Ingediend | 27 november 2017 |
---|---|
Beantwoord | 27 december 2017 (na 30 dagen) |
Indieners | Attje Kuiken (PvdA), Lodewijk Asscher (PvdA) |
Beantwoord door | Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
Onderwerpen | recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z16308.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-780.html |
Ja, ik ken het bericht.
De Wet openbare manifestaties (Wom) geeft de burgemeester de bevoegdheid om bij demonstraties voorschriften en beperkingen te stellen of een verbod te geven. Dit betreft een belangenafweging tussen het recht op de vrijheid van betoging en de beperking daarvan ter bescherming van de volksgezondheid, in het belang van het verkeer of bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. Een demonstratie mag door de burgemeester nooit worden beperkt of verboden vanwege de inhoudelijke boodschap, dus ook niet als die boodschap (voor anderen) storend of onwelgevallig is. De burgemeester is binnen deze kaders het bevoegd gezag om demonstraties te reguleren. Het is niet aan anderen dan de burgemeester om in de beoordeling van de toelaatbaarheid van een demonstratie te treden. Daarbij past het ook niet dat een demonstratie door anderen wordt verstoord of belemmerd. De vrijheid van demonstreren verdient respect en bescherming, ongeacht de boodschap.
Ik, noch enig ander lid van het kabinet, heeft een oordeel gegeven over de besluiten van de burgemeester om de demonstratie tegen Zwarte Piet aanvankelijk toe te staan en uiteindelijk te verbieden. Voor de inschatting van de plaatselijke omstandigheden en de uitoefening van de bevoegdheden op grond van de Wom is het lokaal gezag verantwoordelijk, daar treedt het kabinet niet in. Het is aan de gemeenteraad om hierover desgewenst met de burgemeester te spreken. Dat overigens bewindslieden door aandacht te vragen voor het aspect van het kinderfeest en begrip in de discussie voor elkaars vertrekpunten en emoties, geen begrip hebben getoond voor mogelijke wetsovertreding, noch hebben bepaald wanneer er gedemonstreerd wordt, spreekt vanzelf.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
Het is in een democratische samenleving van wezenlijk belang dat de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van demonstreren worden beschermd en gerespecteerd. Het is vanuit mijn verantwoordelijkheid van groot belang om hiervoor steeds aandacht te hebben. Waar het gaat om het reguleren van (de gebeurtenissen rondom) demonstraties is zoals hiervoor vermeld de burgemeester het bevoegd gezag. Als door het verstoren van demonstraties strafbare feiten worden gepleegd, kan de politie daartegen optreden. In de praktijk zullen dus eerst en vooral de burgemeester en de politie (de situatie rondom) een demonstratie in goede banen moeten leiden. Naar aanleiding van de gebeurtenissen rondom de Sinterklaasintocht in Dokkum heb ik in het mondelinge vragenuur van 21 november jl. toegezegd om in overleg te treden met burgemeesters en de VNG over demonstraties en meer in het bijzonder het gebruik van het openbare-orde-criterium.
Zie ook de antwoorden op de vragen 2, 3 en 7.
Ik deel die mening. Nederland is een democratische rechtsstaat waarin een grote diversiteit bestaat aan levensbeschouwingen, opvattingen, leefstijlen en waardepatronen. Individuele burgers en de samenleving als geheel hebben er belang bij dat burgers de vrijheid hebben hun eigen waarden en opvattingen te ontwikkelen en uit te dragen. Het is van groot belang om te respecteren dat niet iedereen dezelfde mening heeft en om andersdenkenden dezelfde ruimte te geven als gelijkgestemden. Een debat over maatschappelijke vraagstukken en tradities leidt er soms toe dat de emoties hoog oplopen, zoals in het debat over de positionering van de figuur van Zwarte Piet.
Ik verwijs in dit verband graag naar de nota Grondrechten in een pluriforme samenleving (Kamerstuk 29 614, nr. 2).
Het onderzoek van het Openbaar Ministerie loopt nog, daarover kan op dit moment verder niets worden gemeld.
Het Sinterklaasfeest is een eeuwenoude traditie die wordt vormgegeven door de samenleving en die is blijven bestaan door te veranderen. De overheid heeft hier geen sturende rol in. Het decentrale karakter van het Sinterklaasfeest met honderden lokale intochtcomités, scholen en vele vrijwilligers maakt dat er op veel verschillende plekken een maatschappelijk debat plaatsvindt. De dialoog hierover zal vooral in de gemeenten moeten plaatsvinden. De overheid kan een rol spelen om een respectvolle dialoog te faciliteren. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) onderhoudt in dit kader contacten met stakeholders en gemeenten om spanningen te signaleren en tot vreedzame gesprekken te komen.
Het Ministerie van SZW heeft Dokkum als intochtstad 2017 ondersteuning geboden voor het ontwikkelen en uitvoeren van dialooginitiatieven. De gemeente heeft zich vooraf uitgebreid bij laten praten door de steden waar eerder een landelijke intocht is gehouden en voorafgaand aan de intocht is geprobeerd met zowel de (georganiseerde) voor- en tegenstanders van de figuur van Zwarte Piet in contact te komen. Er hebben dan ook met meerdere groepen gesprekken plaatsgevonden. Het lijkt mij dat deze benadering ook bij volgende Sinterklaasintochten een goed uitgangspunt vormt, waarbij ook lessen kunnen worden getrokken uit eerdere ervaringen.