Ingediend | 13 november 2017 |
---|---|
Beantwoord | 29 november 2017 (na 16 dagen) |
Indieners | El Yassini , Rens Raemakers (D66) |
Beantwoord door | Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA) |
Onderwerpen | jongeren recht staatsrecht zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z15199.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-560.html |
Ja.
Het is mij bekend dat niet alle gemeenten erin slagen om voldoende respons op het cliëntervaringsonderzoek te krijgen. Omdat de hoogte van de respons mede bepalend is voor de waarde van het onderzoek, is dat een van de aandachtspunten geweest bij de pilots met de modelvragenlijst cliëntervaring jeugd en ouders, die Stichting Alexander en het Nederlands Jeugdinstituut in opdracht van de VNG hebben uitgevoerd. Uit dat onderzoek bleek dat de behaalde respons wisselt per gemeente en bij ouders ligt tussen de 4,0% en 25% en bij jongeren tussen de 2,3% en 21,6%.
Het komt voor dat een jongere anoniem jeugdhulp ontvangt of zonder medeweten van zijn ouders jeugdhulp ontvangt of verblijft op een geheim adres (bijvoorbeeld in geval van Blijf-van-mijn-lijfhuizen). Indien gemeenten jongeren en hun ouders schriftelijk uitnodigen voor deelname aan het cliëntervaringsonderzoek, is het van groot belang dat gewaarborgd is dat voor de betrokken jongere geen (veiligheids)problemen ontstaan door het versturen van een verzoek om deel te nemen aan een cliëntervaringsonderzoek. Gemeenten zijn daarbij vaak afhankelijk van de wijze waarop de betreffende aanbieders hun administratie hebben ingericht en van afspraken die gemeenten met die aanbieders kunnen maken over het aanschrijven van deze cliënten. Om het zekere voor het onzekere te nemen, kiezen gemeenten er soms voor om jongeren vanaf 16 jaar niet aan te schrijven voor het cliëntervaringsonderzoek. Ouders van kinderen tot 16 jaar moeten altijd geïnformeerd worden over de jeugdhulp die aan hun kinderen wordt verleend.
Het is aan gemeenten om de privacy te waarborgen van de jeugdigen voor wie zij jeugdhulp inzetten. De VNG ondersteunt gemeenten daarbij, onder meer met het «Privacyprotocol bij cliëntervaringsonderzoeken Jongeren en Ouders».2 Desondanks zien gemeenten zich soms genoodzaakt het zekere voor het onzekere te nemen en vragen ze jongeren in bijvoorbeeld een «Blijf-van-mijn-lijfhuis» niet mee te doen met het onderzoek. Dat leidt dan overigens wel tot een lagere respons.
Niet alle gemeenten werken met een schriftelijke uitnodiging voor een cliëntervaringsonderzoek. Steeds meer gemeenten werken met digitale uitvragen en ook wordt steeds vaker het cliëntervaringsonderzoek direct na beëindiging van een jeugdhulptraject gehouden. In dat geval is geen aanschrijving per brief meer nodig.
De uitkomsten van het onderzoek van Stichting Alexander en het Nederlands Jeugdinstituut worden binnenkort met de VNG en een aantal gemeenten besproken. Ook in de tussenevaluatie van de Jeugdwet zal aandacht worden besteed aan de positie en de ervaringen van cliënten. De tussenevaluatie en de genoemde pilot vormen de basis voor een meer toekomstbestendige inrichting van het cliëntervaringsonderzoek. Dat gaat niet alleen om de bruikbaarheid van de modelvragenlijst, maar ook om het beter benutten van de reeds beschikbare informatie, zoals de CBS beleidsinformatie en het voorkomen van onnodige en dubbele uitvragen.
Het Nederlands Jeugdinstituut heeft geïnventariseerd hoe jeugdhulpaanbieders de outcome van jeugdhulp zoal monitoren en heeft op basis daarvan een handreiking voor gemeenten een aanbieders opgeleverd over het hanteren van de indicatoren uitval, tevredenheid, verder kunnen zonder hulp en herhaald beroep.3
Twee outcomecriteria worden de CBS beleidsinformatie jeugd verkregen (namelijk uitval en herhaald beroep op jeugdhulp). Daarnaast zijn twee andere outcomecriteria onderzocht, namelijk cliënttevredenheid en verder kunnen zonder hulp. Om voor de uitvraag van deze laatste twee outcomecriteria een wettelijke grondslag te bieden en om deze informatie te kunnen laten meelopen met de tweejaarlijkse uitvraag voor de CBS beleidsinformatie jeugd, is een Amvb in voorbereiding. Het streven is erop gericht dat de Amvb vóór 1 juli 2018 in het Staatsblad wordt gepubliceerd, zodat het CBS vanaf dat moment deze outcomegegevens over de eerste helft van 2018 kan verwerken.
Nee, dit staat los van elkaar.
Op dit moment zijn bij VWS van 225 gemeenten de resultaten van het cliëntervaringsonderzoek Jeugd ontvangen. Het is niet bekend hoeveel gemeenten daarnaast het cliëntervaringsonderzoek Jeugd wèl hebben uitgevoerd, maar de uitkomsten ervan niet aan VWS hebben verzonden. Zowel uit de pilot van Stichting Alexander en het Nederlands Jeugdinstituut als uit de ervaringen van de gemeenten die niet deelnamen aan die pilot, blijkt dat gemeenten de ervaringen van jeugdigen en ouders buitengewoon belangrijk vinden en graag wensen te betrekken bij de verbetering van hun beleid en de uitvoering daarvan. Dit is ook het hoofddoel van het wettelijke verplichte cliëntervaringsonderzoek jeugd. De manier waarop het cliëntervaringsonderzoek momenteel is ingericht en wordt uitgevoerd, is echter niet optimaal. Vanwege de zorgen en problemen die mij bekend zijn met betrekking tot het cliëntervaringsonderzoek Jeugd, ga ik met gemeenten in gesprek om tot een verbeterde inrichting en uitvoering te komen.
Ja.