Ingediend | 29 mei 2018 |
---|---|
Beantwoord | 16 juli 2018 (na 48 dagen) |
Indiener | Nevin Özütok (GL) |
Beantwoord door | Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66), Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66) |
Onderwerpen | burgerlijk recht recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z09845.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-2777.html |
Ja.
Ik kan me voorstellen dat men een dergelijke mogelijkheid als een steun in de rug zou beschouwen.
De uitspraak van het Duitse Bundesverfassungsgericht over de registratie van «inter/divers» in het geboorteregister naast «man» en «vrouw» is, evenals de uitspraak van de rechtbank Limburg, geagendeerd door de Commissie van advies voor de zaken betreffende de burgerlijke staat en de nationaliteit.
De bevindingen van de Commissie zullen worden betrokken bij het bezien, samen met mijn collega bewindspersonen, van mogelijke nader te zetten stappen. Daarbij moet ook bekeken worden wat de juridische en financiële gevolgen zijn, alsmede wat de eventuele ict-implicaties zouden zijn. Het Kabinet hecht er verder aan om ook de zienswijze van de belangenorganisaties te vernemen, alvorens tot een beslissing te komen.
Wat betreft de registratie van het geslacht in de basisregistratie personen (BRP) volgt uit de Wet BRP dat de akten die zijn opgenomen in de registers van de Nederlandse burgerlijke stand de belangrijkste brondocumenten zijn waaraan de gegevens in de BRP worden ontleend. Dat geldt ook voor het gegeven «geslacht». In de Nederlandse geboorteakte kan, naast de vermelding van het mannelijk of vrouwelijk geslacht, ook vermeld zijn dat het geslacht van het kind bij geboorte niet is kunnen worden vastgesteld.
Alvorens u te informeren over mogelijke nader te zetten stappen hecht ik er – zoals gezegd – aan, de bevindingen van de Commissie van advies voor de zaken betreffende de burgerlijke staat en de nationaliteit af te wachten alsmede de inventarisatie van de juridische en financiële gevolgen en eventuele ict-implicaties. Zie verder antwoord op vraag 2.
Zie antwoord vraag 3.
Op 29 mei 2018 jongstleden heeft het lid Özütok (GroenLinks) van uw Kamer schriftelijke vragen gesteld (2018Z09845) over de uitspraak van de rechtbank Limburg waarin staat dat ook «geslacht is niet kunnen worden vastgesteld» in de geboorteakte mag komen te staan. Tot mijn spijt is beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk, omdat de interdepartementale afstemming meer tijd kost dan verwacht. Ik zal de vragen van het lid Özütok (GroenLinks) zo snel mogelijk beantwoorden.