Ingediend | 19 oktober 2017 |
---|---|
Beantwoord | 20 november 2017 (na 32 dagen) |
Indiener | Renske Leijten |
Beantwoord door | Jeroen Dijsselbloem (PvdA) |
Onderwerpen | financiën organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z13922.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-472.html |
Er is in de regel sprake van hefboomleningen als financiering wordt verstrekt en de leningnemer een relatief hoge schuldenratio heeft.2 Initieel hebben banken beperkt de vrijheid om acceptatiecriteria voor kredieten aan te passen, zolang zij aan eisen als gesteld in wet- en regelgeving voldoen (zie ook hieronder). De Nederlandse Bank (DNB) monitort vervolgens de verandering in acceptatiecriteria en rapporteert hierover.3 Daarnaast voert ECB eind november nadere maatregelen op het gebied van hefboomleningen in, waardoor er additionele waarborgen bij banken worden ingebouwd om risico te mitigeren als zij hefboomleningen verstrekken. De maatregelen betreffen onder andere de aanwezigheid van een degelijk intern risicoraamwerk en een goed uitvoerbare strategie. Er moeten onderbouwde limieten voor deze leningen worden ingesteld door de uitgevende bank en een onafhankelijke risicofunctie binnen de uitgevende bank moet deze transacties beoordelen. Banken zullen eerst een grondige analyse op de leningnemer uitvoeren en analyseren of deze binnen het risicoprofiel van de bank valt, alvorens dergelijke leningen worden verstrekt.
Banken zijn onder het Europese kapitaaleisenraamwerk sinds 2008 verplicht om granulair kapitaal voor alle blootstellingen aan te houden. Voor risicovollere leningen moet relatief meer kapitaal worden aangehouden.4 Het risico van hefboomleningen wordt hiermee gemitigeerd. Ook worden de belangen tussen leninggever en -nemer meer gelijkgesteld doordat banken 5% van de leningwaarde moeten aanhouden als de hefboomleningen gegroepeerd zijn en als schuldinstrument zijn uitgegeven.5 Tenslotte kunnen banken hefboomleningen in groepsverband uitgegeven, er is dan sprake van een syndicaat («syndicated loans»).6 Hierdoor neemt het concentratierisico van de leningnemer bij één bank af.
ABN AMRO geeft aan dat zij de afgelopen jaren in Nederland, en incidenteel internationaal voor het bestaande klantenbestand, hefboomleningen heeft verstrekt. Het verstrekken van deze leningen is geen speerpunt van de strategie geweest en de leningen zijn alleen verstrekt als deze passen binnen het gematigde risicoprofiel van de bank.
In 2016 heeft ABN AMRO haar aangepaste internationale strategie aangekondigd voor de zakenbank. Onderdeel van deze strategie was om te onderzoeken of het verstrekken van hefboomleningen, internationaal verder kan worden geïmplementeerd. Hierbij werd rekening gehouden met het gematigde risicoprofiel van de bank. ABN AMRO heeft in lijn daarmee een strikt beleid voor het verstrekken van deze leningen, met beperkte bedragen per klant, een spreiding over klanten en sectoren en acceptabele risicoprofielen. ABN AMRO benadrukt dat deze kredieten slechts op beperkte schaal worden verstrekt. Door dit beleid op een gedisciplineerde wijze uit te voeren acht ABN AMRO de risico’s acceptabel.
Vanuit het perspectief van de aandeelhouder wil ik benadrukken dat ABN AMRO zelf haar commerciële strategie bepaalt. De staat heeft hier geen formele rol in. De eerder genoemde maatregelen van de ECB en de monitoring door DNB zijn naar mijn mening in dit kader afdoende om de risico’s voor de financiële sector te beheersen.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
Na de financiële crisis zijn veel voorstellen gedaan om de financiële sector veerkrachtiger en weerbaarder te maken. Dit uit zich in de verdere versterking en vervolmaking van de bankenunie en wordt onder andere geïllustreerd door hogere verplichte kernkapitaaleisen voor banken.
Het IMF stelt in haar Global Financial Stability Report (GFSR) de vraag of de zoektocht naar rendement te ver is gegaan8. De lage renteomgeving heeft geleid tot aanpassingen van investeringsportefeuilles, zowel in de soorten activa die investeerders aanhouden als in de geografische spreiding hiervan. Ook is de risicobereidheid van investeerders toegenomen, wat kan leiden tot een opbouw van onevenwichtigheden. Het IMF waarschuwt daarom voor een toename van marktvolatiliteit wanneer zich een economische schok voordoet of bij een omslag van marktsentimenten.
Tegelijkertijd wijst het IMF op de positieve kanten van een zoektocht naar rendement. Dankzij de «search for yield» bewegen spreads naar elkaar toe, waardoor de risicopremies op obligatiemarkten zijn afgenomen en er sprake is van historisch lage volatiliteit. Dit zijn gunstige condities voor mondiale economische groei. Voor lage inkomenslanden heeft de «search for yield» ook bijgedragen aan verbeterde toegang tot internationale kapitaalmarkten en kapitaalinstroom. Voor zover dit leidt tot een toename van rendabele investeringen is dit een wenselijke ontwikkeling.9
Zoals toegelicht bij het antwoord op vraag 1 en 2 is het aanbieden van hefboomleningen geen speerpunt van de strategie van ABN AMRO geweest en deze leningen zijn door ABN AMRO alleen verstrekt als ze passen binnen het gematigde risicoprofiel van de bank. Door het beleid voor hefboomleningen op een gedisciplineerde wijze uit te voeren acht ABN AMRO de risico’s acceptabel.