Ingediend | 5 april 2018 |
---|---|
Beantwoord | 30 mei 2018 (na 55 dagen) |
Indieners | Renske Leijten , Ronald van Raak |
Beantwoord door | Raymond Knops (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | economie overige economische sectoren |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z06275.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-2270.html |
Ja, ik deel de mening dat het alleen kunnen betalen met pinpas geen belemmering zou moeten zijn voor het kunnen aanvragen van belangrijke documenten bij een gemeente, zeker omdat gemeenten producten en diensten leveren waarvoor burgers niet naar een andere aanbieder terecht kunnen, en omdat niet alle burgers in staat zijn om (zelfstandig) met pin te betalen. Ik onderschrijf ook de visie van het MOB dat het kunnen betalen met contant geld in het bijzonder van belang is voor bepaalde groepen mensen, waaronder mensen in de schuldsanering die zichzelf budgetteren of gebudgetteerd worden.3
Zie antwoord vraag 1.
Het is mij bekend dat de acceptatie van contant geld in de maatschappij afneemt. In verschillende sectoren, zoals bij gemeenten of in het openbaar vervoer, wordt contant geld beperkt of niet meer geaccepteerd. In het openbaar vervoer zijn veiligheid en het voorkomen van geweld belangrijke aspecten die hebben geleid tot het niet meer accepteren van contant geld. De aanpak van die problematiek is aan de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat.5
Zoals de Minister van Financiën in 2015 aangaf, gaat de afname van het gebruik van contant geld gepaard met een forse uitbreiding van bank- en betaaldienstverlening via internet- en mobielbankieren.7 Niettemin achten DNB en het MOB het voor de stabiliteit en schokbestendigheid van het toonbankbetalingsverkeer van belang dat contant geld een goed functionerend toonbankbetaalmiddel blijft.8 Net als aan contant betalingen kleven ook -zij het andere- nadelen en veiligheidsrisico’s aan elektronische en digitale betalingen en ook voor die betalingen geldt afhankelijkheid van onder andere banken, vanwege hun essentiële rol in de aanbodzijde van het Nederlandse betalingsverkeer. In dit kader wordt in de recente beantwoording van de Kamervragen over DDoS-aanvallen op Nederlandse banken door de Minister van Financiën benadrukt dat het van belang is om zorgvuldig en waakzaam te blijven om ongemak door verstoring en digitale vormen van criminaliteit zoveel mogelijk te voorkomen en te bestrijden.9 Hiervoor is een gezamenlijke aanpak noodzakelijk, waarin een rol is weggelegd voor banken, gespecialiseerde cybersecuritybedrijven en autoriteiten als DNB, de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC).
Ik ben bereid tot nader overleg met de gemeenten en publieke instellingen over de acceptatie van contant geld.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van der Molen (CDA), het lid Özütok (GroenLinks), de leden Van den Bosch en Van der Linde (VVD) en de leden Van Raak en Leijten (SP) over het toenemend aantal gemeenten dat een pin-only-beleid hanteert niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord.5 In verband met de betrokkenheid van verschillende beleidsterreinen vergt de noodzakelijke afstemming voor de beantwoording van deze Kamervragen meer tijd. Ik streef ernaar u de antwoorden uiterlijk eind mei toe te sturen.