Ingediend | 14 december 2017 |
---|---|
Beantwoord | 26 januari 2018 (na 43 dagen) |
Indiener | Tjeerd de Groot (D66) |
Beantwoord door | Carola Schouten (viceminister-president , minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
Onderwerpen | voeding zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z18002.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-976.html |
Ja.
Het rapport van The Sustainable Food Trust geeft inzicht in de maatschappelijke kosten die met voedselproductie en -consumptie gepaard gaan met als doel dat het voedselsysteem daardoor duurzamer wordt. Dit doel onderschrijf ik.
In uw vraag verwijst u naar de in 2017 verschenen studie van Wageningen UR en True Price «Maatschappelijke effecten van voedsel – een verkenning van een nieuwe methodiek», waarover de Kamer op 30 augustus jl. is geïnformeerd2. Bij dit onderzoek bleek dat het methodologisch niet eenvoudig is om tot een betrouwbare, onderbouwde berekening van alle maatschappelijke kosten en baten van voedsel te komen. De uitkomsten van dit onderzoek zijn 10 oktober jl. met deskundigen en betrokkenen besproken. Daaruit kwam als belangrijkste aanbeveling naar voren dat het als volgende stap nu vooral gewenst is te onderzoeken hoe in de praktijk ervaring kan worden opgedaan met het vergroten van het inzicht in de maatschappelijke kosten en baten van voedselproductie en -consumptie door de keten heen. Ik heb het voornemen om als vervolg op de studie van Wageningen Economic Research en True Price en andere relevante studies, alsook de resultaten van 10 oktober in gesprek met maatschappelijke partijen en kennisinstellingen de wenselijkheid en mogelijkheden te verkennen. Het gaat daarbij vooral om het verkennen van werkwijzen waarmee we de werkelijke kosten van voedsel niet alleen op een transparante manier in beeld kunnen brengen, maar ook het inzicht kan worden vergroot in hoe partijen, waaronder de overheid, kunnen sturen op het verlagen van de externe kosten. Belangrijk daarbij is welke informatie, inzichten en data overheid en maatschappelijke partijen (bedrijven, NGO’s, burgers) daarvoor nodig hebben.
Ja. Er is een groot aantal initiatieven, methoden en projecten – ook in internationaal verband – gericht op vergroting van kennis, bewustzijn en transparantie over de impact van voedselproductie op de samenleving en het natuurlijk kapitaal. Er is zodoende de afgelopen jaren veel kennis ontwikkeld en data verzameld. Daarvan kan in het vervolg dankbaar gebruik worden gemakt. Hierbij zullen we nadrukkelijk ook de internationale context betrekken. Ik denk hierbij onder andere aan het Natural Capital Protocol, de groeiende aandacht voor integrated reporting en de EU-richtlijn niet-financiële informatie. Deze initiatieven kunnen innovaties voor een duurzamere voedselproductie en -keten helpen bevorderen.
Ja. Het Ministerie van LNV stimuleert de ontwikkeling van en het experimenteren met methoden en data voor het identificeren, meten en waarderen van externe kosten op het gebied van natuurlijk kapitaal en het verankeren daarvan in werkwijzen van bedrijven (niet alleen in de voedselsector). De grote uitdaging voor de komende tijd ligt niet primair op het vlak van het verzamelen van meer data, maar om te komen tot een systeem dat in de praktijk werkt en aantoonbaar impact kan genereren in termen van verduurzaming. Ik ben dan ook voornemens om zoals ik in het antwoord op vraag 2 heb aangegeven, samen met maatschappelijke partijen en kennisinstellingen te verkennen of en hoe in samenwerking een praktijkproject te initiëren om dit te bewerkstelligen.
Op 14 december jl. heeft het lid De Groot (D66) Kamervragen gesteld over het rapport «The hidden cost of UK Food» (kenmerk 2017Z18002). Vanwege voor de beantwoording benodigde afstemming kunnen deze vragen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.