Ingediend | 9 april 2018 |
---|---|
Beantwoord | 14 mei 2018 (na 35 dagen) |
Indiener | Frank Futselaar |
Beantwoord door | Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z06484.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-2064.html |
Ja, ik ken het genoemde artikel.
Ik vind het van belang dat de wijze van samenstellen van een opleidingscommissie aansluit bij de situatie op de desbetreffende instelling. De wettelijke norm die hiervoor geldt is dat de samenstelling door verkiezingen plaatsvindt, tenzij na overleg met de medezeggenschap een andere wijze van samenstelling dan verkiezing is bepaald. Bovendien maak ik uit het artikel op dat minder dan de helft van de bevraagde universiteiten voor een alternatieve wijze van samenstelling hebben gekozen. Bij de hogescholen was dit naar verhouding nog minder.
Indien ik signalen ontvang dat de wijze van samenstellen van opleidingscommissies op instellingen niet in goed overleg met de medezeggenschap plaatsvindt, zal ik hierover in overleg treden met de desbetreffende koepels. Deze signalen heb ik tot op heden niet ontvangen.
Voor het overige verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 2.
Voor het antwoord op deze vraag, verwijs ik naar mijn eerdere antwoorden op de vragen 2 en 3.
Op 9 april 2018 jongstleden heeft het lid Futselaar (SP) van uw Kamer schriftelijke vragen gesteld (2018Z06484) over verkiezingen voor opleidingscommissies. Tot mijn spijt is beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk. Ik zal de vragen van het lid Futselaar (SP) zo snel mogelijk beantwoorden.