Ingediend | 16 januari 2018 |
---|---|
Beantwoord | 13 februari 2018 (na 28 dagen) |
Indiener | Peter Kwint |
Beantwoord door | Tamara van Ark (staatssecretaris sociale zaken en werkgelegenheid) (VVD) |
Onderwerpen | gezin en kinderen sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z00395.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-1149.html |
Ja.
Het is aan de sector zelf om te borgen dat er voldoende kwalitatief personeel wordt aangetrokken. De aantrekkelijkheid van de sector wordt mede bepaald door de afspraken tussen werkgevers en werknemers.
De aanscherping van de beroepskracht-kindratio voor baby’s gaat in per 1 januari 2019.
Voor nuljarigen wordt de beroepskracht-kindratio aangescherpt van 1 beroepskracht op 4 nuljarigen, naar een ratio van 1 beroepskracht op 3 nuljarigen. Dit heeft inderdaad tot gevolg dat het benodigde aantal beroepskrachten in de dagopvang stijgt.
Naast de aanscherping in de dagopvang gaat per 1 januari 2019 een versoepeling gelden voor het aantal benodigde beroepskrachten in de buitenschoolse opvang (BSO). Afhankelijk van de individuele situatie van werknemers en werkgevers kan een deel van de fte’s die extra nodig zijn in de dagopvang, opgevangen worden door fte’s uit de versoepelde beroepskracht-kindratio in de BSO. In welke mate dit kan, is oa afhankelijk van individuele situaties (opleiding, (om)scholingsbeleid, interesses etc).
Doordat werkgevers reeds sinds de zomer 2017 weten dat zowel de aanscherping als de versoepeling van de beroepskracht-kindratio per 1 januari 2019 ingaat, heeft de sector de tijd om eventueel nieuw personeel te werven dan wel personeel (om)te scholen.
Cao-onderhandelingen vinden plaats tussen werkgevers en werknemers. Ik heb begrepen dat de cao-onderhandelingen helaas stil liggen. Of dit effect heeft op het werven van nieuw personeel is een vraag aan de cao-partijen. Zij bepalen of en wanneer de onderhandelingen weer starten en welke onderwerpen daar besproken worden. Het is dan ook aan de cao-partijen zelf om afspraken te maken, waarmee geborgd wordt dat er een juiste balans bestaat tussen werkdruk en flexibele inzet van medewerkers.
Het is niet aan mij om hierover een uitspraak te doen. Het is aan de cao-partijen om te komen tot goede afspraken voor de kinderopvangsector.
In het Regeerakkoord staat dat de regering wil werken aan meer vaste banen en een nieuwe balans tussen flex en vast. Een flexibele arbeidsmarkt is een groot goed, maar kan ook doorschieten. Te vrijblijvende arbeidsrelaties leiden tot onzekerheid bij werknemers, verlies aan ervaring bij bedrijven en te weinig investeringen in kennis en opleiding. Voor werkgevers moet het financieel aantrekkelijker en minder risicovol worden om mensen een vast arbeidscontract aan te bieden. Het is aan de kinderopvangsector om hier invulling aan te geven en om goed personeel te werven en goede arbeidsvoorwaarden te bieden.