Ingediend | 25 mei 2018 |
---|---|
Beantwoord | 26 juni 2018 (na 32 dagen) |
Indieners | Leendert de Lange (VVD), Dennis Wiersma (VVD) |
Beantwoord door | Tamara van Ark (staatssecretaris sociale zaken en werkgelegenheid) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z09665.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-2557.html |
Ja, daar ben ik mee bekend.
Het kabinet vindt dat iedereen, ook zzp’ers, met (dreigende) problematische schulden toegang moeten hebben tot hulp. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de toegang en de kwaliteit van de schuldhulpverlening aan hun inwoners. De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) sluit op voorhand, behalve onrechtmatig verblijvende vreemdelingen, geen groepen mensen uit. De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening vormt derhalve geen belemmering om zzp’ers in principe toe te laten tot schuldhulpverlening.
Voor welke (schuld)hulpverlening mensen in aanmerking komen, is afhankelijk van de individuele situatie. Gemeenten kijken aan de hand van de individuele situatie welke dienstverlening passend is. Indien het voortbestaan van de onderneming van een zelfstandige in gevaar is vanwege te hoog oplopende schulden, zal de zelfstandige vaak eerst bij een bank aankloppen voor extra krediet. Als het niet mogelijk is het benodigde extra krediet bij een bank te verkrijgen, dan kan het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz2004) een passende oplossing bieden. De gemeente zal een onderzoek doen, onder andere naar de schuldensituatie van de zelfstandige en de levensvatbaarheid van de onderneming. Als de onderneming levensvatbaar is, dan kan (extra) bedrijfskapitaal van gemeenten worden geleend waarmee de schulden geherfinancierd kunnen worden. Indien de onderneming niet levensvatbaar is, zal voor de zelfstandige vaak geen andere mogelijkheid resten dan het staken van de onderneming. In het geval dat de zelfstandige besluit te stoppen met de onderneming kan de gemeente in sommige gevallen vanuit het Bbz helpen tijdens het beëindigen van het bedrijf en kan de zelfstandige zich wenden tot de gemeentelijke schuldhulpverlening.
Op basis van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) heeft de gemeente de verantwoordelijkheid voor de schuldhulpverlening aan haar inwoners. Mensen kunnen niet bij voorbaat worden uitgesloten van schuldhulpverlening. Het is aan gemeenten om op basis van de wet een individuele afweging te maken inzake de toegang tot de gemeentelijke schuldhulpverlening. Een gemeente kan op basis van deze individuele afweging schuldhulpverlening ook weigeren, bijvoorbeeld omdat iemand fraude heeft gepleegd of omdat iemand eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening.
Gemeenten hebben beleidsvrijheid bij de invulling van hun schuldhulpverlening. Ze staan immers dicht bij hun inwoners en kunnen goed afwegen wat er lokaal nodig is. Op basis van de Wgs moet elke gemeente een plan opstellen dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening aan haar inwoners. Hierdoor zijn er lokaal verschillen te zien.
Het kabinet ziet dat gemeenten volop investeren in de kwalitatieve verbetering van de schuldhulpverlening en werkt samen met de gemeenten om deze ontwikkeling te steunen. In de Brede Schuldenaanpak wordt uitgebreid ingegaan op de verschillende actielijnen die het kabinet daartoe uitzet.
Ik ben bereid om samen met gemeenten het kennisniveau rond zzp’ers met schulden te verhogen. Gemeenten hebben in de basis voldoende kennis om schuldhulpverlening te bieden aan zelfstandigen. Wel komt naar voren uit de gesprekken die het kabinet met gemeenten voert dat er behoefte is aan meer kennisdeling en -ontwikkeling, om zo de effectiviteit van de gemeentelijke dienstverlening te verhogen. Daarom wordt 10% van de 80 mln. die het kabinet de komende drie jaar ter beschikking stelt voor het voorkomen van schulden en de bestrijding van armoede, onder meer ingezet ter versterking van de landelijke ondersteuning van gemeenten door kennisontwikkeling, professionalisering, kennisuitwisseling, monitoring en coördinatie.
De overige 90% zal via een decentralisatie-uitkering beschikbaar worden gesteld aan gemeenten. Onder andere om een impuls te geven aan de verbetering van de toegang tot en effectiviteit van de gemeentelijke schuldhulpverlening. Gemeenten kunnen zo zelf invulling geven aan de lokale besteding van deze middelen voor dit doel.
Zoals ik tijdens het AO Brede Schuldenaanpak op 14 juni jl. aan u heb toegezegd, zal ik daarnaast in het Gemeentenieuws van SZW (voorheen: Verzamelbrief aan gemeenten) specifiek aandacht besteden aan de toegang tot de schuldhulpverlening voor zzp’ers.
Zie antwoord vraag 5.
Zie antwoord vraag 5.
Ik vind het jammer dat de bekendheid van deze regeling volgens dit onderzoek tegenvalt. Het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz2004) is een passend instrument voor gemeenten om zelfstandigen die (tijdelijk) in financiële problemen komen te ondersteunen (zie ook het antwoord op vraag 2). Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de lokale bekendheid en uitvoering van het Bbz2004. Veel gemeenten hebben ook al dienstverlening die zich specifiek richt op zelfstandigen, bijvoorbeeld in de vorm van een (digitaal) loket.
Ook het kabinet zet zich in om de bekendheid van het Bbz2004 en de mogelijkheden voor ondernemers om met schulden om te gaan, te vergoten. Dit gebeurt onder andere via informatiefilmpjes en de website van de rijksoverheid.2
Ik werk ook in de toekomst graag met belangrijke partners als Divosa samen om de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening te verbeteren. Met de Brede Schuldenaanpak wordt onder andere voortgebouwd op reeds goed lopende programma’s, waaronder «Vakkundig aan het werk» en «Schouders eronder». Divosa werkt in deze programma’s samen met onder andere het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan het vergoten kennis en vakmanschap.
In 2014 heeft Divosa, mede gefinancierd door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, ook een werkwijzer uitgebracht.3 Deze werkwijzer helpt beleidsmakers en uitvoerders bij gemeentelijke afdelingen om samen effectieve dienstverlening voor zelfstandigen met schulden in te richten.