Ingediend | 16 januari 2018 |
---|---|
Beantwoord | 7 februari 2018 (na 22 dagen) |
Indiener | Erik Ronnes (CDA) |
Beantwoord door | Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
Onderwerpen | economie markttoezicht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z00390.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-1070.html |
Dat is correct. Hiervoor verwijs ik naar het persbericht van de Autoriteit woningcorporaties (Aw) van 19 december jl.2
De Aw heeft een governance-inspectie uitgevoerd in maart 2017 en daarna een interventie gepleegd op 16 mei 2017. De Aw heeft daarin de corporatie opgelegd dat zij een verbeterplan moet opstellen en uitvoeren. Dit verbeterplan had met name betrekking op de gesignaleerde tekortkomingen in de governance.
De voormalige Raad van Commissarissen heeft eind maart 2017 aangegeven dat sprake was van een fundamenteel verschil van inzicht tussen raad en bestuurder over de «governance» van de corporatie, hetgeen de Aw ook heeft geconstateerd. De zorgen en twijfels van de Aw betroffen in eerste instantie de relatie tussen bestuurder en Raad van Commissarissen.
Eind oktober heeft de voormalige raad conform artikel 29 BTIV een melding gedaan van «een onoverbrugbaar geschil tussen het bestuur en de raad van commissarissen». In de optiek van de Aw bestonden er fundamentele verschillen van inzicht tussen raad en bestuurder met name over de wederzijdse taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden.
De voormalige Raad van Commissarissen heeft per brief van 8 december 2017 aan de Aw onder andere het volgende aangegeven: «Er is onvoldoende zicht op oplossingen binnen afzienbare termijn.» en «Gelet op het geheel van omstandigheden, achten wij het niet zorgvuldig en niet passend onze zetel als raad van commissarissen aan te houden.»
In haar verantwoordingsgegevens over 2016 heeft de corporatie aangegeven dat de statuten zijn nageleefd. De naleving van de governancecode maakte geen onderdeel uit van de uitgevoerde governance-inspectie. De Aw toetst op de vereisten uit de Woningwet en niet op de naleving van de governancecode van de sector voor zover dat niet raakt aan de wettelijke vereisten. Naleving van de governancecode wordt door de sector zelf gedaan.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 3.
Het opstappen van alle leden van de Raad van Commissarissen is voor de Aw reden geweest voor het instellen van verscherpt toezicht. Ik acht dat een logische stap, omdat het wegvallen van intern toezicht bij een corporatie een ernstig feit is.
Zie antwoord vraag 6.
Zie antwoord vraag 3.
In de statuten van Woonstichting Vooruitgang is de toezichthoudende taak van de Raad van Commissarissen en de bevoegdheid van de Raad van Commissarissen tot schorsen en ontslaan van het bestuur geregeld. Het Reglement werkwijze voor de raad van commissarissen gaat wel in op het gegeven dat de Raad van Commissarissen toezicht dient te houden op de bestuurder, maar niet op schorsing en ontslag.
De voormalige Raad van Commissarissen heeft een voorgenomen besluit tot onmiddellijke schorsing van de bestuurder genomen en is daarna opgestapt.
Het is een eigen beslissing van de RvC geweest om voltallig op te stappen. De Aw vindt deze gang van zaken ongebruikelijk en ongewenst.
Ja, met uitzondering van de situatie van ontstentenis en belet waarin de gehele Raad van Commissarissen is weggevallen.
In de statuten van de corporatie is opgenomen dat bij belet of ontstentenis van alle leden van de Raad van Commissarissen de bestuurder de Minister belast met de zorg voor de volkshuisvesting verzoekt tijdelijk te voorzien in intern toezicht (hierna: «tijdelijke voorziening»). Deze tijdelijke voorziening dient onder andere zorg te dragen voor de formatie van een Raad van Commissarissen. De Aw is gemandateerd om te voorzien in tijdelijk intern toezicht en heeft op 9 januari jl. drie tijdelijke intern toezichthouders aangesteld voor een periode van drie maanden. Hun namen zijn: mevrouw N. Boudrie-Poll en de heren prof. dr. mr. G.D. Minderman en mr. A.L.M. Vlak.
De directeur-bestuurder heeft aan de Aw aangegeven dat hij zich niet herkent in deze en dat hij over het opstappen van de RvC in openheid heeft gecommuniceerd met het lokale bestuur. Uit het feit dat er een interventie heeft plaatsgevonden door de extern toezichthouder, kan reeds worden geconcludeerd dat het om meer gaat dan een interne kwestie. Het intern toezicht ziet er onder andere op toe dat de belangen van stakeholders (met name gemeente en de huurders) voldoende zijn geborgd en met name om die reden acht ik het wegvallen van het intern toezicht ook een externe aangelegenheid.
Bestuurder heeft aan de Aw aangegeven dat hij zich niet herkent in de weergave in de vraagstelling. In algemene zin acht ik het van belang dat corporaties openheid en transparantie betrachten naar hun stakeholders zoals gemeenten.
De bestuurder heeft aan de Aw aangegeven al zo te handelen en zo ook te blijven handelen. Een dergelijke handelwijze ligt in de rede. De Aw zal hier ook op aandringen bij de corporatie en waar nodig handelend optreden.
De Aw kan bevestigen dat er op dit moment geen sprake is van zorgen omtrent de financiële positie. Het verscherpt toezicht komt met name voort uit de governanceproblemen en het wegvallen van het intern toezicht.
De Aw heeft ervoor gezorgd dat is voorzien in het intern toezicht bij de corporatie. Dit intern toezicht gaat tevens zorgdragen voor de formatie van een nieuwe raad van commissarissen. De financiële positie van de corporatie geeft op dit moment geen aanleiding tot zorgen. De corporatie is gehouden tot het opstellen en uitvoeren van een herstelplan voor de governance van de corporatie. Deze aanpak moet ertoe leiden dat huurders geen nadeel ondervinden van de ontstane situatie.