Ingediend | 1 mei 2018 |
---|---|
Beantwoord | 27 juni 2018 (na 57 dagen) |
Indiener | Renske Leijten |
Beantwoord door | Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD), Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
Onderwerpen | economie financiën organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z08122.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-2579.html |
Het overleg met Commissaris Crețu op 24 april vormt onderdeel van het reguliere overleg dat het kabinet heeft met leden van de Europese Commissie in het kader van de Nederlandse belangenbehartiging in Brussel. Het kabinet acht het niet opportuun noch wenselijk om van elk gesprek dat bewindspersonen met leden van de Europese Commissie voeren, de Kamer te informeren. Immers, de uitkomsten van dergelijke gesprekken, die bijdragen aan de Nederlandse standpuntbepaling ten aanzien van Europese dossiers, worden conform de afspraken meegenomen bij de reguliere EU-informatievoorziening. Dit betreffen de BNC-fiches, de geannoteerde agenda voor de Raad, het Algemeen Overleg voorafgaand aan de Raad en nadien in het verslag van de Raad. Daarnaast bestaat er uiteraard de mogelijkheid voor de Kamer om via haar reguliere instrumentarium, zoals ook in dit geval, de leden van het Kabinet te bevragen. Overigens staat het de Kamer vrij om – zoals ook eerder is gebeurd – de leden van de Commissie uit te nodigen voor een gesprek over hun beleidsterrein.
Het verzoek om het verslag van het gesprek met de kamer kan ik niet inwilligen. Letterlijke verstrekking van dagelijkse verslagen vormen geen onderdeel van het reguliere verkeer tussen het Kabinet en het parlement. Hierover heeft uw Kamer eerder een brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ontvangen op 10 april 2015 (Kamerstuk 34 000 B, nr. 23)
Het kabinet probeert zijn inzet ten aanzien van het nieuwe MFK maximaal te verwezenlijken. Onderdeel daarvan zijn gesprekken met de Europese Commissie op politiek en ambtelijk niveau, om een nadere toelichting te krijgen op voorstellen van de Commissie en haar te overtuigen van de Nederlandse standpunten.
Zie antwoord vraag 1.
Het kabinet heeft een onderhandelingsinzet vastgesteld ten behoeve van het nieuwe MFK (zie bovengenoemde Kamerbrief d.d. 22 december 2017, Kamerstuk 21 501-20, nr. 1282). Op 1 juni is de Kamer per brief geïnformeerd over de kabinetsappreciatie van de recente commissievoorstellen voor het nieuwe MFK per 2021. De verschillende betrokken ministeries werken onder coördinatie van de Minister van Buitenlandse Zaken en in goede onderlinge afstemming nauw samen aan de kabinetsinzet op deelterreinen van het MFK. De Kamer zal hierover onder meer worden geïnformeerd via het reguliere kanaal van de BNC-fiches en de geannoteerde agenda’s van de Raden van Ministers.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 1.
Hierbij bericht ik u mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, dat de vragen van het lid Leijten (SP) over het bezoek van de Eurocommissaris Crețu in het kader van het cohesiebeleid en de volgende meerjarenbegroting (ingezonden op 1 mei 2018, met kenmerk 2018Z08122) niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord. Voor de beantwoording is meer tijd nodig vanwege interdepartementale afstemming. De beantwoording zal naar verwachting voor eind mei 2018 plaatsvinden.