Ingediend | 5 april 2018 |
---|---|
Beantwoord | 19 april 2018 (na 14 dagen) |
Indiener | Ockje Tellegen (VVD) |
Beantwoord door | Bruno Bruins (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | ziekten en behandelingen zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z06274.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-1815.html |
Ja, het artikel betreft een onderzoeksinitiatief van de University of California.
In Nederland vindt veel onderzoek en innovatie plaats op het gebied van kunstorganen. Ik noem hier enkele relevante voorbeelden:
Zoals hierboven aangegeven, bestaan ook ontwikkelingen in Nederland om kunstorganen te ontwikkelen en beschikbaar te maken voor patiënten. De medewerkers van het Ministerie van VWS hebben meerdere keren contact gehad met de Nierstichting en faciliteren waar mogelijk door bijvoorbeeld verbindingen te leggen met andere partijen of informatie te verstrekken over relevante wet- en regelgeving. Ook is de draagbare kunstnier bekend bij de topsector Life Sciences & Health en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Het is nu niet te zeggen of de inzet van kunstnieren de wachtlijsten voor niertransplantaties daadwerkelijk kan verkorten. De draagbare kunstnier van NeoKidney zal naar verwachting voor de meeste patiënten niet een transplantatie kunnen vervangen, aangezien het apparaat vergelijkbare nadelen voor de gezondheid heeft als dialyse in het ziekenhuis. De innovatie waar de University of California aan werkt, betreft een implanteerbare kunstnier die meer lijkt op de functie van gezonde nieren. Deze innovatie staat echter nog ver van de kliniek: de eerste studies met mensen worden pas in 2020 verwacht, daarna kan het nog jaren duren voordat een product op de markt kan komen. Ik vind het van belang dat de werkzaamheid en meerwaarde van innovaties zoals kunstnieren aangetoond wordt, zodat brede acceptatie en implementatie voor de technologie kan ontstaan.
Het is aannemelijk dat geneesmiddelen om afstoting van donororganen te voorkomen, niet meer gebruikt hoeven te worden bij de inzet van kunstorganen. Het is echter niet uit te sluiten dat kunstorganen wel andere neveneffecten en bijwerkingen kunnen hebben. Nader klinisch onderzoek moet uitwijzen of kunstorganen daadwerkelijk kunnen bijdragen aan een betere kwaliteit van leven.
Alle initiatieven die leiden tot minder operaties kunnen natuurlijk alleen maar toegejuicht worden. Hoe klein de kans op complicaties ook is bij bepaalde operaties, zoals het bij leven een nier doneren, het blijft een operatie die ongemak en kans op complicaties met zich meebrengt.
Ik deel niet de mening dat dergelijke innovaties een permanente oplossing kunnen vormen voor het tekort aan donororganen, in ieder geval niet op korte termijn. Ook zullen dergelijke innovaties voorlopig dan ook niet eventuele illegale handel in organen en daarmee samenhangende criminaliteit kunnen inperken en aanpakken. Ik vind dergelijke innovaties interessante ontwikkelingen, die in de toekomst kunnen bijdragen aan kwaliteit van leven van patiënten.
Het stimuleren van onderzoek en innovatie valt onder de verantwoordelijkheid van de Ministers van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). In het Regeerakkoord zijn extra middelen hiervoor beschikbaar gesteld. Een groot deel van deze onderzoeksmiddelen wordt via de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en het topsectorenbeleid verdeeld onder kansrijke onderzoeksprojecten. Hierin liggen ook kansen voor innovaties op het gebied van kunstorganen en regeneratieve geneeskunde.
Zie antwoord vraag 6.