Ingediend | 6 november 2017 |
---|---|
Beantwoord | 19 december 2017 (na 43 dagen) |
Indiener | Chris van Dam (CDA) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z14744.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-745.html |
Ja.
Ja.
Dit traject is inmiddels opgestart en heeft tot doel om te komen tot een effectievere aanpak van zware gewelddadige vermogenscriminaliteit (ram- en plofkraken, overvallen), onder andere door het verstoren van de criminele carrière van deze daders, een harde, repressieve aanpak en toezicht op veroordeelde plegers van dit type delicten ter voorkoming van recidive. Het traject dat loopt tot december 2018 als pilot, is opgestart vanuit de Taskforce Overvallen en wordt in een aantal regio’s uitgevoerd. Naast het Ministerie van JenV zijn ook gemeenten, de politie, het Openbaar Ministerie (OM), de reclassering, RIEC’s/LIEC, de Belastingdienst en Veiligheidshuizen betrokken bij deze aanpak.
Dit beeld wordt herkend door de politie en het OM. Uit eerdere ervaring vanuit de Top 600 aanpak in Amsterdam en de aanpak van criminele families blijkt dat jongere broertjes van criminelen kwetsbaar zijn voor toetreding tot criminele circuits.
De experimentele aanpak wordt opgezet vanuit een gecoördineerde gezamenlijke persoonsgerichte aanpak van bekende daders in de regio´s Utrecht, Rotterdam en Amsterdam. De deelnemende organisaties stemmen met elkaar af over het effectief inzetten van maatregelen.
De regie op de aanpak van ram- en plofkraken is ondergebracht bij de Regiegroep eenheidsgrensoverstijgende opsporing gewelddadige vermogenscriminaliteit. De politie en het OM zijn vertegenwoordigd in deze regiegroep. Vanuit een integraal beeld geeft de regiegroep sturing aan de verschillende onderdelen van de aanpak.3 Daarnaast is op nationaal niveau een informatiecel en een forensisch coördinatieteam ingericht. Tevens is er een landelijk tactisch team dat vanuit drie plaatsen in het land onder aansturing van de regiegroep in samenwerking met de lokale opsporing aan de bestrijding van dit fenomeen werkt. Verschillende onderdelen van de politie dragen bij aan de aanpak; dit betreft zowel regionale eenheden als onderdelen van de Landelijke Eenheid.
Opsporingsonderzoek naar plofkraken vindt plaats met de ontwikkelde methodiek van de zogenoemde eenheidsgrensoverschrijdende opsporing. Dit wil onder andere zeggen dat de regiegroep van de politie en het OM de integrale aanpak van plofkraken coördineert. Binnen de politie en het OM is in nauwe samenspraak met het lokaal gezag capaciteit vrijgemaakt voor de thematische aanpak van deze dadergroepen. Namens het OM is de landelijk coördinerend officier van justitie gewelddadige vermogenscriminaliteit vertegenwoordigd in de regiegroep en hij coördineert de aanpak namens het OM. Daarnaast wordt – in afstemming met de landelijke coördinatie door de regiegroep – ook lokaal gewerkt aan het onderzoeken van zaken, in afstemming met het lokaal bevoegd gezag.
In elke zaak die past binnen dit fenomeen is sprake van landelijke coördinatie en opsporing. In het belang van de opsporing kan geen nadere mededeling worden gedaan over het verloop van het onderzoek in individuele zaken.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Dam (CDA) van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Politie heeft Utrechtse verdachten plofkraak Friesland in het vizier» (ingezonden 6 november 2017) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.