmaten in het algemeen en verbetering en versterking van de strafrechtketen als geheel. Indien sprake is van een strafbaar feit kan daarvan aangifte worden gedaan bij de politie, waarna het Openbaar Ministerie een strafrechtelijk onderzoek kan starten. Het Openbaar Ministerie zet in op de opsporing van dit soort zaken en neemt de zaken uiterst serieus.
De gerichte aanpak waar u naar vraagt wordt uitgevoerd op lokaal niveau. Gemeenten zijn regiehouders in de lokale aanpak die tot doel heeft radicalisering, extremisme en dreigingen te onderkennen en daarop te interveniëren. Een onderdeel van de lokale aanpak is het multidisciplinaire casusoverleg waarin informatie over personen die (mogelijk) geradicaliseerd zijn of een dreiging vormen wordt gedeeld, geduid en een plan van aanpak wordt opgesteld met als doel het indammen van de dreiging die van een persoon uitgaat. Lokale en landelijke partners werken nauw samen en er is een palet aan maatregelen beschikbaar. NCTV adviseert gemeenten en andere partners over de aanpak van de jihadistische beweging. Verder kunnen gemeenten die geen actief beleid voeren op het thema radicalisering gebruik maken van regionale expertise en kennis die beschikbaar is bij (grotere) gemeenten, veiligheidshuizen en politie-eenheden. Binnen het lokale beleid en de bovengenoemde casusoverleggen wordt er aandacht besteed aan voorkomen van bedreiging en intimidatie. Daarnaast overleggen Politie, Openbaar Ministerie en antidiscriminatievoorzieningen in regionale discriminatieoverleggen over trends en spanningen die samenhangen met de verschillende discriminatiegronden, waaronder ras en religie.
Hierbij bericht ik u, mede namens Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat de schriftelijke vragen van de leden Van der Staaij (SGP) en Segers (ChristenUnie) over de berichten «Ander huis gezocht voor bedreigde christelijke Syriër en Syrische christen uit Overijssel krijgt dreigbrief, van IS» (ingezonden 8 juni 2018) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.