Ingediend | 19 april 2018 |
---|---|
Beantwoord | 7 juni 2018 (na 49 dagen) |
Indiener | Ronald van Raak |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA), Cora van Nieuwenhuizen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z07408.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-2356.html |
Ja.
De 25 veiligheidsregio’s zijn verantwoordelijk voor de rampenbestrijding, crisisbeheersing en brandweerzorg in Nederland. Zij doen dit binnen de kaders van de Wet veiligheidsregio’s en onderliggende regelgeving. De veiligheidsregio’s en de daaronder ressorterende brandweer baseren zich bij hun optreden op de circulaire uit 2005 «Optreden van de brandweer bij een vuurwerkbrand».
Het optreden van de brandweer is afhankelijk van de desbetreffende vuurwerkklasse en de betrokken stoffen. De instructie is dat vuurwerk vanaf klasse 1.3 en zwaarder niet geblust kan worden. Het optreden is dan gericht op het voorkomen van het overslaan van de brand naar omliggende objecten, of bij zwaardere klassen het ontruimen van de omgeving en alarmering van de bevolking.
Voor de opslag van vuurwerk gelden de veiligheidsafstanden uit het vigerende Vuurwerkbesluit. Deze veiligheidsafstanden zijn afhankelijk van de gevaar-classificatie van het consumentenvuurwerk of professioneel vuurwerk en de opgeslagen hoeveelheid vuurwerk. De veiligheidsafstanden uit het Vuurwerk-besluit moeten worden aangehouden tussen de vuurwerkopslagplaatsen en kwetsbare objecten. Het Nederlandse consumentenvuurwerk behoort tot de subklasse 1.4. Bijbehorende veiligheidsafstanden variëren tussen 8 meter (opslag maximaal 10.000 kg) en 48 meter (meer dan 10.000 kg). Bij het blussen van vuurwerk van een 1.4 klasse wordt een veiligheidsafstand van 25 meter gehanteerd voor hulpverleners. De omgeving wordt tot 50 meter afgezet.
Het ADR stelt veiligheidseisen aan het internationale vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg en geeft geen veiligheidsafstanden met betrekking tot brandweerinzet bij een calamiteit.
Mij is geen informatie bekend over een dergelijke algemene maatregel. Ook Brandweer Nederland kan dat niet bevestigen.
De huidige blusinstructies zijn gebaseerd op bovengenoemde circulaire uit 2005. Hierin zijn afhankelijk van de klasse van vuurwerk veiligheidsafstanden opge-nomen waardoor brandweermannen niet onnodig in gevaar worden gebracht.
Nee, in Nederland zijn in overeenstemming met het vigerende Vuurwerkbesluit alle vuurwerkopslagplaatsen voorzien van een automatische sprinklerinstallatie, welke zorgt dat het vuurwerk in de bewaarplaats preventief wordt nat gemaakt bij brandoverslag en brandverspreiding van buiten naar binnen.
Daarnaast geldt volgens het vigerende Vuurwerkbesluit dat de drukontlasting via de deur moet plaatsvinden.
Het is niet uit te sluiten dat ter effectuering van het Vuurwerkbesluit destijds vuurwerkhandelaren in het verleden aangebrachte plofdaken moesten verwijderen. Specifieke gevallen zijn daarbij niet bekend en ik zie geen reden om het vigerende Vuurwerkbesluit aan te passen rond de huidige druk ontlastende voorziening via de deur.
Ja.
Het klopt dat een sprinklerinstallatie dient ter voorkoming van brandverspreiding. Sprinklerinstallaties zijn verplicht sinds de inwerkingtreding van het Vuurwerk-besluit in 2002. De werking van een sprinklerinstallatie zorgt dat niet de gehele partij vuurwerk in de opslagruimte in brand raakt wat resulteert in een lagere gasdruk in de opslagruimte dan zonder een sprinklerinstallatie.
Ja.
Vuurwerkopslagplaatsen dienen te voldoen aan de veiligheidsvoorschriften van het vigerende Vuurwerkbesluit. In het Vuurwerkbesluit zijn er veiligheidsvoor-schriften opgenomen voor de bescherming van kwetsbare objecten (omgeving). Deze veiligheidsvoorschriften hebben betrekking op de verschillende gevaar-classificaties van vuurwerk. Afhankelijk van de gevaarzetting van het vuurwerk gelden voor opslagplaatsen voor consumentenvuurwerk en professioneel vuurwerk verschillende veiligheidsafstanden tot kwetsbare objecten.
De betreffende vuurwerk opslagplaats in Heerde betreft een locatie waar minder dan 10.000 kg consumentenvuurwerk wordt opgeslagen. Daarvoor geldt volgens het vigerende Vuurwerkbesluit een veiligheidsafstand tot kwetsbare objecten van minimaal 8 meter.
Het klopt dat al na de vuurwerkexplosie van 1991 in Culemborg dergelijke aanbevelingen zijn gedaan door de toenmalige Inspectie voor het Brandweerwezen van het Ministerie van BZK. Het Kabinet heeft kort na de vuurwerkramp in Enschede de Kamer geïnformeerd over de gang van zaken met betrekking tot de afwikkeling van deze aanbevelingen. Ook in het rapport van de Commissie Oosting en het Kabinetstandpunt hierover is hierop ingegaan. Dit heeft uiteindelijk geleid tot strenge vuurwerkregels voor onder meer vuurwerkopslagplaatsen in het vigerende Vuurwerkbesluit en het zorgen voor het correct classificeren van vuurwerk voor vervoer binnen Verenigde Naties-verband, wat heeft geresulteerd in een Default-lijst voor de transportclassificatie van vuurwerk.
Het klopt dat tijdens Europese proeven in 2005 een zeecontainer met vuurwerk is geëxplodeerd. Uit een nadere classificatie van dit type vuurwerk is echter geconstateerd dat dit vuurwerk niet de classificatie 1.4G behoorde te hebben maar subklasse 1.1, met kans op explosiegevaar.
De vertegenwoordigers van de brandweer hebben naar aanleiding van die proeven inderdaad aangedrongen op de herziening van de blusvoorschriften. Dit heeft geleid tot een scherpere formulering van het optreden van de brandweer bij een vuurwerkbrand, die uiteengezet is in de Circulaire «Optreden van de brandweer bij een vuurwerkbrand» van 29 november 2005 en waarop de huidige blusinstructies gebaseerd zijn.
Onder de regelgeving rondom de opslag of het blussen van vuurwerk onder de regels van het Vuurwerkbesluit is bepaald dat consumentenvuurwerk zodanig verpakt moet zijn dat het uitsluitend kan worden geclassificeerd als vuurwerk dat behoort tot ADR-klasse 1.4G of 1.4S. Consumentenvuurwerk met klasse 1.4 levert bij opslag alleen brandgevaar op en reageert niet explosief.
Hierbij bericht ik u, mede namens Minister van Infrastructuur en Waterstaat dat de schriftelijke vragen van het lid Van Raak (SP) over de blusinstructie voor de brandweer bij vuurwerk en vuurwerkopslagplaatsen (ingezonden 19 april 2018) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.