Ingediend | 6 juni 2018 |
---|---|
Beantwoord | 16 augustus 2018 (na 71 dagen) |
Indieners | Renske Leijten , Ronald van Raak |
Beantwoord door | Menno Snel (staatssecretaris financiën) (D66) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z10601.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-2902.html |
Op 17 april 2018 zijn in een onderzoek naar een crimineel samenwerkingsverband, dat er van verdacht wordt zich bezig te houden met de invoer van verdovende middelen via de haven van Rotterdam, acht verdachten aangehouden in de regio Rijnmond. Eén van de verdachten in dit onderzoek was inderdaad werkzaam bij de Belastingdienst. Hij wordt ervan verdacht vertrouwelijke informatie te hebben doorgegeven aan de criminele organisatie.
Opsporingsdiensten bepalen binnen de wettelijke grenzen zelf wie, onder welke voorwaarden, tot welke informatie in welke systemen toegang krijgt. Voor wat deze zaak betreft geldt dat ik geen mededelingen kan doen over een concreet stafrechtelijk onderzoek.
De Rijksrecherche heeft in 2017 in totaal 105 oriënterende, feiten- en strafrechtelijke onderzoeken verricht, waarvan 22 naar ambtelijke corruptie en 23 naar schending geheimhoudingsplicht1. In dat kader verwijs ik tevens naar de beantwoording op de vragen van het lid Helder (PVV) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «OM ziet opvallende stijging aantal corruptiezaken binnen politie en douane» en het Jaarbericht OM 2017 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 2825). Het WODC heeft onderzoek gedaan naar de relatie tussen georganiseerde criminaliteit en integriteitsschendingen binnen rechtshandhavingsorganisaties over de periode 2012–2016. Het onderzoek was op vier overheidsdiensten gericht, namelijk op de politie, Douane, Koninklijke Marechaussee (KMar) en de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD). Het onderzoek is, voorzien van een beleidsreactie, op 14 september 2017 (Kamerstuk 28 844, nr. 121), door de Minister van Justitie en Veiligheid, mede namens de Minister van Defensie en de Staatssecretaris van Financiën, aan uw Kamer gestuurd.
Over 2017 en 2018 zijn mij bij de Douane geen gevallen bekend van ernstige integriteitsschendingen in relatie tot georganiseerde criminaliteit waarbij douaniers zijn aangehouden of ontslagen. Het werk van de Douane – controleren van goederen – brengt altijd risico’s van beïnvloeding met zich mee. De Douane hanteert maatregelen om integriteitsincidenten zoveel mogelijk te voorkomen. Het is echter nooit uit te sluiten dat integriteitsschendingen plaatsvinden.
Als blijkt dat er onverhoopt toch mogelijk strafbare feiten zijn gepleegd, dan wordt deze informatie overgedragen aan de opsporingsinstanties.
Ik heb geen aanwijzingen dat er sprake is van het op grote schaal omkopen van medewerkers van de Douane en de Belastingdienst. Zie tevens het antwoord op vraag 4. Op dit moment heb ik dan ook geen aanleiding om een onderzoek te laten instellen.
Bij ondermijnende criminaliteit gaat het om een breed scala aan criminele fenomenen en hun ondermijnende werking op de samenleving. Eén van die ondermijnende effecten is de verwevenheid van onder- en bovenwereld. Die moet met kracht worden tegengegaan en dat is ook de inzet van het kabinet. In de brief van de Minister van Justitie en Veiligheid van 11 juli 2018 wordt uiteengezet hoe de aanpak de komende jaren zal worden versterkt en versneld.