Ingediend | 21 maart 2018 |
---|---|
Beantwoord | 18 april 2018 (na 28 dagen) |
Indiener | Kees van der Staaij (SGP) |
Beantwoord door | Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z05127.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-1829.html |
Ja.
Online pornografie kent verschillende verschijningsvormen. Als het gaat om video’s aangeboden in een commerciële mediadienst op aanvraag (cmoa), afkomstig van een in Nederland gevestigde aanbieder, dan is de Mediawet 2008 van toepassing. De Mediawet 2008 verlangt van aanbieders van cmoa’s dat zij media-aanbod dat ernstige schade kan toebrengen aan de lichamelijke, geestelijke of zedelijke ontwikkeling van jongeren onder de 16 jaar, afschermen. Voor aanbieders van cmoa’s stelt de Mediawet op dit moment nog geen vereisten voor de bescherming van minderjarigen tegen voor hen schadelijke beelden.3 Een gemiddelde pornografische video zal doorgaans in deze categorie vallen. Overigens hebben een aantal aanbieders van cmoa’s zich al vrijwillig aangesloten bij het NICAM, de organisatie achter Kijkwijzer, om hun aanbod op basis van Kijkwijzer te classificeren en van pictogrammen te voorzien (o.a. Pathé Thuis en HBO).
Het Commissariaat heeft er in zijn rapportage metatoezicht 2016 op gewezen dat het voor de bescherming van minderjarigen, die in toenemende mate gebruik maken van online en on demand content, noodzakelijk is dat leeftijdsclassificaties ook in het online domein worden toegepast.4 In 2015 is een hiertoe strekkende motie aangenomen, ingediend door het lid Heerma.5 Mijn ambtsvoorganger heeft hierop aangegeven dit verzoek te willen bezien in samenhang met het voorstel van de Europese Commissie tot herziening van de Europese Audiovisuele Mediadiensten (AVMD) Richtlijn. De verwachting is dat deze medio 2018 zal worden afgerond. Hoewel de uitkomst van de onderhandelingen tussen Europees parlement, de Raad van Ministers en de Europese Commissie nog niet vaststaat, ziet het ernaar uit dat de Richtlijn het belang van classificatie en afscherming ook binnen het online domein zal onderstrepen.
Ik vind het van groot belang dat minderjarigen ook online zoveel mogelijk beschermd worden tegen voor hen mogelijk schadelijke beelden. Ik ben er dan ook voorstander van dat het beschermingsniveau dat het NICAM de afgelopen jaren met de Kijkwijzer heeft bereikt voor de lineaire diensten doorgetrokken wordt naar het online media-aanbod. Zodra de herziening van de AVMD is vastgesteld, ga ik aan de slag met de implementatie daarvan. Dit krijgt zijn beslag in de Mediawet.