Kamervraag 2017Z16451

Kindermisbruik op Aruba

Ingediend 28 november 2017
Beantwoord 27 december 2017 (na 29 dagen)
Indieners Attje Kuiken (PvdA), Sharon Dijksma (PvdA)
Beantwoord door Raymond Knops (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA), Paul Blokhuis (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (CU)
Onderwerpen criminaliteit jongeren openbare orde en veiligheid zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z16451.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-786.html
  • Vraag 1
    Kent u het bericht «Kindermisbruik op Aruba groot probleem»1 en herinnert u zich de motie van de bijzondere gedelegeerde Thijsen c.s. van juni 2015 (34 038, nr. 8), waarin de Koninkrijksregering werd verzocht een samenwerkingsprotocol op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling tot stand te brengen?

    Ja.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening van de Arubaanse Task Force Kinderrechten dat er indicaties zijn dat een op de vijftien kinderen op het eiland te maken heeft met huiselijk geweld, seksueel misbruik, mishandeling of verwaarlozing en dat mogelijk sprake is van «underreporting vanwege het ontbreken van een meldcode voor kindermishandeling»? Zo ja, hoe verhouden dergelijke cijfers zich tot de Nederlandse situatie? Zo nee, welke cijfers zijn dan wel correct?

    De uitspraak dat 1 op de 15 kinderen te maken heeft met huiselijk geweld, seksueel misbruik en mishandeling komt uit een onderzoek van 2008. Een van de conclusies luidt:
    «De signalen die uit het veld kwamen voor wat betreft de Kindermishandeling en Verwaarlozing worden door dit onderzoek zeker onderbouwd. De situatie voor wat betreft deze problematiek is ernstig. We hebben het bij een voorzichtige schatting over één op de 15 kinderen. Vergeleken met de onderzoeken in Nederland en de VS is de situatie hier aanzienlijk erger. Ook als we kijken naar hoeveel kinderen te maken hebben met meerdere vormen van mishandeling en verwaarlozing en naar de schade die de mishandeling veroorzaakt, is onze situatie niet rooskleurig».
    Van het Arubaanse lid van de Taskforce kinderrechten, werkzaam bij de Directie Sociale Zaken zijn de volgende cijfers ontvangen:
    2008
    2009
    2010
    2011
    2012
    2013
    2014
    2015
    2016
    Lichamelijke mishandeling
    57
    48
    57
    45
    42
    51
    57
    59
    51
    Lichamelijke verwaarlozing
    60
    56
    59
    32
    58
    58
    20
    28
    36
    Psychische/emotionele mishandeling
    27
    35
    46
    11
    3
    9
    13
    31
    22
    Psychische/emotionele verwaarlozing
    101
    104
    84
    83
    120
    115
    127
    197
    171
    Seksueel misbruik
    48
    36
    41
    46
    48
    47
    35
    39
    28
    Huiselijk geweld
    29
    26
    21
    11
    14
    14
    16
    12
    10
    Hierbij dient te worden opgemerkt dat het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling (Bureau Sostenemi) dat in 2005 is opgericht, nog in afwachting is van een aanwijzing voor een juridische status. Ook worden de afspraken omtrent centralisatie van de registratie van de cijfers niet door alle instanties opgevolgd. Dit zou kunnen leiden tot underreporting
    Voor de Nederlandse situatie gaan we tot nu toe uit van een aantal van 119.000 kinderen dat slachtoffer is van huiselijk geweld. Dit cijfer is gebaseerd op prevalentieonderzoek uit 2010. Dit onderzoek wordt momenteel herhaald zodat in de zomer van 2018 meer recente cijfers beschikbaar zijn.
    De cijfers van Aruba gaan over het aantal registraties, adviezen en meldingen bij het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling. Het Nederlandse cijfer is gebaseerd op een informantenstudie via beroepskrachten. Daardoor zijn de cijfers niet vergelijkbaar en kunnen er ook geen uitspraken worden gedaan over de verhouding tussen de cijfers.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat uit het feit dat de genoemde motie al meer dan twee jaar geleden is ingediend en het feit dat er nu nog steeds geen gezamenlijke aanpak van kindermishandeling bestaat, dat dat duidt op een gebrek aan urgentie? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

