Ingediend | 9 november 2017 |
---|---|
Beantwoord | 13 december 2017 (na 34 dagen) |
Indiener | Liesbeth van Tongeren (GL) |
Beantwoord door | Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | netwerken ruimte en infrastructuur |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z15012.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-677.html |
Ja.
In verschillende uitzendingen van het tv-programma Kassa werd de veiligheid van de slimme gasmeters van Landis + Gyr G4/G6 (DSMR 4.2 generatie) in twijfel getrokken. Het betrof bijna 44.000 geïnstalleerde meters met een productiefout. Het schroefdraad bleek korter dan de productspecificaties van de netbeheerder aan de meterfabrikant voorschrijven.
De netbeheerders hebben zelf onderzoek gedaan en laten doen naar de gasdichtheid van deze gasmeters. Op basis van onderzoek van onder andere certificeringsorganisatie KIWA constateren de netbeheerders dat er geen onmiddellijk veiligheidsrisico is en dat een risico op de lange termijn niet is aangetoond. Vervolgens besloten de meeste netbeheerders nader onafhankelijk onderzoek over de verwachte levensduur van deze meters af te wachten. Alleen Stedin besloot om de meters direct te vervangen, omdat ze niet voldoen aan de specificaties van de netbeheerder. Netbeheer Nederland geeft aan dat bij deze beslissing meerdere factoren meespeelden, zoals bedrijfsvoeringoverwegingen en beschikbare voorraden. Ook Stedin is van mening dat de betreffende gasmeters veilig zijn.
Uit nader onderzoek van onder andere Holland Innovative bleek dat het niet zeker is dat de betreffende meters de volledige levensduur van minimaal 20 jaar goed blijven functioneren. Op dat moment besloten ook de andere netbeheerders de meters te vervangen.
Het Staatstoezicht op de Mijnen (hierna: SodM) heeft inmiddels onderzoek gedaan naar het handelen van de netbeheerders. Daaruit blijkt dat de netbeheerders direct zijn gestopt met het plaatsen van meters na de eerste signalen uit de praktijk over de productiefout. SodM constateert dat de KIWA- rapporten over het te korte schroefdraad niet geschikt zijn om iets te kunnen zeggen over de langetermijnveiligheid van de meters. Daarom stelt SodM dat de netbeheerders de vervanging van alle meters met een te kort schroefdraad voor 1 april 2018 moeten inplannen.
Daarnaast zal SodM nader onderzoek doen naar de wijze waarop de netbeheerders hun veiligheidsmanagementsysteem inrichten. Hieruit moet blijken of de netbeheerders hun veiligheidsmanagementsysteem goed hebben toegepast bij de plaatsing van de slimme gasmeters. Het gaat hierbij ten eerste om de verificatie van de veilige installatie van alle circa vier miljoen geïnstalleerde gasmeters. Daarnaast gaat het om het waarborgen van de toekomstige veilige installatie van slimme gasmeters.
Het is belangrijk dat consumenten feitelijk juist geïnformeerd worden bij vragen over de veiligheid van de gasmeter in hun woning. Ik heb dit dan ook bij de brancheorganisatie Netbeheer Nederland benadrukt. Ondertussen hebben de netbeheerders nadere actie ondernomen en beschikken de medewerkers van netbeheerders, inclusief Enexis, over informatie waarmee zij klanten juist kunnen informeren. Ook op de website van de netbeheerders staat ondertussen informatie over de betreffende gasmeters.
Zoals aangegeven bij vraag 2 neemt SodM momenteel de regie bij het onderzoek naar de maatregelen van de netbeheerders om te beoordelen of de netbeheerders in dit geval hun veiligheidsmanagementsystemen goed hebben toegepast. Bijgaand stuur ik u de betreffende onderzoeken van KIWA en Holland Innovative toe3.
De netbeheerder is verantwoordelijk voor de veiligheid van de gasmeter. SodM is verantwoordelijk voor het beoordelen van de het systeem waarmee de netbeheerder de kwaliteit van zijn transportdienst beheert, waaronder de veiligheid van het gasnet. De Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) is belast met het toezicht op de Gaswet in den brede en heeft handhavingsbevoegdheid. Als SodM meent dat de veiligheid niet op orde is, komt de ACM in beeld als handhaver richting de netbeheerder.
Door mijn voorganger is al geconstateerd dat de verantwoordelijkheid voor het toezicht en de handhaving op de gastransportdienst niet eenduidig is belegd4. Om effectief toezicht te houden is een heldere verdeling tussen rollen en bevoegdheden nodig. Om die reden heb ik in het wetsvoorstel Voortgang Energietransitie5 aan SodM een bredere toezichtsbevoegdheid en handhavingsbevoegdheid toegekend op het gebied van de veiligheid bij gas.
Zoals aangegeven bij vraag 2 heeft SodM onderzoek gedaan naar het handelen van de netbeheerders ten aanzien van de veiligheid van slimme gasmeters. Momenteel onderzoekt SodM het veiligheidsmanagementsysteem van de netbeheerders. Op basis van hun eerste bevindingen stelt SodM dat de vervanging van alle meters met een te kort schroefdraad voor 1 april 2018 moet worden gepland. De netbeheerders hebben toegezegd dit te zullen doen. SodM beschikt over voldoende deskundigheid om bovengenoemde taak goed te kunnen uitvoeren.
Alhoewel de toezichthouders op de hoogte waren van het installatieprogramma van slimme meters en regelmatig met netbeheerders in gesprek waren, is geen van hen geïnformeerd door de netbeheerders van de kwaliteitsproblemen die in Kassa gemeld werden. Hierdoor hebben de toezichthouders niet tijdig kunnen controleren of de netbeheerders hierbij de veiligheid voldoende geborgd hebben. Dit neemt SodM mee in het onderzoek naar het veiligheidsmanagementsysteem van de netbeheerders.
Ook ben ik niet vroegtijdig in kennis gesteld van de productiefout bij de gasmeters. Dit verbaast mij, zeker gezien het feit dat deze problematiek zich sinds september 2016 ontwikkelt en de slimme meter al geruime tijd op veel publieke belangstelling kan rekenen. Ik heb de netbeheerders om opheldering gevraagd en gevraagd hoe dergelijke situaties in de toekomst voorkomen worden. Ondertussen hebben de netbeheerders mij schriftelijk geïnformeerd over de veiligheid van de betreffende gasmeters. Daarnaast hebben ze toegezegd alle medewerking te verlenen aan het onderzoek van SodM. Tot slot gaan ze het eigen handelen evalueren en zullen ze nagaan hoe dergelijke onrust in de toekomst voorkomen kan worden.
Zie het antwoord op vraag 5.