Ingediend | 18 januari 2018 |
---|---|
Beantwoord | 1 maart 2018 (na 42 dagen) |
Indiener | Achraf Bouali (D66) |
Beantwoord door | Halbe Zijlstra (VVD), Sigrid Kaag (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken, minister buitenlandse zaken) (D66) |
Onderwerpen | internationaal ontwikkelingssamenwerking |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z00605.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-1328.html |
Ja.
Secretaris-generaal van de VN, Guterres, bracht op 13 en 14 januari jl. een bezoek aan Colombia om te spreken over het Colombiaanse vredesproces. Tijdens zijn bezoek bood hij eveneens hulp aan voor Venezolaanse vluchtelingen in Colombia.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking sprak op 15 januari jl. met de secretaris-generaal in New York over Colombia en de humanitaire gevolgen van de Venezolaanse crisis die zorgen blijven baren. De Minister liet in dit gesprek weten dat het kabinet achter het aanbod staat van de VN om Colombia te helpen met de opvang van Venezolaanse vluchtelingen.
Het kabinet is uiteraard bezorgd over de verslechterende politieke, economische en sociale situatie in Venezuela, die er volgens UNHCR toe heeft geleid dat meer dan een miljoen Venezolanen hun land hebben verlaten (cijfers UNHCR van november 2017). De meeste Venezolanen hebben hun toevlucht gezocht tot de buurlanden. Volgens dezelfde cijfers zijn in 2017 ruim 600.000 Venezolanen naar Colombia gevlucht.
De Nederlandse humanitaire middelen worden ingezet daar waar de noden het hoogst zijn. Bij het bepalen van de inzet worden factoren als kwetsbaarheid van de bevolking, capaciteit van een land om de noden te lenigen, het aantal slachtoffers en het tekort in de financiering van de noden meegenomen.
Nederland geeft jaarlijkse ongeoormerkte bijdragen aan een aantal VN-organisaties en fondsen, zoals UNHCR (33 miljoen in 2018), het Wereldvoedselprogramma (36 miljoen), het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC, 40 miljoen) en het Central Emergency Response Fund (55 miljoen). Deze bijdragen stellen organisaties in staat om zelf te bepalen waar hulp het hardste nodig is. UNHCR ondersteunt de regering van Colombia met zowel de opvang van vluchtelingen en migranten uit Venezuela als met de opvang van ruim 425.000 Colombiaanse intern ontheemden.
Zie antwoord vraag 4.
De secretaris-generaal van de VN heeft al hulp voor Venezolaanse vluchtelingen in Colombia aangekondigd. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft in gesprek met de secretaris-generaal van de VN op 15 januari jl. laten weten dat het kabinet achter dat aanbod staat. Het kabinet ziet op dit moment geen toegevoegde waarde in het agenderen van de opvang van Venezolaanse vluchtelingen in de VN Veiligheidsraad. Ook onder de andere leden van de Veiligheidsraad bestaat hiervoor geen draagvlak. Zie verder het antwoord op vraag 2, 4 en 5.
In Aruba, Curaçao en Bonaire zijn in 2017 geen Venezolaanse vluchtelingen opgevangen. Om in aanmerking te komen voor de status erkend vluchteling, moet een persoon in het land waar zij asiel hebben aangevraagd internationale bescherming hebben gekregen. Hiervan was afgelopen jaar geen sprake.
In 2017 heeft op Bonaire één persoon (met de Venezolaanse nationaliteit) een verzoek om bescherming ingediend bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst Caribisch Nederland te Bonaire. Deze aanvraag is niet ingewilligd, omdat betrokkene niet aan de voorwaarden van het gevraagde verblijfsdoel voldeed. Conform het huidige beleid in Caribisch Nederland is een persoon die om bescherming vraagt zelf verantwoordelijk om in zijn of haar opvang te voorzien. Daarbij kan worden gedacht aan een onderkomen bij familie, vrienden/kennis of hotels. Voor schrijnende gevallen kan een uitzondering worden gemaakt. Bij een grote toestroom van om bescherming vragen migranten heeft het Ministerie van Justitie en Veiligheid in samenwerking met het Openbaar Lichaam Bonaire, de uitvoeringsorganisaties (o.a. Koninklijke Marechaussee, Korps Politie Caribisch Nederland en de Immigratie- en Naturalisatiedienst Caribisch Nederland) en Defensie een noodplan ontwikkeld.
Aruba is aangesloten bij het Protocol betreffende de status van vluchtelingen van 1967. Aruba beschikt aldus over een nationale procedure voor de behandeling van asielaanvragen. In de loop van 2017 zijn er 18 asielaanvragen geregistreerd, waarvan 16 personen met de Venezolaanse nationaliteit. De personen die een lopende asielaanvraag hebben, kunnen een beroep doen op een vergunning tot tijdelijk verblijf, welke wordt afgegeven ingevolge artikel 19 van het Toelatingsbesluit, zonder beperking voor wat betreft hun werkgever en/of functie, in afwachting van een definitieve beschikking over hun verzoek. De opvang gebeurt voornamelijk door het Rode Kruis Aruba.
Curaçao is momenteel niet aangesloten bij het Vluchtelingenverdrag of bij het Protocol betreffende de status van vluchtelingen van 1967. Dientengevolge heeft Curaçao geen procedure om de status van vluchteling toe te kennen. Curaçao is wel gebonden aan art. 3 EVRM (verbod van onmenselijke behandeling). Personen die een beroep doen op artikel 3 EVRM doorlopen een procedure bij het Ministerie van Justitie.
Afgelopen weken hebben verschillende vluchten plaatsgevonden waarmee het overgrote deel van de gestrande Nederlanders is vertrokken. Het is niet bekend hoeveel gestrande Nederlanders zich exact in Venezuela bevonden, omdat er geen registratieplicht geldt.
Op dinsdag 9 januari is het reisadvies aangepast en zijn Nederlanders geïnformeerd over de grenssluiting. Nederlanders die contact hebben opgenomen, is geadviseerd met hun reisorganisatie of luchtvaartmaatschappij contact te hebben over de mogelijkheden voor een al dan niet rechtstreeks vertrek naar het Caribisch deel van het Koninkrijk.