    Op verschillende fronten werken we als (ei)landen samen aan de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling.
    De motie waarnaar in deze Kamervragen wordt verwezen, slaat terug op de ratificatie van het Verdrag van Istanbul dat gaat over geweld tegen vrouwen/ huiselijk geweld. Naar aanleiding van dit Verdrag is voor de aanpak van huiselijk geweld op Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) een specifiek traject gestart. Dit is uitgemond in een bestuursakkoord met de Openbare Lichamen over de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling (Kamerstuk 28 345, nr. 183). Doel hiervan is te komen tot een volwaardige en duurzame aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling op de eilanden. Voor Aruba geldt dat de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling een verantwoordelijkheid is van het land zelf. Dit laat onverlet dat er door Nederland diverse acties worden ondernomen om het land Aruba daarbij te helpen.
    Om de samenwerking en de kennisdeling rond de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling binnen het Koninkrijk te stimuleren was er voor november 2017 een werkconferentie gepland te Sint Maarten. Vanwege de gevolgen van de orkanen Irma en Maria is deze conferentie verplaatst naar maart 2018 te Aruba. Een werkgroep, bestaande uit betrokken medewerkers van de (ei)landen binnen het Koninkrijk, bereidt deze werkconferentie samen met VWS en BZK voor. Financiering vindt plaats door VWS. In de voorbereiding op en tijdens de conferentie wordt met de (ei)landen geïdentificeerd welke afspraken gemaakt kunnen worden, onder andere op het gebied van inter(ei)landelijke opvang, deskundigheidsbevordering en preventiecampagnes.
    Naast de specifieke aanpak voor de aanpak van huiselijk geweld werken de landen van het Koninkrijk (Nederland, Curaçao, Aruba en Sint Maarten) samen om de kinderrechten in alle (ei-)landen binnen het Koninkrijk te verbeteren. De Interlandelijke Taskforce Kinderrechten – bestaande uit vertegenwoordigers van BZK, VWS, Curaçao, Aruba en Sint Maarten – heeft in dit verband een Safetynetconferentie georganiseerd in december 2015 waaraan circa 80 jeugdmedewerkers van de verschillende (ei)landen hebben deelgenomen. Deze conferentie heeft maart 2017 een vervolg gekregen in een interlandelijke opvoedconferentie te Bonaire met ruim 150 deelnemers van alle zes de (ei)landen. Tijdens de opvoedconferentie zijn zes belangrijke opvoedthema’s geïdentificeerd: 1) Grenzen stellen/discipline/structuur, 2) Liefde en aandacht, 3) Communicatie (op alle lagen), 4) Normen en waarden 5) Ouderbetrokkenheid en ouderbewustzijn en 6) Opvoedingsondersteuning. De afgevaardigde van Unicef benadrukte in zijn toespraak dat juist op de plaatsen waar kinderen het veiligst zouden moeten zijn (thuis en op school) zij het vaakst geweld meemaken. Hij sprak over de gevolgen van geweld, over de manieren hoe dit aan te pakken en de rol van cultuur. De opvoedconferentie van Bonaire krijgt een vervolg in een voor mei 2018 geplande opvoedconferentie te Curaçao. Ook deze conferentie vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de Interlandelijke Taskforce Kinderrechten, met medewerking van Unicef en medefinanciering van BZK en VWS.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat, ook al ligt er na de recente orkaan prioriteit bij de opbouw van Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius, een gezamenlijke aanpak van kindermishandeling – waar al in 2015 om is gevraagd – niet langer uitstel kan gedogen?2 Zo ja, deelt u dan ook de mening dat niet op een gezamenlijke werkconferentie over weer een half jaar moet worden gewacht en hoe gaat u hier gevolg aan geven? Zo nee, waarom deelt u die mening niet?

    Zie antwoord vraag 3.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2017Z16451
Volledige titel: Kindermisbruik op Aruba
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20172018-786
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Kuiken en Dijksma over kindermisbruik op Aruba